→ A2_WYRAŻENIA 1 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
(Wysokie góry) nie są dla mnie Lernen beginnen		(De hoge bergen) zijn niets voor mij
Nie znam się (na kawie) Lernen beginnen		Ik heb geen verstand van (koffie)
zależy od (dania) Lernen beginnen		het hangt van (de maaltijd) af
Nie lubię (azji) Lernen beginnen		Ik hou niet van (Azië)
jak na polskie warunki Lernen beginnen		voor Poolse begrippen
nie potrafię wymienić jednej (np. wybrać jednej opcji) Lernen beginnen		Ik kan geen één noemen
Hotel jest zupełnie inny niż namiot Lernen beginnen		Een hotel is veel anders dan een tent
po prawej po prawej stronie rysunku Lernen beginnen		aan / op de rechterkant (rechterhand) aan de rechterkant van de tekening
po lewej po lewej stronie rysunku Lernen beginnen		aan / op de linkerkant (linkerhand) aan de linkerkant van de tekening
na prawo skręć w prawo Lernen beginnen		rechtsaf ga rechtsaf
na lewo skręć w lewo Lernen beginnen		linksaf ga linksaf
czy to się nazywa ("rowerzysta")? Lernen beginnen		heet dit ("fietser")?
pośrodku Lernen beginnen		in de midden
na smyczy (o psie) Lernen beginnen		aangelijnd (over een hond) / aan de lijn
u mnie w domu Lernen beginnen		bij mij thuis
Może później pójdę sie przejść / przespacerować Lernen beginnen		Ik ga misschien later rondlopen/wandelen
Jak tam z twoją pracą? Lernen beginnen		Hoe gaat het met je werk/Hoe is het met je werk? Hoe zit het met jouw werk?
żaden z dwóch Lernen beginnen		geen van beide
nie wiem, co to znaczy Lernen beginnen		Ik weet niet wat het betekend
jestem zazdrosny o... Lernen beginnen		Ik ben jaloers op...
Zawsze unikam... Lernen beginnen		Ik vermijd altijd...
Nigdy nie chcę... Lernen beginnen		Ik wil nooit meer...
Najbardziej żałuję... Lernen beginnen		Ik heb de meeste spijt van...
Złości mnie to, że... Lernen beginnen		Het maakt me boos dat/als...
Zawsze bawi mnie... Lernen beginnen		Ik moet altijd lachen om...
W ogóle nie rozumiem jak... Lernen beginnen		Ik begrijp helemaal niet hoe...
Najbardziej boję sie... Lernen beginnen		Ik ben het meest bang voor...
Mam duży talent do... Lernen beginnen		Ik heb veel talent voor...
Najelpiej mogę się odprężyć gdy... Lernen beginnen		Ik kan me het best ontspannen als/wanneer
Chciałbym porozmawiać z... Lernen beginnen		Ik zou graag met ... willen spreken
Chciałbym spotkać się z... Lernen beginnen		Ik zou graag ... willen ontmoeten
Moim planem/celem na 2024 jest... Lernen beginnen		Mijn plan/doel voor 2024 is...
uparty jak osioł (dosł. muł) Lernen beginnen		zo koppig als een ezel
To nie jest jedyny powód Lernen beginnen		Dit is niet de enige reden
Mam nadzieję, że... Lernen beginnen		Ik hoop dat...
Idziemy na lunch Lernen beginnen		We gaan lunchen
na przykład Lernen beginnen		bijvoorbeeld
lekcja wydaje się być nudna Lernen beginnen		De les lijkt saai te zijn
Wydaje się jak gdyby ona się nudziła Lernen beginnen		Het lijkt alsof zij zich verveelt
Ona się nudzi Lernen beginnen		Ze verveelt zich
rozwiązać problem Lernen beginnen		het probleem oplossen
znaleźć rozwiązanie Lernen beginnen		oplossing vinden
radzic sobie z czymś Lernen beginnen		met iets omgaan
i po sprawie i gotowe, i to by było na tyle Lernen beginnen		klaar is kees
poza tym, z resztą Lernen beginnen		voor de rest
nie bez powodu Nie bez powodu tak uważam Lernen beginnen		met een reden
zadają ogólne pytania Lernen beginnen		ze stellen algemene vragen
nie wiedzą dużo o sobie Lernen beginnen		ze weten niet veel over elkaar
wiesz co mam na myśli? Lernen beginnen		Weet je wat ik bedoel?
tak czy siak Lernen beginnen		sowieso
zajmujemy się... Lernen beginnen		Wij houden ons bezig met
jakie jest twoje wrażenie? Lernen beginnen		Wat is je indruk?
ani... ani... Lernen beginnen		noch noch...
Jaka jest intencja? O co chodzi? Lernen beginnen		Wat is de bedoeling?

A2_WYRAŻENIA 1

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr