A2.4.

 0    161 Datenblatt    lewanna5
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
aantrekken
Lernen beginnen
zakładać
geloven
Lernen beginnen
uwierzyć
vragen
Lernen beginnen
zapytać
vandaag
Lernen beginnen
dzisiaj
naast
Lernen beginnen
następny
aanwijzen
Lernen beginnen
wskazać
de baas
Lernen beginnen
szef
beantwoorden
Lernen beginnen
odpowiedź
het beroep
Lernen beginnen
zawód
beschrijven
Lernen beginnen
opisać
de klant
Lernen beginnen
klient
nergens
Lernen beginnen
nigdzie
oplossen
Lernen beginnen
rozwiązać
opstaan
Lernen beginnen
wstać z łóżka
uitzoeken
Lernen beginnen
wybrać
de vergadering
Lernen beginnen
spotkanie
wakker
Lernen beginnen
obudzony
de werkdag
Lernen beginnen
dzień roboczy
direct
Lernen beginnen
od razu
geweldig
Lernen beginnen
świetnie
de moeite
Lernen beginnen
fatyga
niks
Lernen beginnen
nic
het niveau
Lernen beginnen
poziom
de opleiding
Lernen beginnen
szkolenie
de schrijver
Lernen beginnen
pisarz
de stem
Lernen beginnen
głos
de studie
Lernen beginnen
studium
het systeem
Lernen beginnen
system
de veiligheid
Lernen beginnen
bezpieczeństwo
verkeerd
Lernen beginnen
źle
zeker
Lernen beginnen
na pewno
zullen
Lernen beginnen
wola
de betekenis
Lernen beginnen
znaczenie
het examen
Lernen beginnen
egzamin
de onderwerp
Lernen beginnen
temat
het stappenplan
Lernen beginnen
plan działania
het bakje
Lernen beginnen
miska
de borstel
Lernen beginnen
szczotka
het doekje
Lernen beginnen
szmatka
de fles
Lernen beginnen
butelka
knippen
Lernen beginnen
cięcie
de nagel
Lernen beginnen
paznokieć
perfect
Lernen beginnen
doskonały
plassen
Lernen beginnen
siusiać
het product
Lernen beginnen
produkt
de schaar
Lernen beginnen
nożyczki
scherp
Lernen beginnen
ostro
stevig
Lernen beginnen
solidnie
voelen
Lernen beginnen
czuć
zacht
Lernen beginnen
delikatnie
aanbieden
Lernen beginnen
oferta
anderhalf
Lernen beginnen
półtora
beloven
Lernen beginnen
obietnica
de bestelling
Lernen beginnen
zamówienie
(nog) eens
Lernen beginnen
(jeszcze) ponownie
het excuus
Lernen beginnen
wymówka
gauw
Lernen beginnen
wkrótce
geleden
Lernen beginnen
temu
de klant
Lernen beginnen
klient
de klacht
Lernen beginnen
Reklamacja
ondertiteling
Lernen beginnen
napisy
anders
Lernen beginnen
inaczej
de korting
Lernen beginnen
Zniżka
leveren
Lernen beginnen
Dostawa
onmiddellijk
Lernen beginnen
natychmiast
reageren
Lernen beginnen
zareagować
tevreden
Lernen beginnen
zadowolony
zich aanmelden
Lernen beginnen
zalogować się
zich afmelden
Lernen beginnen
wylogować się
bezig zijn
Lernen beginnen
być zajętym
duwen
Lernen beginnen
naciskać
het einde
Lernen beginnen
koniec
juist
Lernen beginnen
prawidłowo
de kluis
Lernen beginnen
sejf
de la
Lernen beginnen
szuflada
leeg
Lernen beginnen
pusty
sluiten
Lernen beginnen
zamknąć
tellen
Lernen beginnen
liczyć
de uitleg
Lernen beginnen
Wyjaśnienie
vallen
Lernen beginnen
spadek
vanzelf
Lernen beginnen
samoistnie
vol
Lernen beginnen
wypełnione
mij
Lernen beginnen
mnie
jou/u
Lernen beginnen
ciebie/państwa
hem
Lernen beginnen
mu
haar
Lernen beginnen
ons
Lernen beginnen
nas
jullie
Lernen beginnen
wy/was
hen
Lernen beginnen
im
hij
Lernen beginnen
on/to
zij
Lernen beginnen
ona/oni
durven
Lernen beginnen
odważyć się
ik ben het er (niet) mee eens
Lernen beginnen
(nie) zgadzam się
klagen
Lernen beginnen
skarżyć się
overdag
Lernen beginnen
w ciągu dnia
het overleg
Lernen beginnen
konsultacje
raar
Lernen beginnen
dziwny
de ruzie
Lernen beginnen
kłótnia
schreeuwen
Lernen beginnen
krzyk
verdergaan
Lernen beginnen
kontynuować
voorstellen
Lernen beginnen
zaproponować
liever
Lernen beginnen
raczej
je hoeft niet
Lernen beginnen
nie musisz
hoeft niet
Lernen beginnen
nie potrzeba
juist
Lernen beginnen
prawo
echt meteen
Lernen beginnen
naprawdę od razu
bepaalt
Lernen beginnen
określa
wijs het
Lernen beginnen
wskaż to
vandaag
Lernen beginnen
dzisiaj
bijna
Lernen beginnen
prawie
naast
Lernen beginnen
następny
uitstekend
Lernen beginnen
doskonały
thuis
Lernen beginnen
u siebie w domu
kleinkinderen
Lernen beginnen
wnuki
bushalte
Lernen beginnen
przystanek autobusowy
dochter
Lernen beginnen
córka
zoon
Lernen beginnen
syn
aantrekken
Lernen beginnen
wkładać
uitzoeken
Lernen beginnen
dowiedzieć się,
aanwijzen
Lernen beginnen
wskazać
aangeven
Lernen beginnen
wskazać
aankleden
Lernen beginnen
ubrać
aandoen
Lernen beginnen
zrobić
aankijken
Lernen beginnen
Spójrz na
aanmelden
Lernen beginnen
zapisać się
aankomen
Lernen beginnen
przyjazd
achtergaan
Lernen beginnen
wrócić
achterhouden
Lernen beginnen
powstrzymaj się
achterlaten
Lernen beginnen
opuszczać
aflopen
Lernen beginnen
wygasać
afstuderen
Lernen beginnen
absolwent
afmaken
Lernen beginnen
wykończenie
afbakenen
Lernen beginnen
wytyczać granice
afgrenzen
Lernen beginnen
zdefiniuj
bijbetalen
Lernen beginnen
dodatkowa płatność
bijboeken
Lernen beginnen
zarezerwować
bijzetten
Lernen beginnen
przyczynić się
binnenkomen
Lernen beginnen
wpisać
binnengaan
Lernen beginnen
wpisać
binnenbrengen
Lernen beginnen
przynieść
binnenroepen
Lernen beginnen
zadzwoń
buitenzetten
Lernen beginnen
na zewnątrz
buitenwerpen
Lernen beginnen
na zewnątrz
doorzoeken
Lernen beginnen
poszukiwanie
doorsnijden
Lernen beginnen
przeciąć
doorwerken
Lernen beginnen
pracować
doordrinken
Lernen beginnen
pić
doorroken
Lernen beginnen
przebić się
doorstrepen
Lernen beginnen
przekreślenie
doordringen
Lernen beginnen
przenikać
inademen
Lernen beginnen
wdychać
inbreken
Lernen beginnen
złamać
ingooien
Lernen beginnen
wrzucić
langslopen
Lernen beginnen
przejść obok
langsfietsen
Lernen beginnen
przejechać rowerem
langsgaan
Lernen beginnen
przejść wzdłuż
meegaan
Lernen beginnen
iść razem
meebrengen
Lernen beginnen
przynieść razem
meedoen
Lernen beginnen
uczestniczyć
meedansen
Lernen beginnen
tańczyć razem
meespelen
Lernen beginnen
grać razem

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.