...

 0    349 Datenblatt    pieknydelfin
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
ekonomiczny
Lernen beginnen
zuinig
Biuro
Lernen beginnen
het ambt
odkryć
Lernen beginnen
blootleggen
kolidować
Lernen beginnen
botsen
Spędzać
Lernen beginnen
doorbrengen
przez
Lernen beginnen
doorheen
łódź podwodna
Lernen beginnen
de duikboot
zaszczyt, honor
Lernen beginnen
de eer
uparty
Lernen beginnen
eigenwijs
wszechświat
Lernen beginnen
het heelal
rdzeń
Lernen beginnen
de kern
znakomity
Lernen beginnen
merkwaardig
rozpoznać
Lernen beginnen
onderkennen
rozciągać
Lernen beginnen
rekken
majstrować
Lernen beginnen
sleutelen
śledzić
Lernen beginnen
speuren
raczej
Lernen beginnen
tamelijk
potajemnie
Lernen beginnen
stiekem
przydzielać
Lernen beginnen
toewijzen
występ
Lernen beginnen
het uitsteeksel
hojny
Lernen beginnen
vrijgevig
rdzeń
Lernen beginnen
de kern
wojskowy
Lernen beginnen
militair
ranga
Lernen beginnen
de rang
rozciągać
Lernen beginnen
rekken
zegar
Lernen beginnen
het uurwerk
zanieczyszczenie
Lernen beginnen
de verontreiniging
sprostać
Lernen beginnen
waarmaken
cudowny
Lernen beginnen
wonderbaarlijk
czysty
Lernen beginnen
zuiver
przybyć
Lernen beginnen
arriveren
atmosfera
Lernen beginnen
de atmosfeer
służyć
Lernen beginnen
bedinen
powierzchnia
Lernen beginnen
de oppervlakte
zbawienie
Lernen beginnen
het heil
bok
Lernen beginnen
zijkant
ambitny
Lernen beginnen
ambitieus
obcy
Lernen beginnen
buitenaards
fantazjować
Lernen beginnen
fantaseren
społeczność
Lernen beginnen
de gemeenschap
nieważkość
Lernen beginnen
de gewichtloosheid
hazard
Lernen beginnen
de gok
zawalić się
Lernen beginnen
instorten
Polowanie
Lernen beginnen
de jacht
cierpliwy
Lernen beginnen
geduldig
Kopuła
Lernen beginnen
de koepel
wrażliwy
Lernen beginnen
gevoelig
kula
Lernen beginnen
bol
głupi
Lernen beginnen
stomme
korespondować
Lernen beginnen
corresponderen
znośny
Lernen beginnen
leefbaar
coś poszło źle
Lernen beginnen
misgaan
mgła
Lernen beginnen
de mist
ciekawy świata, wiedzy
Lernen beginnen
nieuwsgierig
niewyczerpany
Lernen beginnen
onuitputtelijk
wyjeżdżać, odejść
Lernen beginnen
opstappen
puchnąć
Lernen beginnen
opzwellen
podróż kosmiczna
Lernen beginnen
de ruimtevaart
kreacja
Lernen beginnen
de schepping
dążyć
Lernen beginnen
streven
powolny
Lernen beginnen
traag
wyróżniająca się osoba
Lernen beginnen
de uitblinker
wyobraźnia
Lernen beginnen
de verbeelding
płyn
Lernen beginnen
de vloeistof
zatrucie
Lernen beginnen
de vergiftiging
dzielnica
Lernen beginnen
de wijk
poszukiwanie
Lernen beginnen
de zoektocht
ankieta
Lernen beginnen
de enquête
zamiast tego
Lernen beginnen
in plaats daarvan
przeciwnie
Lernen beginnen
integendeel
właściwy
Lernen beginnen
passend
hojny
Lernen beginnen
vrijgevig
zbadać, odkryć
Lernen beginnen
uitzoeken
zawierać
Lernen beginnen
bevatten
czysty
Lernen beginnen
zuiver
śmiały, niegrzeczny
Lernen beginnen
stout
gałąź
Lernen beginnen
de tak
ukryć
Lernen beginnen
verstoppen
kiwać, sygnalizować
Lernen beginnen
wenken
afery
Lernen beginnen
de aangelegenheid
warsztat
Lernen beginnen
het atelier
dno
Lernen beginnen
de bodem
wiekowy
Lernen beginnen
eeuwig
estetyczny
Lernen beginnen
esthetisch
dobra (osobiste)
Lernen beginnen
de goederen
siła nabywcza
Lernen beginnen
de koopkracht
kosztowny
Lernen beginnen
kostbaar
skarpeta
Lernen beginnen
de kous
blizna
Lernen beginnen
het litteken
bagno
Lernen beginnen
het moeras
podobieństwo
Lernen beginnen
de overeenkomst
kciuk
Lernen beginnen
duim
obcokrajowiec
Lernen beginnen
de buitenlander
wieś
Lernen beginnen
het platteland
rozszerzać
Lernen beginnen
uitbreiden
brudny
Lernen beginnen
vies
płaski
Lernen beginnen
vlak
pastwisko
Lernen beginnen
het weiland
osiągać, sięgać
Lernen beginnen
bereiken
społeczność
Lernen beginnen
de samenleving
Fundacja
Lernen beginnen
de stichting
wypalony
Lernen beginnen
overspannen
racjonalny
Lernen beginnen
rationeel
ostry
Lernen beginnen
scherp
układ Słoneczny
Lernen beginnen
het zonnestelsel
Lalka
Lernen beginnen
de pop
wzruszające
Lernen beginnen
ontroerend
niewidoczny
Lernen beginnen
onzichtbaar
Wykonawca
Lernen beginnen
de opdrachtgever
pryszcz
Lernen beginnen
de puist
Wysyłka/Transport morski
Lernen beginnen
de scheepvaart
ogromny
Lernen beginnen
reusachtig
naszkicować
Lernen beginnen
schetsen
charyzma
Lernen beginnen
de uitstraling
pragnienie
Lernen beginnen
het verlangen
Mucha
Lernen beginnen
de vlieg
pierwszy plan
Lernen beginnen
de voorgrond
rzadko
Lernen beginnen
zelden
różnorodny
Lernen beginnen
divers
migać/świecić
Lernen beginnen
flitsen
prezent
Lernen beginnen
het geschenk
przystojny
Lernen beginnen
knap
pozwolić
Lernen beginnen
permitteren
często
Lernen beginnen
vaak
marudny
Lernen beginnen
truttig
określone/konkretne
Lernen beginnen
bepaald
zmarły
Lernen beginnen
de overledene
cel podróży
Lernen beginnen
de bestemming
vice versa
Lernen beginnen
andersom
krzyczeć
Lernen beginnen
gillen
dowcipny
Lernen beginnen
geestig
krewny
Lernen beginnen
de nabestaande
nagle
Lernen beginnen
plotseling
znakomity
Lernen beginnen
opvallend
dosyć
Lernen beginnen
nogal
odnaleźć
Lernen beginnen
aantreffen
piecyk
Lernen beginnen
het fornuis
uderzać
Lernen beginnen
dreunen
kruszyć się
Lernen beginnen
verkruimen
wzrastać
Lernen beginnen
stijgen
co więcej
Lernen beginnen
bovendien
resztki
Lernen beginnen
het restje
W międzyczasie
Lernen beginnen
ondertussen
łatwość
Lernen beginnen
het gemak
okazja
Lernen beginnen
de gelegenheid
fajne
Lernen beginnen
gaaf
wykazać
Lernen beginnen
aantonen
dziwaczny
Lernen beginnen
eigenzinnig
zobaczyć
Lernen beginnen
inzien
z drugiej strony
Lernen beginnen
anderzijds
konsekwencja
Lernen beginnen
het gevolg
natychmiast
Lernen beginnen
dadelijk
średni
Lernen beginnen
gemiddeld
cisza
Lernen beginnen
de stilte
Region
Lernen beginnen
de streek
płynąć
Lernen beginnen
stromen
skończyć
Lernen beginnen
terechtkomen
wypływać
Lernen beginnen
uitmonden
strumyk
Lernen beginnen
de beek
ponieważ
Lernen beginnen
doordat
kabel
Lernen beginnen
de kabel
domowy
Lernen beginnen
huiselijk
krawędź
Lernen beginnen
de rand
Omawiać
Lernen beginnen
overleggen
zarządzać
Lernen beginnen
beheren
dostępny
Lernen beginnen
beschikbaar
rów
Lernen beginnen
de geul
odbicie
Lernen beginnen
de spiegeling
zniszczyć
Lernen beginnen
uitslijten
podziwiać
Lernen beginnen
zich verbazen over
aż do
Lernen beginnen
totdat
straszny
Lernen beginnen
afschuwelijk
zakończenie
Lernen beginnen
de beëindiging
śmieszny
Lernen beginnen
belachelijk
z jednej strony
Lernen beginnen
enerzijds
poważny, ciężki
Lernen beginnen
ernstig
szanowany
Lernen beginnen
geachte
wydawać
Lernen beginnen
doorbrengen
dziać się
Lernen beginnen
zich afspelen
obecny, aktualny
Lernen beginnen
huidig
przedsiębiorstwo
Lernen beginnen
de onderneming
były
Lernen beginnen
voormalig
najpierw
Lernen beginnen
aanvankelijk
codzienny
Lernen beginnen
alledaags
akcesorium
Lernen beginnen
bijbehorend
pakiet
Lernen beginnen
de bundel
doceniać
Lernen beginnen
waarderen
zacytować
Lernen beginnen
citeren
odważny/odważny
Lernen beginnen
dapper/moedig
pomocny
Lernen beginnen
nuttig
Zabawa
Lernen beginnen
het vermaak
prekursor
Lernen beginnen
de voorloper
utrzymać, zachować
Lernen beginnen
behouden
trwałość
Lernen beginnen
de duurzamheid
trajektoria
Lernen beginnen
het traject
głośny
Lernen beginnen
gehorig
umysłowo
Lernen beginnen
geestelijk
towarzystwo
Lernen beginnen
de begeleiding
rzucać
Lernen beginnen
gooien
zamykać
Lernen beginnen
dichtdoen
skarżyć się
Lernen beginnen
klagen
Stracony
Lernen beginnen
kwijt
ledwo
Lernen beginnen
nauwelijks
zaprzeczenie
Lernen beginnen
de ontkenning
Zapach
Lernen beginnen
de stank
uzależniony
Lernen beginnen
verslaafd
zamek
Lernen beginnen
het slot
podzielić
Lernen beginnen
verdelen
ostrzegać
Lernen beginnen
waarschuwen
grozić
Lernen beginnen
dreigen
blat
Lernen beginnen
het aanrecht
kaptur
Lernen beginnen
de afzuigkap
zlew
Lernen beginnen
de gootsteen
posprzątać
Lernen beginnen
opruimen
instrukcja
Lernen beginnen
de gebruiksaanwijzing
przysięgać, przeklinać
Lernen beginnen
schelden
plotki
Lernen beginnen
geruchten
czepiać się
Lernen beginnen
muggenziften
konstruktywna krytyka
Lernen beginnen
opbouwende kritiek
wdzięczny
Lernen beginnen
dankbaar
robić celowo
Lernen beginnen
expres doen
przepraszam
Lernen beginnen
neem me niet kwalijk
iść na zwolnienie lekarskie
Lernen beginnen
ziek melden
przeszkolony
Lernen beginnen
opgeleid
tak samo dużo
Lernen beginnen
evenveel
niedawno
Lernen beginnen
onlangs
wyniośle
Lernen beginnen
hooghartig
odwrotność
Lernen beginnen
wederkerig
wszechświat
Lernen beginnen
het heelal
Legowisko
Lernen beginnen
het hol
znakomity
Lernen beginnen
merkwaardig
walczyć
Lernen beginnen
strijden
na próżno
Lernen beginnen
tevergeefs
żołnierze
Lernen beginnen
de troepen
rozciągnięty
Lernen beginnen
uitgestrekt
czcić
Lernen beginnen
vereren
przesuwać
Lernen beginnen
verplaatsen
naśladowca
Lernen beginnen
de volgeling
przypuszczać
Lernen beginnen
geloven
okrutny
Lernen beginnen
wreed
demonstracja
Lernen beginnen
de betoging
wyznaniowy
Lernen beginnen
confessioneel
potrzeba
Lernen beginnen
de drang
grozić
Lernen beginnen
dreigen
udaremniać
Lernen beginnen
dwarsbomen
nieco
Lernen beginnen
enigszins
posłuszny
Lernen beginnen
gehoorzaam
zrównać, uczynić równym
Lernen beginnen
gelijkstellen
wspólnie
Lernen beginnen
gezamenlijk
uporczywy
Lernen beginnen
hardnekkig
pochłaniający
Lernen beginnen
meeslepend
poważny
Lernen beginnen
menens
wzmocniony
Lernen beginnen
mondig
przeszkoda
Lernen beginnen
het obstakel
zamieszanie
Lernen beginnen
de ophef
efektowny
Lernen beginnen
opzichtig
dotknąć
Lernen beginnen
raken
szarfa
Lernen beginnen
de sjerp
wkrótce
Lernen beginnen
spoedig
winny czegoś
Lernen beginnen
verschuldigd
pominięty
Lernen beginnen
achterwege
odmówić
Lernen beginnen
afkeuren
inspirować
Lernen beginnen
bezielen
pracownik budowlany
Lernen beginnen
de bouwvakker
para ślubna
Lernen beginnen
het bruidspaar
cel
Lernen beginnen
de doelstelling
fun
Lernen beginnen
de gein
nagle
Lernen beginnen
ineens
lubiący zabawę
Lernen beginnen
ludiek
masywny
Lernen beginnen
massaal
bezwarunkowo
Lernen beginnen
onvoorwaardelijk
przeciwnie
Lernen beginnen
tegendraads
dobrowolnie
Lernen beginnen
vrijwillig
dokładny
Lernen beginnen
exact
rozważać
Lernen beginnen
overwegen
wskazać
Lernen beginnen
aanduiden
wyznaczać
Lernen beginnen
benoemen
zmniejszać
Lernen beginnen
afnemen
przedsiębiorstwo
Lernen beginnen
de onderneming
nierówność
Lernen beginnen
ongelijkheid
przejąć
Lernen beginnen
overnemen
wyjaśniać
Lernen beginnen
verklaren
potknąć się
Lernen beginnen
verstappen
najpierw
Lernen beginnen
aanvankelijk
grzech
Lernen beginnen
de zonde
reżim
Lernen beginnen
het bewind
kompromis
Lernen beginnen
het compromis
jednostka
Lernen beginnen
de eenheid
na równi
Lernen beginnen
gelijkelijk
stopniowo
Lernen beginnen
geleidelijk
złapać, chwycić, wziąć
Lernen beginnen
innemen
bezwzględny
Lernen beginnen
meedogenloos
opressor
Lernen beginnen
de onderdrukker
zakończyć
Lernen beginnen
opzeggen
zawierać
Lernen beginnen
indammen
serdeczny
Lernen beginnen
hartgrondig
nieufność
Lernen beginnen
het wantrouwen
rzucać
Lernen beginnen
werpen
several
Lernen beginnen
meerdere
potrzeba
Lernen beginnen
de nood
zbliżyć się
Lernen beginnen
benaderen
razem
Lernen beginnen
bijeen
dziedziczny
Lernen beginnen
erfelijk
odziedziczyć
Lernen beginnen
erven
w rzeczywistości
Lernen beginnen
feitelijk
zgoda
Lernen beginnen
de instemming
spazmatyczny
Lernen beginnen
krampachtig
bogactwo
Lernen beginnen
de rijkdom
spełnić
Lernen beginnen
vervullen
odbicie
Lernen beginnen
de afspiegeling
stale
Lernen beginnen
alsmaar
malownicza wioska
Lernen beginnen
het schilderachtige dorpje
farma
Lernen beginnen
de boerderij
zbierać owoce
Lernen beginnen
fruit plukken
świeże powietrze
Lernen beginnen
de frisse lucht
Prywatny teren
Lernen beginnen
Prive terrein
dotykać
Lernen beginnen
aanraken
liefde op eerste gezicht
Lernen beginnen
liefde op eerste gezicht
bliski kontakt
Lernen beginnen
intiem contact
złamać komuś serce
Lernen beginnen
iemands hart breken
nierozerwalny
Lernen beginnen
onafscheidelijk
szaleć za kimś
Lernen beginnen
gek op iemand zijn
pasujący
Lernen beginnen
bij elkaar passen
zerwać z kimś
Lernen beginnen
het uitmaken met iemand
zakochać się w kimś
Lernen beginnen
Verliefd worden op iemand
związek
Lernen beginnen
de liefderelatie
mieć wiele wspólnego
Lernen beginnen
veel delen
dać komuś radę
Lernen beginnen
iemand rad geven
poświęcenie
Lernen beginnen
de overgave
pocieszyć kogoś
Lernen beginnen
iemand trootsen
powierzyć
Lernen beginnen
toevertrouwen
wierny
Lernen beginnen
trouw
rozczarować kogoś
Lernen beginnen
iemand teleurstellen
rozwiązać zadanie
Lernen beginnen
de opdracht oplossen
skończyć szkołę
Lernen beginnen
de school afmaken
egzamin końcowy
Lernen beginnen
de eindexamen
opuścić zajęcia
Lernen beginnen
spijbelen
wychowawca
Lernen beginnen
de studie mentor
wymagający
Lernen beginnen
veeleisend
tolerancyjny
Lernen beginnen
soepel tolerant
surowy, wymagający
Lernen beginnen
streng
doświadczony
Lernen beginnen
ervaren
pełen entuzjazmu
Lernen beginnen
vol enthousiasme
chwalić
Lernen beginnen
prijzen
pochwała
Lernen beginnen
de lof
plany na przyszłość
Lernen beginnen
de toekomstplannen
sprawiedliwy
Lernen beginnen
rechtvaardig
kasować
Lernen beginnen
verwijderen
przekazywać słuchawkę
Lernen beginnen
de hoorn geven

Siehe ähnliche Fiche:

Geography terms in Dutch

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.