Anna is ziek

 0    18 Datenblatt    thejoanaka
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Jestem gorący.
Jest mi ciepło.
Lernen beginnen
Ik heb het warm.
kolano
Chodź na kolana.
Lernen beginnen
schoot
Kom op schoot.
wystawać
Wystaw język.
Lernen beginnen
steek uit
Steek je tong uit.
nieładnie
Wystawianie języka jest nieładne.
Lernen beginnen
flink
Je tong uitstelen is niet flink.
jednak
Ale jednak to robi.
Lernen beginnen
toch
Maar ze doet het toch.
pchać-ciągnąć
Lernen beginnen
duwen-trekken
popycha
Patyczkiem popycha doktor język Anny w dół.
Lernen beginnen
duwt
Met een stokje duwt de dokter Anna's tong naar beneden.
w ten sposób
W ten sposób może popatrzeć w tył jej gardła.
Lernen beginnen
zo
Zo kan hij tot achter in haar keel kijken.
chwilowo, chwilka
Doktor dotyka też przez chwilkę gardła Anny.
Lernen beginnen
eventjes
De dokter voelt ook eventjes aan de keel van Anna.
łaskocze
Lampka trochę gilgocze.
Lernen beginnen
kietelt
Het lampje kietelt enn beetje.
ściąga
Mama ściąga Annie jej bluzkę.
Lernen beginnen
trekt uit
Mama trekt Anna haar truitje uit.
plamki
Brzuch Anny jest pełen czerwonych plamek.
Lernen beginnen
flekken
Anna's buik staat vol met rode flekken.
pęcherze
Ale te czerwone pęcherzyki na twoim brzuchu, to jest ospa.
Lernen beginnen
blaasjes
Maar die rode blaasjes op je buik, dat zijn waterpokken.
dojdzie
Dojdzie jeszcze więcej pęcherzyków.
Lernen beginnen
bijkomen
Er zullen nog veel blaasjes bijkomen.
drapać
Nie możesz drapać tych pęcherzyków.
Lernen beginnen
krabben
Je mag niet aan de blaasjes krabben.
swędzący, swędzą
Nawet jeśli swędzą.
Lernen beginnen
jeuken
Ook niet als ze jeuken.
smaruje, kropkuje
Mama smaruje plamki.
Lernen beginnen
stipt aan
Mama stipt de vlekjes aan.
rękodzieło, wyroby artystyczne
W szafce plastycznej leżą okrągłe naklejki.
Lernen beginnen
knutsel
In de knutselkast liggen ronde stickertjes.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.