→ B1 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
hekel Lernen beginnen		nie lubić
kroeg Lernen beginnen		pub
besteden aan Lernen beginnen		wydać na
het gedrag Lernen beginnen		zachowanie
besteden Lernen beginnen		spędzać
behoefte Lernen beginnen		potrzeba
opvallend Lernen beginnen		niezwykły
de mens Lernen beginnen		człowiek, osoba
pretpark Lernen beginnen		Park rozrywki
tweetallen Lernen beginnen		pary
noteer Lernen beginnen		zanotować
levend Lernen beginnen		żyjący
hoe ver Lernen beginnen		jak daleko
voorziet Lernen beginnen		spełniać
menen Lernen beginnen		sądzić coś
de reiziger Lernen beginnen		podróżnik
ingreep Lernen beginnen		reagować
wegens Lernen beginnen		ponieważ
verschijnen Lernen beginnen		pojawiać się
de mededeling Lernen beginnen		ogłoszenie
knooppunt Lernen beginnen		korek
opnemen Lernen beginnen		zabierać, nagrywać
verzwakt Lernen beginnen		osłabiony
overleven Lernen beginnen		przetrwać
de houthakker Lernen beginnen		drwal
het speelgoed Lernen beginnen		zabawki
bierbrouwer Lernen beginnen		piwowar
waarbij Lernen beginnen		w którym
gekoppeld Lernen beginnen		połączony
indrukken Lernen beginnen		wrażenia
beleven Lernen beginnen		doświadczenie
stuntman Lernen beginnen		kaskader
liggen mij niet zo Lernen beginnen		nie pasuje do mnie
uitdrukkingen Lernen beginnen		wyrażenia
raden Lernen beginnen		zgadywać
meelopen Lernen beginnen		naśladować
gedreven Lernen beginnen		ambitny
althans Lernen beginnen		przynajmniej
warenhuis Lernen beginnen		Dom handlowy
uiterlijk Lernen beginnen		wygląd
ik heb behoefte aan Lernen beginnen		potrzebuję
verbeteren Lernen beginnen		poprawiać
voorzien in aan behoefte Lernen beginnen		zaspokoić potrzebę
komend jaar Lernen beginnen		nadchodzący rok
drijft Lernen beginnen		co napedza
ik merk nu Lernen beginnen		teraz zauważam
waarop Lernen beginnen		na którym
boswachter Lernen beginnen		leśniczy
hieronder Lernen beginnen		Poniżej
warenhuis Lernen beginnen		Dom handlowy
bijdragen Lernen beginnen		przyczynić się
liggen mij niet zo Lernen beginnen		nie pasuje mi
ik merk nu Lernen beginnen		teraz zauważam
beroemd Lernen beginnen		sławny
doorbrengen Lernen beginnen		Spędzanie czasu
stijgen Lernen beginnen		wzrost
vrijwel Lernen beginnen		prawie
blijken Lernen beginnen		okazać się
bestaan Lernen beginnen		istnieć
zowel Lernen beginnen		obie
omzet Lernen beginnen		dochód
navraag Lernen beginnen		zapytanie
bestemming Lernen beginnen		Miejsce docelowe
toenemen Lernen beginnen		zwiększać
vergelijken Lernen beginnen		porównywać
voorspeld Lernen beginnen		przewidywane
weerbericht Lernen beginnen		Prognoza pogody
wandeltocht Lernen beginnen		piesza wycieczka
onvergetelijke Lernen beginnen		niezapomniany
onmisbaar Lernen beginnen		niezbędny
efficient Lernen beginnen		wydajny
onafhankelijk Lernen beginnen		niezależny
bijgaande Lernen beginnen		przywiązany
onverwachte Lernen beginnen		niespodziewany
Voortaan Lernen beginnen		Od teraz
belevenis Lernen beginnen		doświadczenie
sfeer proven Lernen beginnen		atmosfera np w pracy
fraaie Lernen beginnen		piękny
Uitrusting Lernen beginnen		Ekwipunek
uitdagend Lernen beginnen		wyzywający
abonnee Lernen beginnen		abonent
hemelbed Lernen beginnen		łóżko z baldachimem
stapelbed Lernen beginnen		łóżko piętrowe
bezitters Lernen beginnen		właściciele
bosrijke Lernen beginnen		lesisty teren
overbodige Lernen beginnen		niepotrzebne
thematochten Lernen beginnen		wycieczki tematyczne
ontvangen Lernen beginnen		otrzymywać
vergadering Lernen beginnen		spotkanie
jonkvrouw Lernen beginnen		panienka
de kenmerken Lernen beginnen		znak rozpoznawczy
kleinschaligheid Lernen beginnen		mała skala
verspreid Lernen beginnen		rozproszony
aangeboden Lernen beginnen		oferta
gewoonte Lernen beginnen		zwyczaj
deelnemen Lernen beginnen		dołączyć
verdraagzaamheid Lernen beginnen		tolerować
behulpzaam Lernen beginnen		pomocny
afhankelijk Lernen beginnen		zależny
platteland Lernen beginnen		wieś
omgeving Lernen beginnen		okolica
beoordelen Lernen beginnen		osądzać
stapel Lernen beginnen		stos
hoewel Lernen beginnen		chociaż
nuttig Lernen beginnen		przydatny
stiltecoupe Lernen beginnen		sekcja ciszy
een compartiment Lernen beginnen		przedział
wieltjes Lernen beginnen		koła
eenlingen Lernen beginnen		samotnicy
zakenmensen Lernen beginnen		biznesmeni
ambtenaren Lernen beginnen		urzędnicy państwowi
avondspits Lernen beginnen		wieczorne godziny szczytu
besmettelijk Lernen beginnen		zakaźny
enorm Lernen beginnen		olbrzymi
boosheid Lernen beginnen		gniew
ergenis Lernen beginnen		kłopot
verdwijnt Lernen beginnen		znika
inmiddels Lernen beginnen		W międzyczasie
ontwikkeld Lernen beginnen		rozwinięty
behoorlijk Lernen beginnen		raczej
hardop Lernen beginnen		głośno
opmerkingen Lernen beginnen		komentarze
alsof Lernen beginnen		udawać
eerst buig Lernen beginnen		schylić sie
schrikken Lernen beginnen		przestraszyć
zeikerd Lernen beginnen		jęczeć
flauw Lernen beginnen		nijakie
uitzondering Lernen beginnen		wyjątek
onbewust Lernen beginnen		bezwiednie
fluisteren Lernen beginnen		szeptać
vervolg Lernen beginnen		kontynuacja
koppen dicht Lernen beginnen		Zamknij się
hoe dan ook Lernen beginnen		tak czy siak
nou en? Lernen beginnen		Więc co?
achter de rug hebben Lernen beginnen		zostawić za sobą
met vallen en opstaan Lernen beginnen		metodą prób i błędów
Dat heeft geen zin Lernen beginnen		To nie ma sensu
kweek Lernen beginnen		kultura
olifantenhuid Lernen beginnen		grubo skórny
wees direct Lernen beginnen		Bądź bezpośredni
prettige houding Lernen beginnen		miła postawa
houding letten Lernen beginnen		zwróć uwagę na postawę
regenpak Lernen beginnen		kombinezon przeciwdeszczowy
gewend Lernen beginnen		przyzwyczajony
grijpen Lernen beginnen		chwytać
teleurgesteld Lernen beginnen		rozczarowany
gekletst Lernen beginnen		podobno
onderhandelen Lernen beginnen		negocjować
prepositie Lernen beginnen		przyimek
overstroming Lernen beginnen		powódź
oneerlijk Lernen beginnen		niesprawiedliwy
stofzuiger Lernen beginnen		odkurzacz
stofzuigen Lernen beginnen		odkurzać
stof Lernen beginnen		kurz
veeg de vloer Lernen beginnen		wycierać podłogę
emmer Lernen beginnen		wiadro
bezem Lernen beginnen		miotła
vloeistof Lernen beginnen		płyn
stoffer Lernen beginnen		szufelka
dweilen Lernen beginnen		wycierać
prullenbak Lernen beginnen		kosz na śmieci
borstel Lernen beginnen		szczotka
afwasmiddel Lernen beginnen		detergent
vuilniszak Lernen beginnen		worek na śmieci
rubberen handschoenen Lernen beginnen		gumowe rękawiczki
gevoelens Lernen beginnen		uczucia
voel ik me gejaagd Lernen beginnen		czuję się pospieszany
valkuilen Lernen beginnen		pułapki
diep ontroerd raken Lernen beginnen		być głęboko poruszonym
meteloos Lernen beginnen		bezmiernie
mededaardoor Lernen beginnen		częściowo ponieważ
creeer Lernen beginnen		Stwórz
gebeurtenissen Lernen beginnen		wydarzenia
overbelast Lernen beginnen		przeciążony
pikken veel informaties op Lernen beginnen		zebrać dużo informacji
uw zintuigen Lernen beginnen		twoje zmysły
om u heen Lernen beginnen		wokół ciebie
robuust Lernen beginnen		krzepki
zenuwstelsel Lernen beginnen		system nerwowy
nauwelijks Lernen beginnen		ledwo
helemaal niet vanzelfsprekend Lernen beginnen		wcale nieoczywiste
roddels Lernen beginnen		plotki
boodschap Lernen beginnen		wiadomość
wat zou je doen? Lernen beginnen		co byś zrobił?
neerslachtig Lernen beginnen		przygnębiony
vreugde Lernen beginnen		radość
in feite Lernen beginnen		w rzeczywistości
gestorven Lernen beginnen		zmarły
het zal meevallen Lernen beginnen		będzie dobrze
meevoelen Lernen beginnen		współczuć
geruststellen Lernen beginnen		pocieszyć
kop op! Lernen beginnen		glowa do góry
het verband Lernen beginnen		połączenie
de wetenschappens Lernen beginnen		naukowcy
enkel Lernen beginnen		jedyny
geheel Lernen beginnen		cały
aantrekken Lernen beginnen		przyciągać
ansting Lernen beginnen		niespokojny
andersom Lernen beginnen		przeciwieństwo
zeldzame Lernen beginnen		rzadki
hooguit Lernen beginnen		najbardziej
somber Lernen beginnen		ponury
verschijnen Lernen beginnen		pojawiać się
trouwens Lernen beginnen		poza tym, zresztą
omgekeerde Lernen beginnen		odwrócić
versgemaaid Lernen beginnen		Świeżo zrobione
gezelschap Lernen beginnen		spółka
languit Lernen beginnen		rozciągnięty
opgepimp Lernen beginnen		podrasowany
dreigen Lernen beginnen		grozić
maatregelen Lernen beginnen		reguły i
vaardigheden Lernen beginnen		kontakty społeczne
nadruk Lernen beginnen		skupienie
tegenslagen Lernen beginnen		komplikacje
vermoedelijk Lernen beginnen		prawdopodobnie
nadrukkelijk Lernen beginnen		dobitnie
opbouw Lernen beginnen		tworzyć
uiteindelijk Lernen beginnen		ostateczny, ostatecznie
decennia Lernen beginnen		dekada
Gericht Lernen beginnen		skoncentrowany
uitdaging Lernen beginnen		wyzwanie
ondersteunen Lernen beginnen		wsparcie
ontspannen Lernen beginnen		swobodny, codzienny
bperking Lernen beginnen		ograniczenie
bepalen Lernen beginnen		ustalić
toepassen Lernen beginnen		dopasować
achterstand Lernen beginnen		zaległości w pracy
voorkeur Lernen beginnen		pierwszeństwo
spijbelen Lernen beginnen		opuścić zajęcia
belemmeren Lernen beginnen		utrudniać
bepalen Lernen beginnen		ustalić
de beperking Lernen beginnen		ograniczenie
het collegegeld Lernen beginnen		czesne
dreigen Lernen beginnen		grozić
de factor Lernen beginnen		czynnik
Gericht zijn Lernen beginnen		być skupionym
minstens Lernen beginnen		przynajmniej
de nadruk Lernen beginnen		nacisk
nadrukkelijk Lernen beginnen		dobitnie
het onderhoud Lernen beginnen		utrzymanie
ondersteunen Lernen beginnen		wsparcie
Opbouwen Lernen beginnen		Tworzyć
richten op (zich) Lernen beginnen		skupić się na (sobie)
de tegenslag Lernen beginnen		niepowodzenie
uiteindelijk Lernen beginnen		ostateczny, ostatecznie
de vaardigheid Lernen beginnen		umiejętność
het vak Lernen beginnen		przedmiot szkolny
verkeren Lernen beginnen		jest źle
voorkomen Lernen beginnen		zapobiegać
afmaken Lernen beginnen		kończyć (dokończyć)
neerleggen Lernen beginnen		odłożyć
opgeven Lernen beginnen		poddawać się
ophouden Lernen beginnen		zatrzymać
plaatsvinden Lernen beginnen		odbywać się
tegenvallen Lernen beginnen		zawieść
toepassen Lernen beginnen		aplikować
uitvoeren Lernen beginnen		wykonywać
de achterstand Lernen beginnen		zaległości
de binding Lernen beginnen		więź
bovendien Lernen beginnen		co więcej
degene Lernen beginnen		ten, który
het gebrek Lernen beginnen		brak
handhaven Lernen beginnen		utrzymać
kortom Lernen beginnen		w skrócie
het leger Lernen beginnen		wojsko
het middel Lernen beginnen		zasób
ondanks Lernen beginnen		pomimo
de orde Lernen beginnen		porządek
ouderwets Lernen beginnen		staroświecki
pesten Lernen beginnen		znęcanie się
spijbelen Lernen beginnen		opuścić zajęcia
de tegenstander Lernen beginnen		przeciwnik
uiteraard Lernen beginnen		oczywiście
vanwege Lernen beginnen		z powodu, z uwagi na
vernederend Lernen beginnen		poniżający
zich veroorloven Lernen beginnen		pozwolić sobie
bezuinigen Lernen beginnen		oszczędzać
het ministerie Lernen beginnen		Ministerstwo
de regering Lernen beginnen		rząd
traag Lernen beginnen		powolny
de vakbond Lernen beginnen		Unia
de voorzitter Lernen beginnen		przewodniczący
de voorzitter Lernen beginnen		przewodniczący
gelden Lernen beginnen		zastosować
lijden Lernen beginnen		cierpieć
opsteken Lernen beginnen		zapalić
schieten Lernen beginnen		strzelać
stelen Lernen beginnen		kraść
vechten Lernen beginnen		bić, walczyć
vergelijken Lernen beginnen		porównywać
afblijven Lernen beginnen		ręce przy sobie
afmaken Lernen beginnen		kończyć (dokończyć)

b1

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr