De arbeidswereld

 0    65 Datenblatt    maciejtarczon
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
kucharz/kucharka
Lernen beginnen
de kok/ de kokkin
nauczyciel/nauczycielka
Lernen beginnen
de leraar/de lerares
pianista/pianistka
Lernen beginnen
de pianist/ de pianiste
pisarz - pisarka
Lernen beginnen
de schrijver -de schrijvester
aktor, aktorka
Lernen beginnen
de acteur, de actrice
masażysta, masażystka
Lernen beginnen
de masseur, de masseuse
sprzedawca, sprzedawczyni warzyw
Lernen beginnen
de groenteman, de groentevrouw
lider, kierownik
Lernen beginnen
de leindinggevende
sprzątaczka
Lernen beginnen
de schoonmaakster
sprzedawczyni
Lernen beginnen
de verkopster
Mechanik
Lernen beginnen
de monteur
fotograf
Lernen beginnen
de fotograaf
taksówkarz/taksówkarka
Lernen beginnen
de taxichauffeur / taxichauffeurse
elektryk
Lernen beginnen
de elektricien
rolnik
Lernen beginnen
de boer
malarz pokojowy
Lernen beginnen
de indoor schilder
hydraulik
Lernen beginnen
de loodgieter
informatyk
Lernen beginnen
computer specialist/ de informaticus
dyrektor szkoły
Lernen beginnen
school direecteur
pracownik sezonowy
Lernen beginnen
de seizoenarbeider
pielęgniarz
Lernen beginnen
de verpleger
szpital
Karetka zabrała ich do szpitala.
Lernen beginnen
het ziekenhuis
De ambulance heeft hen naar een ziekenhuis gebracht.
wyczerpany, zmęczony
Lernen beginnen
uitputtend
pracować na zmiany
Lernen beginnen
in ploegendienst werken
dzienna zmiana
Lernen beginnen
de dagendienst/ de dagploeg
nocna zmiana
Lernen beginnen
de nachtdienst/ de nachtploeg
ponadto, poza tym
Lernen beginnen
bovendien, anders
zarabiać
Ile chciałabyś zarabiać?
Lernen beginnen
verdienen
Hoeveel wou je verdienen?
pacjent
Lernen beginnen
de patiënt
poważny
Lernen beginnen
ernstig
uśmiechać się
Powinieneś się więcej uśmiechać.
Lernen beginnen
glimlachen
Je zou meer glimlachen.
bezrobotny
Lernen beginnen
de werkloze
w obecnych czasach
Lernen beginnen
vandaag de dag
szczęście
Całe swoje życie poszukiwał szczęścia.
Lernen beginnen
het geluk
Heel zijn leven zocht hij het geluk.
praca, posada
Lernen beginnen
de baan
praca na pełny etat (w pełnym wymiarze czasu pracy)
Lernen beginnen
de voltstijde baan (fulltime)
od
Lernen beginnen
sinds
szef
Chciałbym porozmawiać z pańskim szefem.
Lernen beginnen
de baas
Ik wil graag met uw baas praten.
mieć elastyczny czas pracy
Lernen beginnen
hebben flexibele werktijden
znaczyć, oznaczać
Lernen beginnen
betekenen
pracować po godzinach/w nadgodzinach
Lernen beginnen
overwerk / overuren maken
być zajętym
Lernen beginnen
het druk hebben
pracować jako
Lernen beginnen
werken als
dorabiać (mieć dodatkową pracę
Lernen beginnen
bijverdienen
firma
Lernen beginnen
het bedrijf
wypłata pensjaniski
Lernen beginnen
het salaris
nisko
Lernen beginnen
laag
uciążliwy, męczący
Lernen beginnen
vermoeiend, lastig
pilny
Lernen beginnen
urgent, ijverig
dokument
Lernen beginnen
het document
zrywać zbierać,
Lernen beginnen
oppakken,
kierować
Lernen beginnen
besturen
wpisywać dane osobowe
Lernen beginnen
intypen
zbadać
Lernen beginnen
onderzoeken
nauczać, uczyć
Lernen beginnen
onderwijzen, onderwijzen
budować
Zbudowałem dom i zasadziłem drzewo.
Lernen beginnen
bouwen
Ik heb een huis gebouwd en een boom geplant.
opiekować się
Lernen beginnen
verzorgen/ passen op
opiekować się dzeckiem
Lernen beginnen
babbsiteen
budowlaniec
Lernen beginnen
de Bouwvakker
sprzedawca samochodów
Lernen beginnen
autoverkoper
w biurze
Lernen beginnen
op het kantoor
prowadzić samochód, jeździć
Lernen beginnen
auto rijden, rijden
szczególnie, przede wszystkim
Lernen beginnen
bijzonder
męczący
Lernen beginnen
vermoeiend
szukać czegoś/kogoś
Lernen beginnen
op zoek naar iets/iemand

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.