duolingo

 0    991 Datenblatt    shahinmohamadnejad0
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
the orange
Lernen beginnen
De sinaasappel
the fish
Lernen beginnen
de vis
the meat
Lernen beginnen
het vlees
the potato
Lernen beginnen
de aardappel
the tea
Lernen beginnen
de thee
the bread
Lernen beginnen
het brood
the egg
Lernen beginnen
het ei
the fruit
Lernen beginnen
het fruit
the vegetables
Lernen beginnen
de groenten
the tomato
Lernen beginnen
de tomaat
the meal
Lernen beginnen
de maaltijd
the animal
Lernen beginnen
het dier
the cake
Lernen beginnen
de taart
the bird
Lernen beginnen
de vogel
the duck
Lernen beginnen
de eend
the horse
Lernen beginnen
het paard
the rabbit
Lernen beginnen
het konijn
the fish
Lernen beginnen
de vis
the salt
Lernen beginnen
het zout
the sugar
Lernen beginnen
de suiker
they are glasses of wine
Lernen beginnen
het zijn glazen wijn
those are birds
Lernen beginnen
dat zijn vogels
the pig
Lernen beginnen
het varken
the sheep
Lernen beginnen
het schaap
i read and you read too
Lernen beginnen
ik lees en jij leest ook
you are not boys but we do
Lernen beginnen
jullie zijn geen jongens maar wij wel
he does not have a book but you do
Lernen beginnen
hij heeft geen boek maar jij wel
she hears birds
Lernen beginnen
ze hoort vogels
He sees the dog
Lernen beginnen
Hij ziet de hond
he is making lunch
Lernen beginnen
hij maakt midtageten
he is giving
Lernen beginnen
hij geeft
I swim
Lernen beginnen
Ik zwem
we are giving
Lernen beginnen
we geven
we are swimming
Lernen beginnen
wij zwemmen
he is swimming
Lernen beginnen
hij zwemt
i am playing
Lernen beginnen
Ik speel
we play
Lernen beginnen
we spelen
he plays
Lernen beginnen
hij speelt
he writes
Lernen beginnen
hij schrijft
we write
Lernen beginnen
wij schrijven
i sleep
Lernen beginnen
ik slaap
we sleep
Lernen beginnen
we slapen
i am seeing
Lernen beginnen
ik zie
he sees a cat
Lernen beginnen
hij ziet een kat
bad
Lernen beginnen
slecht
difficult
Lernen beginnen
moeilijk
easy
Lernen beginnen
makkelijk
cheap
Lernen beginnen
goedkoop
expensive
Lernen beginnen
duur
heavy
Lernen beginnen
zwaar
cold
Lernen beginnen
koud
strong
Lernen beginnen
sterke
weak
Lernen beginnen
zwak
old
Lernen beginnen
oud
important
Lernen beginnen
belangrijk
slow
Lernen beginnen
traag
empty
Lernen beginnen
leeg
breakfast
Lernen beginnen
ontbijt
light
Lernen beginnen
licht
he sees me
Lernen beginnen
hij ziet mij
we do not see you
Lernen beginnen
we zien jou/je niet
i give them an apple
Lernen beginnen
ik geef hun een appel
that is him
Lernen beginnen
dat is hem
do you see me
Lernen beginnen
Zie je me
he gives me a book
Lernen beginnen
hij geeft me een boek
we have her
Lernen beginnen
we hebben haar
i eat them
Lernen beginnen
ik eet ze/hen
he sees it
Lernen beginnen
hij ziet het
the friut is tasty, because it is fresh
Lernen beginnen
de fruit is lekker, want het is vers
it is cold, so i wear a sweater
Lernen beginnen
het is koud, dus ik draag een trui
i hear you, but i do not see you
Lernen beginnen
ik hoor je, maar ik zie je niet
we are cooking something
Lernen beginnen
we koken iets
he cooks enough
Lernen beginnen
hij kookt genoeg
he eats everything
Lernen beginnen
hij eet alles
Everybody is important
Lernen beginnen
Iedereen is belangrijk
Does anyone know the boy
Lernen beginnen
Kent iemand de jongen
he sees all kinds of interesting animals
Lernen beginnen
hij ziet allerlei interessante dieren
some people do not sleep
Lernen beginnen
sommige mensen slapen niet
he has different names
Lernen beginnen
hij heeft verschillende namen
He is with us or against us
Lernen beginnen
Hij is voor ons of tegen ons
It is my only dress
Lernen beginnen
Het is mijn enige jurk
Each shirt is clean
Lernen beginnen
Elk shirt is schoon
He does not have a single apple
Lernen beginnen
Hij heeft geen enkele appel
Do you want a family
Lernen beginnen
Wil je een gezin
I see your sister
Lernen beginnen
Ik zie je zus
My parent house is small
Lernen beginnen
Het huis van mijn ouders is klein
you might not be cooking
Lernen beginnen
je kookt misschien niet
everbody drinks beer sometimes
Lernen beginnen
iedereen drinkt soms bier
After the soup, they eat rice
Lernen beginnen
Na de soep eten ze rijst
A mouse between the cats
Lernen beginnen
Een muis tussen de katten
He gets pants from me
Lernen beginnen
Hij krijgt broeken van mij
The children play after the breakfast
Lernen beginnen
De kinderen spelen na het ontbijt
It is dark
Lernen beginnen
Het is donker
All of her clothes are colorful
Lernen beginnen
Alle kleren van haar zijn kleurrijk
yellow plates
Lernen beginnen
Gele borden
the dog does not see any colors
Lernen beginnen
de hond ziet geen kleuren
my clothes are orange
Lernen beginnen
mijn kleren zijn oranje
i wear a green coat
Lernen beginnen
ik draag een groene jas
The horses walk through the water
Lernen beginnen
De paarden lopen door het water
The book is about my father
Lernen beginnen
Het boek gaat over mijn vader
He does not have a coat on
Lernen beginnen
Hij heeft geen jas aan
she gives the clothes to her sister
Lernen beginnen
ze geeft de kleren aan haar zus
they are not swimming because of the cold water
Lernen beginnen
ze zwemmen niet vanwege het koude water
he is not going without his cat
Lernen beginnen
hij gaat niet zonder zijn kat
i drink water during the meal
Lernen beginnen
ik drink water tijdens de maaltijd
behind our house
Lernen beginnen
achter ons huis
orange is the new black
Lernen beginnen
Oranje is het nieuwe zwart
he has a few red birds
Lernen beginnen
hij heeft enkele rode vogels
black is a dark color
Lernen beginnen
zwart is een donkere kleur
the rabbit comes out of the hat
Lernen beginnen
het konijn komt uit de hoed
i get breakfast from you
Lernen beginnen
Ik krijg ontbijt van je
What color is the dress?
Lernen beginnen
Welke kleur is de jurk?
he does not want to bike without her mother
Lernen beginnen
hij wil niet fietsen zonder haar moeder
it is raining
Lernen beginnen
het regent
she likes every bird
Lernen beginnen
ze houdt van iedere vogel
i know a lot but not everything
Lernen beginnen
ik weet veel maar niet alles
he is standing next to the yellow house
Lernen beginnen
hij staat naast het gele huis
he tells us good night
Lernen beginnen
hij zegt ons welterusten
she likes the shoes
Lernen beginnen
ze vindt de schoenen leuk
I do not need more food
Lernen beginnen
Ik heb weinig eten notig
In front of
Lernen beginnen
Voor
the animal is searching for water
Lernen beginnen
het dier zoekt water
we stay calm
Lernen beginnen
we blijven rustig
we are not using them
Lernen beginnen
we gebruiken ze niet
he is becoming a father
Lernen beginnen
hij wordt vader
i am buying a new car
Lernen beginnen
ik koop een nieuwe auto
i take more
Lernen beginnen
ik neem meer
i need beer
Lernen beginnen
ik heb bier nodig
he is called sara
Lernen beginnen
hij heet sara
we say that
Lernen beginnen
wij zeggen dat
i think about her
Lernen beginnen
ik denk aan haar
they are standing there
Lernen beginnen
ze staan daar
he is learning English
Lernen beginnen
hij leert Engels
how much is that
Lernen beginnen
hoeveel is dat
they ask difficult questions
Lernen beginnen
ze stellen moeilijke vragen
whose shoe is that
Lernen beginnen
wiens schoen is dat
when is the dinner
Lernen beginnen
wanneer is het avondeten
how do you know her
Lernen beginnen
hoe ken je haar
who are you with
Lernen beginnen
met wie ben je
where is my coat
Lernen beginnen
waar is mijn jas
I am going home before it gets dark
Lernen beginnen
Ik ga naar huis voordat het donker wordt
because/due to the fact
Lernen beginnen
doordat
i am strong because i swim
Lernen beginnen
ik ben sterk doordat ik zwem
we have both red and white wine
Lernen beginnen
we hebben zowel rode als witte wijn
we eat as soon as the soup is cold
Lernen beginnen
we eten zodra de soep koud is
i say my name so that you know who i am
Lernen beginnen
ik zeg mijn naam zodat je weet wie ik ben
she is standing on the table so that everyone sees her
Lernen beginnen
ze staat op de tafel zodat iedereen haar ziet
do you know if it is raining now
Lernen beginnen
weet je of het nu regent?
i bike while he bikes
Lernen beginnen
ik fiets terwijl hij fietst
we eat until our plates are empty
Lernen beginnen
we eten totdat onze borden leeg zijn
i eat even though i am not hungry
Lernen beginnen
ik eet hoewel ik geen honger heb
i take the book unless you need it
Lernen beginnen
ik neem het boek tenzij je het nodig hebt
if it rains then i do not swim
Lernen beginnen
als het regent dan zwem ik niet
we walk more than twenty kilometers
Lernen beginnen
we lopen meer dan twintig kilometer
we have eight apples more
Lernen beginnen
we hebben nog acht appels
the amount of water
Lernen beginnen
de hoeveelheid water
i have only one sock
Lernen beginnen
ik heb maar één sok
not too much and not too little
Lernen beginnen
niet te veel en niet te weinig
the newspapers are in the blue boxes
Lernen beginnen
de kranten zitten in de blauwe dozen
the box is full
Lernen beginnen
de doos zit vol
In the car there are six men
Lernen beginnen
In de auto zitten zes mannen
it is not in the basket
Lernen beginnen
het zit niet in de mand
there are the blankets
Lernen beginnen
daar liggen de dekens
where is your new ball
Lernen beginnen
waar ligt je nieuwe bal
in Amsterdam there are many trees
Lernen beginnen
in Amsterdam staan veel bomen
however his parents still live there
Lernen beginnen
maar zijn ouders wonen daar nog steeds
maybe he is putting something in my shoes
Lernen beginnen
misschien stopt hij iets in mijn schoenen
i have the last books
Lernen beginnen
ik heb de laatste boeken
the second duck
Lernen beginnen
de tweede eend
the farm
Lernen beginnen
de boerderij
the corner
Lernen beginnen
de hoek
somewhere/anywhere
Lernen beginnen
ergens
the prison
Lernen beginnen
de gevangenis
outside
Lernen beginnen
buiten
inside
Lernen beginnen
binnen
the neighbourhood
Lernen beginnen
de buurt
the airport
Lernen beginnen
het vliegveld
Is the water already warm
Lernen beginnen
Is het water al warm
they are still not here
Lernen beginnen
ze zijn hier nog steeds niet
My glass is almost empty
Lernen beginnen
Mijn glas is bijna leeg
He is turning completely red
Lernen beginnen
Hij wordt helemaal rood
I like to play
Lernen beginnen
Ik speel graag
they are going to the park together
Lernen beginnen
ze gaan samen naar het park
She buys not only a dress but also a hat
Lernen beginnen
Ze koopt niet alleen een jurk maar ook een hoed
they would like to have a car
Lernen beginnen
ze willen graag een auto hebben
the book becomes suddenly enjoyable
Lernen beginnen
het boek wordt opeens leuk
finally
Lernen beginnen
eindelijk
do all of you want that
Lernen beginnen
willen jullie dat allemaal
nowhere
Lernen beginnen
nergens
neither fast nor strong
Lernen beginnen
noch snel noch sterk
it is not even cold
Lernen beginnen
het is niet eens koud
not at all
Lernen beginnen
helemaal niet
you get nothing from me
Lernen beginnen
je krijgt niks van mij
never
Lernen beginnen
nooit
i am never buying a horse again
Lernen beginnen
ik koop nooit meer een paard
August usually is a warm month
Lernen beginnen
Augustus is meestal een warme maand
the waiteress
Lernen beginnen
de serveerster
the actress
Lernen beginnen
de actrice
i do not know the name of the town
Lernen beginnen
ik weet de naam van de plaats niet
i am at the office
Lernen beginnen
ik ben op kantoor
the station
Lernen beginnen
het station
the door is looked
Lernen beginnen
de deur zit op slot
the key is still in the lock
Lernen beginnen
de sleutel zit nog in het slot
the thief is stealing a bike
Lernen beginnen
de dief is een fiets aan het stelen
it is in one of the drawers
Lernen beginnen
het zit in een van de laden
there is a cat under the desk
Lernen beginnen
er zit een kat onder het bureau
the cabinet
Lernen beginnen
de kast
the room
Lernen beginnen
de Kamer
the object
Lernen beginnen
het voorwerpen
the bed
Lernen beginnen
het bed
many perfumes do not smell good
Lernen beginnen
veel parfums ruiken niet goed
do you smell the soup yet
Lernen beginnen
ruik je de soep al?
do you like the smell of coffee
Lernen beginnen
hou je van de geur van koffie
he has a very good nose
Lernen beginnen
hij heeft een heel goede neus
it smells good in the park
Lernen beginnen
het ruikt lekker in het park
who is on the phone
Lernen beginnen
wie is er aan de telefoon
He takes care of his body
Lernen beginnen
Hij zorgt voor zijn lichaam
the garbage
Lernen beginnen
het afval
The trash can
Lernen beginnen
De vuilnisbak
the vacuum cleaner
Lernen beginnen
de stofzuiger
i feel if the water is cold
Lernen beginnen
ik voel of het water koud is
you have pretty eyes
Lernen beginnen
je hebt mooie ogen
ugly
Lernen beginnen
lelijk
handsome
Lernen beginnen
knap
the average is not eighty
Lernen beginnen
het gemiddelde is niet tachtig
he counts to hundred
Lernen beginnen
hij telt tot honderd
the sum of six and eight is fourteen
Lernen beginnen
de som van zes en acht is veertien
the curtain
Lernen beginnen
het gordijn
the noise
Lernen beginnen
het lawaai
the leg
Lernen beginnen
het been
the foot
Lernen beginnen
de voet
the ear
Lernen beginnen
het oor
the eye
Lernen beginnen
het oog
the brain
Lernen beginnen
de hersenen
i can not love you
Lernen beginnen
ik kan niet van je houden
he wants to be able to read his book
Lernen beginnen
hij wil zijn boek kunnen lezen
we have to keep listening to him
Lernen beginnen
we moeten naar hem blijven luisteren
we are staying for only fifteen minutes
Lernen beginnen
we blijven maar een kwartier
the tooth
Lernen beginnen
de tand
the nose
Lernen beginnen
de neus
the neck
Lernen beginnen
de nek
the stomach
Lernen beginnen
de buik
the head
Lernen beginnen
het hoofd
the back
Lernen beginnen
de rug
the arm
Lernen beginnen
de arm
the finger
Lernen beginnen
de vinger
the skin
Lernen beginnen
de huid
today is earlier that tomorrow
Lernen beginnen
vandaag is eerder dan morgen
the face
Lernen beginnen
het gezicht
the view
Lernen beginnen
het uitzicht
completely alone
Lernen beginnen
helemaal alleen
i do it myself
Lernen beginnen
ik doe het zelf
the mouth
Lernen beginnen
de mond
the bone
Lernen beginnen
het bot
the throat
Lernen beginnen
de keel
the body
Lernen beginnen
het lichaam
the shoulder
Lernen beginnen
de schouder
the toe
Lernen beginnen
de teen
the flavor
Lernen beginnen
de smaak
he tastes the wine
Lernen beginnen
hij proeft de wijn
he puts everything in his mouth
Lernen beginnen
hij stopt alles in zijn mond
he is not like he seems
Lernen beginnen
hij is niet zoals hij lijkt
he look likes his father
Lernen beginnen
hij lijkt op zijn vader
the bread tastes like old fish
Lernen beginnen
het brood smaakt naar oude vis
the bodypart
Lernen beginnen
het lichaamsdeel
to choose
Lernen beginnen
kiezen
i choose you
Lernen beginnen
Ik kies jou
waiting for
Lernen beginnen
wachten op
to get/obtain
Lernen beginnen
halen/krijgen
the boy gets a doctor
Lernen beginnen
de jongen haalt een dokter
understand
Lernen beginnen
begrijpen
grab something/to take
Lernen beginnen
pakken
you talk too fast
Lernen beginnen
je praat te snel
to show
Lernen beginnen
tonen
i show you
Lernen beginnen
Ik toon u
to change
Lernen beginnen
veranderen
to believe
Lernen beginnen
geloven
i believe you
Lernen beginnen
Ik geloof je
i never forget anything
Lernen beginnen
ik vergeet nooit iets
to push
Lernen beginnen
duwen
to pull
Lernen beginnen
trekken
what is happening?
Lernen beginnen
wat gebeurt er?
the past
Lernen beginnen
het verleden
the future
Lernen beginnen
de toekomst
the age
Lernen beginnen
de leeftijd
the century
Lernen beginnen
de eeuw
the birthday
Lernen beginnen
de verjaardag
i am not talking to you
Lernen beginnen
ik praat niet tegen jou
i take him to the airport
Lernen beginnen
Ik breng hem naar het vliegveld
the sound
Lernen beginnen
het geluid
who will get coffee for us today
Lernen beginnen
wie haalt vandaag koffie voor ons
he keeps hoping
Lernen beginnen
hij blijft hopen
that works by means of sound
Lernen beginnen
dat werkt door middel van geluid
we want to swim despite the cold water
Lernen beginnen
we willen zwemmen ondanks het koude water
except
Lernen beginnen
behalve
according to him it is too late
Lernen beginnen
volgens hem is het te laat
we are still on time thanks to you
Lernen beginnen
dankzij u zijn we nog op tijd
since when do you speak dutch
Lernen beginnen
sinds wanneer spreek je nederlands
from now on
Lernen beginnen
vanaf nu
he sits opposite to me during the meal
Lernen beginnen
hij zit tijdens de maaltijd tegenover me
The farms are around the city
Lernen beginnen
De boerderijen liggen rondom de stad
The village is close to the city
Lernen beginnen
Het dorp ligt dichtbij de stad
i want water instead of wine
Lernen beginnen
ik wil water in plaats van wijn
where are you going?
Lernen beginnen
waar ga je naar toe?
i walk towards you
Lernen beginnen
ik loop naar je toe
i do not like to eat bread
Lernen beginnen
ik eet niet graag brood
he has asked for wine
Lernen beginnen
hij heeft om wijn gevraagd
the marriage can not continue like this
Lernen beginnen
Het huwelijk kan niet zo doorgaan
i do not work on Sundays
Lernen beginnen
ik werk niet op zondag
i have asked him if he loves me
Lernen beginnen
ik heb hem gevraagd of hij van me houdt
in the weekend we can do what we want
Lernen beginnen
in het weekend kunnen we doen wat we willen
we are divorced
Lernen beginnen
we zijn gescheiden
the wedding
Lernen beginnen
de bruiloft
are you married?
Lernen beginnen
ben jij getrouwd?
husband
Lernen beginnen
echtgenoot
cousin
Lernen beginnen
neef/nicht
in what year were you born
Lernen beginnen
in welk jaar ben je geboren
sister-in-law
Lernen beginnen
schoonzus
spring
Lernen beginnen
lente-
the fall
Lernen beginnen
de herfst
the shop
Lernen beginnen
de winkel
sell
Lernen beginnen
verkopen
the butchr shop
Lernen beginnen
de slagerij
you are allowed to walk again starting tomorrow
Lernen beginnen
vanaf morgen mag je weer lopen
i have to buy a lot of groceries today
Lernen beginnen
ik moet vandaag veel boodschappen doen
the bakery around the corner
Lernen beginnen
de bakker om de hoek
to exchange/return
Lernen beginnen
ruilen
he has lent me his car
Lernen beginnen
hij heeft me zijn auto geleend
where do i need to pay
Lernen beginnen
waar moet ik betalen
i want to rent a room
Lernen beginnen
ik wil een kamer huren
the old book worth a lot of money
Lernen beginnen
het oude boek is veel geld waard
discount on everything
Lernen beginnen
korting op alles
it is not worth much anymore
Lernen beginnen
het is niet veel meer waard
a single plate
Lernen beginnen
een enkel bord
he works in the shoe department
Lernen beginnen
hij werkt op de schoenenafdeling
my brother is trying pants on in the fitting room
Lernen beginnen
mijn broer is broeken aan het passen in de paskamer
the bill
Lernen beginnen
de rekening
you need the receipt if you want to return something
Lernen beginnen
je hebt de bon nodig als je iets ruilen
unlike us
Lernen beginnen
in tegenstelling tot ons
I have worked in several clothing stores
Lernen beginnen
Ik heb in verschillende kledingzaken gewerkt
sale
Lernen beginnen
uitverkoopt
why do you not want to hold me
Lernen beginnen
waarom wil je me niet vasthouden?
we can not let everything go of
Lernen beginnen
we kunnen niet alles loslaten
may i join
Lernen beginnen
mag ik meedoen
you stop talking
Lernen beginnen
je houdt met praten op
fall over
Lernen beginnen
omvallen
to think
Lernen beginnen
nadenken
at what time do you have to get up tomorrow
Lernen beginnen
hoe laat moet je morgen opstaan
can you read me something
Lernen beginnen
kun je me iets voorlezen
at what time does the party stop
Lernen beginnen
hoe laat houdt het feest op?
take along
Lernen beginnen
meenemen
i encounter him
Lernen beginnen
ik kom hem tegen
arrive
Lernen beginnen
aankomen
i refuse to put down the book
Lernen beginnen
ik weiger het boek neer te leggen
she studies by reading all books
Lernen beginnen
ze studeert door alle boeken te lezen
there is nothing to see
Lernen beginnen
er is niets te zien
you get warm by running
Lernen beginnen
je wordt warm door te rennen
i find it difficult to talk with people
Lernen beginnen
ik vind het moeilijk om met mensen te praten
write down the words
Lernen beginnen
Schrijf de woorden op
can you place the box here
Lernen beginnen
kun je de doos hier neerzetten
they agree on a location for the party
Lernen beginnen
ze spreken een locatie af voor het feest
who wants to add something
Lernen beginnen
wie wil iets toevoegen
she wants to be able to think quietly
Lernen beginnen
ze wil rustig na kunnen denken
i can explain it
Lernen beginnen
ik kan het uitleggen
i do not know how i should explain it
Lernen beginnen
ik weet niet hoe ik het uit moet leggen
we have picked up our new bed
Lernen beginnen
we hebben ons nieuwe bed opgehaald
nobody is allowed to touch me
Lernen beginnen
niemand mag me aanraken
he is waiting until she returns
Lernen beginnen
hij wacht tot ze terugkeert
why did you return so quickly?
Lernen beginnen
waarom ben je zo snel teruggekeerd?
do you work at the fire department
Lernen beginnen
werk je bij de brandweer
sorry for the damage to your car
Lernen beginnen
sorry voor de schade aan uw auto
we save the animals
Lernen beginnen
we redden de dieren
the hospital
Lernen beginnen
het ziekenhuis
the disaster
Lernen beginnen
de ramp
i am not afraid
Lernen beginnen
ik ben niet bang
i am mad at him
Lernen beginnen
ik ben boos op hem
the feeling
Lernen beginnen
het gevoel
i am proud of you
Lernen beginnen
ik ben trots op je
happy
Lernen beginnen
blij/gelukkig
sad 3
Lernen beginnen
triest/verdrietig/bedroefd
good mood
Lernen beginnen
goed humeur
Shy
Lernen beginnen
Verlegen
cheerful music
Lernen beginnen
vrolijke muziek
you seem a little surprised
Lernen beginnen
je lijkt een beetje verrast
are you sure?
Lernen beginnen
Weet je het zeker?
are you in love with someone?
Lernen beginnen
ben je verliefd op iemand?
you are safe now
Lernen beginnen
je bent nu veilig
the crime
Lernen beginnen
de misdaad
i promise you
Lernen beginnen
Ik beloof jou
the police must protect him
Lernen beginnen
de politie moet hem beschermen
they want to know if you participate
Lernen beginnen
ze willen weten of je meedoet
he says that you should let go of him
Lernen beginnen
hij zegt dat je hem los moet laten
i do not have to say much
Lernen beginnen
ik hoef niet veel te zeggen
he does not dare to swim
Lernen beginnen
hij durft niet te zwemmen
i appear to know a lot
Lernen beginnen
ik blijk veel te weten
she seems to be a good actres
Lernen beginnen
ze blijkt een goede actres te zijn
we do not need to pay
Lernen beginnen
we hoeven niet te betalen
you get one more warning
Lernen beginnen
krijg je nog een waarschuwing
she has borrowed my car without asking
Lernen beginnen
ze heeft zonder te vragen mijn auto geleend
he is crying
Lernen beginnen
hij is aan het huilen
her voice sounds worried
Lernen beginnen
haar stem klinkt bezorgd
she sometimes forgets to lock the door
Lernen beginnen
soms vergeet ze de deur op slot te doen
i want to learn to speak dutch
Lernen beginnen
ik wil leren om nederlands te spreken
we decide to work together
Lernen beginnen
we besluiten samen te werken
he forces you to order food
Lernen beginnen
hij dwingt je om eten te bestellen
she decides to become an actress
Lernen beginnen
ze besluit om actrice te worden
you have to promise to think about me
Lernen beginnen
je moet beloven om aan me te denken
i promise to eat well
Lernen beginnen
ik beloof om goed te eten
the student decides to never drink beer anymore
Lernen beginnen
de student besluit om nooit meer bier te drinken
he is afraid of me
Lernen beginnen
hij is bang voor mij
i do not have to say much
Lernen beginnen
ik hoef niet veel te zeggen
he does not dare to swim
Lernen beginnen
hij durft niet te zwemmen
I am insecure about my eyes
Lernen beginnen
Ik ben onzeker over mijn ogen
we are at the wrong place
Lernen beginnen
we zijn op de verkeerde plaats
that is not scary at all
Lernen beginnen
dat is helemaal niet eng
the poor family does not have anything to eat
Lernen beginnen
de arme familie heeft niets te eten
are you a real cook
Lernen beginnen
ben je een echte kok
stupid question
Lernen beginnen
stomme vraag
i am crazy
Lernen beginnen
ik ben gek
are you ready to start
Lernen beginnen
ben je klaar om te beginnen
today is a special day
Lernen beginnen
vandaag is een bijzondere dag
it can be complicated to work together
Lernen beginnen
Het kan ingewikkeld zijn om samen te werken
that is sweet of you
Lernen beginnen
dat is lief van je
i think it is an excellent party
Lernen beginnen
ik vind het een geweldig feest
it is a pretty area
Lernen beginnen
het is een mooi gebied
his house is in the valley
Lernen beginnen
zijn huis staat in de vallei
my house is on the hill
Lernen beginnen
mijn huis staat op de heuvel
the bridge
Lernen beginnen
de brug
the border
Lernen beginnen
de grens
is there furniture for sale in the shopping mall
Lernen beginnen
zijn er meubels te koop in het winkelcentrum
the world is scary sometimes
Lernen beginnen
de wereld is soms eng
i want to see the whole world
Lernen beginnen
ik wil de hele wereld zien
Amsterdam is the capital of the Netherlands
Lernen beginnen
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland
my house is north of the city
Lernen beginnen
mijn huis ligt ten noorden van de stad
he lives in the south of england
Lernen beginnen
hij woont in het zuiden van Engeland
she is from the west of country
Lernen beginnen
ze komt uit het westen van het land
where are you from?
Lernen beginnen
Waar kom jij vandaan?
be careful
Lernen beginnen
wees voorzichtig
shut up!
Lernen beginnen
zwijg
let it go
Lernen beginnen
laat het gaan
let's dance
Lernen beginnen
Laten we dansen
sing along with me
Lernen beginnen
zing mee met me
let's go
Lernen beginnen
laten we gaan
what a cute picture
Lernen beginnen
wat een schattige foto
see you next Wednesday
Lernen beginnen
Tot volgende woensdag
who is your favorite actress
Lernen beginnen
wie is je favoriete actrice
to command
Lernen beginnen
bevelen
secret things
Lernen beginnen
geheime dingen
what an amazing feeling
Lernen beginnen
wat een geweldig gevoel
he feels like fruit
Lernen beginnen
hij heeft zin in fruit
do you feel like dancing
Lernen beginnen
heb je zin om te dansen
be aware of/watch out
Lernen beginnen
pas op voor
the desert
Lernen beginnen
de woestijn
the play ground
Lernen beginnen
de speeltuin
that is a pity
Lernen beginnen
dat is jammer
your welcome
Lernen beginnen
graag gedaan
indeed
Lernen beginnen
inderdaad
the river
Lernen beginnen
de rivier
the sea
Lernen beginnen
de zee
the forest
Lernen beginnen
het bos
there are more than ten million living in the country
Lernen beginnen
er wonen meer dan tien miljoen in het land
the lake
Lernen beginnen
het meer
the island
Lernen beginnen
het eiland
do not run
Lernen beginnen
niet rennen
don't smoke near me
Lernen beginnen
rook niet bij mij
don't
Lernen beginnen
niet doen
i wish you the best of luck
Lernen beginnen
ik wens je veel succes
lots of love, mike
Lernen beginnen
veel liefs
be friendly/kind
Lernen beginnen
wees vriendelijk
clever
Lernen beginnen
slim
rich parents
Lernen beginnen
rijke ouders
what does it say on the paper
Lernen beginnen
wat staat er op het papier
for a moment/briefly
Lernen beginnen
even
approximately
Lernen beginnen
ongeveer
really
Lernen beginnen
echt
do you have a moment for me
Lernen beginnen
heb je even voor mij
there are mostly warm clothes here
Lernen beginnen
er zijn vooral warme kleren hier
He works even on the weekends
Lernen beginnen
Hij werkt zelfs in het weekend
I am not crazy, right?
Lernen beginnen
Ik ben toch niet gek?
again
Lernen beginnen
opnieuw/weer
actually
Lernen beginnen
eigenlijk
soon it will be spring
Lernen beginnen
binnenkort is het lente
i am just a poor boy, nobody loves me
Lernen beginnen
ik ben gewoon een arme jongen, niemand houdt van mij
regards from England
Lernen beginnen
groetjes uit Engeland
sincerely yours
Lernen beginnen
Hoogachtend
nice to see you again
Lernen beginnen
fijn om je weer een keer te zien
there are weired noises coming from my room
Lernen beginnen
er komen rare geluiden uit mijn kamer
dangerous
Lernen beginnen
gevaarlijk
he says such weird things
Lernen beginnen
hij zegt zulke rare dingen
such a thing does not work
Lernen beginnen
zoiets werkt niet
it is such a hot day
Lernen beginnen
het is zo'n warme dag
all the water is yours
Lernen beginnen
al het water is van jou
that same boy is now my husband
Lernen beginnen
diezelfde jongen is nu mijn man
he always wears that same suit
Lernen beginnen
hij draagt altijd datzelfde pak
it is not the same
Lernen beginnen
het is niet hetzelfde
where are the other dogs
Lernen beginnen
waar zijn de andere honden
we have almost the same name
Lernen beginnen
we hebben bijna dezelfde naam
after this we are going to bed
Lernen beginnen
hierna gaan we naar bed
what are you doing with that
Lernen beginnen
wat doe je daarmee
what is in there now
Lernen beginnen
wat zit er nu in
there is nothing in it
Lernen beginnen
er zit niets in
i put something in it
Lernen beginnen
ik stop er iets in
for example
Lernen beginnen
bijvoorbeeld
my own room
Lernen beginnen
mijn eigen kamer
easily
Lernen beginnen
gemakkelijk
it is quite expensive
Lernen beginnen
het is behoorlijk duur
he is afraid to fly
Lernen beginnen
hij is bang om te vliegen
unfortunately my vacation is over
Lernen beginnen
helaas is mijn vakantie voorbij
on the left is a bank
Lernen beginnen
links staat een bank
he looks down
Lernen beginnen
hij kijkt omlaag
wait a second
Lernen beginnen
wacht even
good luck with your new job
Lernen beginnen
veel succes met je nieuwe baan
kind regards
Lernen beginnen
met vriendelijke groeten
i sincerely hope that you are happy
Lernen beginnen
ik hoop van harte dat u gelukkig bent
yes that is correct
Lernen beginnen
Ja dat klopt
congratulations
Lernen beginnen
gefeliciteerd
we are finally done
Lernen beginnen
we zijn eindelijk klaar
have fun
Lernen beginnen
veel plezier
happy birthday
Lernen beginnen
gefeliciteerd met je verjaardag
something is not correct here
Lernen beginnen
Er klopt hier iets niet
they want us to look the questions again
Lernen beginnen
ze willen dat we de vragen opnieuw bekijken
by the way, where do you live
Lernen beginnen
waar woon je eigenlijk
they are poor but still happy
Lernen beginnen
ze zijn arm maar toch gelukkig
she likes apples, right?
Lernen beginnen
ze houdt van appels, toch?
probably
Lernen beginnen
waarschijnlijk
fortunately the pilot saved us
Lernen beginnen
gelukkig heeft de piloot ons gered
imediately
Lernen beginnen
onmiddellijk
Amsterdam is close
Lernen beginnen
Amsterdam is dichtbij
her condition is good
Lernen beginnen
haar toestand is goed
the medicine
Lernen beginnen
het geneesmiddel
the right half
Lernen beginnen
de rechterhelft
my left shoe
Lernen beginnen
mijn linkerschoen
go straight
Lernen beginnen
ga rechtdoor
i am not stepping aside for you
Lernen beginnen
ik ga niet opzij voor jou
he turns left at the market
Lernen beginnen
hij slaat linksaf bij de market
can you move a bit to the side
Lernen beginnen
kun je een beetje opzij gaan
turn left
Lernen beginnen
sla linksaf
the bandage has to stay on it
Lernen beginnen
het verband moet erop blijven zitten
the nurse
Lernen beginnen
de verpleegkundige
the doctor has a patient
Lernen beginnen
de arts heeft een patiënt
He points in the wrong directions
Lernen beginnen
Hij wijst in de verkeerde richting
I do not see any arrow
Lernen beginnen
Ik zie geen pijl
follow the arrows to find Amsterdam
Lernen beginnen
volg de pijlen om Amsterdam te vinden
he sleeps on top of my shirt
Lernen beginnen
hij slaapt bovenop mijn shirt
will you come downstairs soon
Lernen beginnen
kom je straks naar beneden
the restaurant is above the hotel
Lernen beginnen
het restaurant is boven het hotel
i am on the top
Lernen beginnen
ik sta bovenaan
two steps forward and one step backwards
Lernen beginnen
twee stappen vooruit en één stap achteruit
do not look down
Lernen beginnen
kijk niet naar beneden
in which direction do I go
Lernen beginnen
in welke richting ga ik
you are going the wrong way
Lernen beginnen
je gaat de verkeerde kant op
which side are you on
Lernen beginnen
aan welke kant sta jij
you must go this way
Lernen beginnen
je moet deze kant op
come into my room
Lernen beginnen
Kom mijn kamer in
give him my regards
Lernen beginnen
doe hem de groeten
the side is nearby
Lernen beginnen
de locatie is dichtbij
are we boring
Lernen beginnen
zijn we saai
i do not know such people
Lernen beginnen
ik ken zulke mensen niet
those houses are more than hundreds years old
Lernen beginnen
die huizen zijn meer dan honderden jaren oud
we are happy because we are learning some dutch
Lernen beginnen
we zijn blij omdat we wat nederlands leren
he is in a bad mood
Lernen beginnen
hij heeft een slecht humeur
it is the third street on the right
Lernen beginnen
het is de derde straat rechts
go left at the tree
Lernen beginnen
ga links bij de boom
a little bit more to the right
Lernen beginnen
nog een klein stukje naar rechts
the house on the left of the park is mine
Lernen beginnen
het huis links naast het park is van mij
the butter
Lernen beginnen
de boter
the oil
Lernen beginnen
de olie
the peanut butter
Lernen beginnen
de pindakaas
i taste the cheese before i pay
Lernen beginnen
ik proef de kaas voordat ik betaal
the pancake
Lernen beginnen
de pannenkoek
the pastry
Lernen beginnen
Het gebakje
the candy
Lernen beginnen
het snoep
the cookie
Lernen beginnen
het koekje
he puts whipped cream on his cake
Lernen beginnen
hij doet slagroom op zijn taart
move aside
Lernen beginnen
opzij
from left to right
Lernen beginnen
van links naar rechts
i would like to go out of the city
Lernen beginnen
ik wil graag de stad uit
a sweet apple
Lernen beginnen
een zoete appel
spicy
Lernen beginnen
pittig
sour
Lernen beginnen
zuur
the grape
Lernen beginnen
de druif
this food is too salty
Lernen beginnen
dit eten is te zout
I have only four toes on my right foot
Lernen beginnen
Ik heb maar vier tenen aan mijn rechtervoet
he says that i must turn right there
Lernen beginnen
hij zegt dat ik daar rechtsaf moet slaan
he has run into the forest
Lernen beginnen
hij is het bos in gerend
he walks onto the street without looking
Lernen beginnen
hij loopt de straat op zonder te kijken
candy is not savory
Lernen beginnen
snoep is niet hartig
the nut
Lernen beginnen
de noot
what kind of nuts do you have
Lernen beginnen
wat voor noten heb je
the blue berry
Lernen beginnen
de blauwe bes
the onion
Lernen beginnen
de ui
the carrot
Lernen beginnen
de wortel
the sausage
Lernen beginnen
de worst
the garlic
Lernen beginnen
de knoflook
the minced meat
Lernen beginnen
het gehakt
i would like potatoes with my steak
Lernen beginnen
ik wil graag aardappelen bij mijn biefstuk
the bean
Lernen beginnen
de Boon
i have never been abroad
Lernen beginnen
Ik ben nog nooit in het buitenland geweest
how long does the travel take
Lernen beginnen
hoe lang duurt de reis
the suitcase
Lernen beginnen
de koffer
the luggage
Lernen beginnen
de bagage
that bag is my only luggage
Lernen beginnen
die tas is mijn enige bagage
when does the flight leave?
Lernen beginnen
wanneer vertrekt de vlucht?
the guide
Lernen beginnen
de gids
where can I buy a ticket?
Lernen beginnen
Waar kan ik een kaartje kopen?
there are no more tickets for sale
Lernen beginnen
er zijn geen kaartjes meer te koop
i am here on vacation
Lernen beginnen
ik ben hier op vakantie
the airplane flies over the ocean
Lernen beginnen
het vliegtuig vliegt over de oceaan heen
i am visiting my grandma
Lernen beginnen
ik ben op bezoek bij mijn oma
ships sail in these areas
Lernen beginnen
schepen varen in deze gebieden
the emergency
Lernen beginnen
het noodgeval
the accident
Lernen beginnen
het ongeluk
my foot hurts
Lernen beginnen
mijn voet doet pijn
the disease
Lernen beginnen
de ziekte
the treatment
Lernen beginnen
de behandeling
i do not feel even the pain
Lernen beginnen
ik voel niet eens pijn
the flu
Lernen beginnen
de griep
the fever
Lernen beginnen
koorts
serious
Lernen beginnen
ernstig
i am allergic to it
Lernen beginnen
ik ben er allergisch voor
where can i buy such ointment
Lernen beginnen
waar kan ik zulke zalf kopen?
the appointment
Lernen beginnen
de afspraak
the band-aid
Lernen beginnen
het pleister
the citizen
Lernen beginnen
de burger
the neighbor
Lernen beginnen
de buurman
the population
Lernen beginnen
de bevolking
the adult
Lernen beginnen
de volwassene
elderly
Lernen beginnen
bejaarde
meet
Lernen beginnen
ontmoeten
recognize
Lernen beginnen
herkennen
the friendship
Lernen beginnen
de vriendschap
she is American
Lernen beginnen
ze is Amerikaanse
why is he putting salt in his coffee
Lernen beginnen
waarom doet hij zout in zijn koffie
the little baby cries the whole night
Lernen beginnen
het baby'tje huilt de hele nacht
he stands besides it
Lernen beginnen
hij staat ernaast
we are still waiting for it
Lernen beginnen
we wachten er nog steeds op
we put the couch in the corner and the lamp next to it
Lernen beginnen
we zetten de bank in de hoek en de lamp ernaast
i know the city well because i am from there
Lernen beginnen
ik ken de stad goed want ik kom ervandaan
we put a blanket over it
Lernen beginnen
we leggen er een deken over
i am not going there
Lernen beginnen
ik ga er niet heen
they are against it
Lernen beginnen
ze zijn ertegen
everyone likes it
Lernen beginnen
iedereen houdt ervan
he refuses to go there
Lernen beginnen
hij weigert om erheen te gaan
he always wears a hat because of that
Lernen beginnen
daarom draagt hij altijd een hoed
i would like an answer to that
Lernen beginnen
ik wil daarop graag een antwoord
what are you afraid of
Lernen beginnen
waar ben je bang voor
what are those strange things for?
Lernen beginnen
waar zijn die rare dingen voor?
what is the book about?
Lernen beginnen
waar gaat het boek over?
where are you taking me?
Lernen beginnen
waar breng je me naartoe?
what are you worried about?
Lernen beginnen
waar ben je bezorgd over?
what does one use a calendar for?
Lernen beginnen
waarvoor gebruik men een kalender?
what are you proud of?
Lernen beginnen
waar ben je trots op?
what is she playing with
Lernen beginnen
waar is ze mee aan het spelen
what do they like?
Lernen beginnen
Waar houden ze van?
there is sugar in everything
Lernen beginnen
er zit suiker in overal
i know you from somewhere
Lernen beginnen
Ik ken je ergens van
he is waiting for something
Lernen beginnen
hij is ergens op aan het wachten
the ship sails day and night
Lernen beginnen
het schip vaart dag en nacht
the ferry
Lernen beginnen
de veerboot
i apply for a new passport
Lernen beginnen
ik vraag een nieuw paspoort aan
have you written this number down
Lernen beginnen
heb je dit nummer opgeschreven?
i have never eaten this before
Lernen beginnen
ik heb dit nog nooit gegeten
he has stood on his chair
Lernen beginnen
hij heeft op zijn stoel gestaan
the spring has already started
Lernen beginnen
de lente is al begonnen
he has slept
Lernen beginnen
hij heeft geslapen
he has played
Lernen beginnen
hij heeft gespeeld
you have misunderstood me
Lernen beginnen
je hebt me verkeerd begrepen
he has drunk beer
Lernen beginnen
hij heeft bier gedronken
i swam this morning
Lernen beginnen
ik heb vanochtend gezwommen
i have chosen what i need
Lernen beginnen
ik heb gekozen wat ik nodig heb
he has brought me home
Lernen beginnen
hij heeft me naar huis gebracht
her baby was born
Lernen beginnen
haar baby was geboren
i have not got it
Lernen beginnen
ik heb het niet gekregen
i have done it
Lernen beginnen
ik heb het gedaan
i bought it two years ago
Lernen beginnen
ik heb het twee jaar geleden gekocht
i have started to learn Dutch
Lernen beginnen
ik ben begonnen Nederlands te leren
a pity that you didn't get the job
Lernen beginnen
jammer dat je de baan niet hebt gekregen
i was in italy last year
Lernen beginnen
Ik was vorig jaar in Italië
the whole area has become a desert
Lernen beginnen
het hele gebied is een woestijn geworden
he has given me that
Lernen beginnen
hij heeft me dat gegeven
i have just arrived
Lernen beginnen
ik ben zojuist aangekomen
i have never thought about that before
Lernen beginnen
daar heb ik nog nooit over nagedacht
did you think of me
Lernen beginnen
Heb je aan mij gedacht
i have searched for the book for an hour
Lernen beginnen
ik heb een uur naar het boek gezocht
he has just departed from France
Lernen beginnen
hij is net vertrokken uit Frankrijk
we have stayed home the whole day
Lernen beginnen
we zijn de hele dag thuis gebleven
maybe you have forgotten to pay the bills
Lernen beginnen
misschien ben je vergeten de rekeningen te betalen
i have followed the signs to Amsterdam
Lernen beginnen
ik heb de borden naar Amsterdam gevolgd
i have never sung this before
Lernen beginnen
ik heb dit nog nooit gezongen
i have changed my name
Lernen beginnen
ik heb mijn naam veranderd
at what time did you get up
Lernen beginnen
hoe laat ben je opgestaan
he has packed his suitcase
Lernen beginnen
hij heeft zijn koffer gepakt
I promise to be nice to them
Lernen beginnen
Ik beloof om aardig tegen hun te zijn
the youth
Lernen beginnen
de jeugd
i am ten years old
Lernen beginnen
ik ben tien jaar oud
she is American
Lernen beginnen
ze is Amerikaanse
he is spaniard
Lernen beginnen
hij is een Spanjaard
she is spaniard
Lernen beginnen
ze is een spaanse
he is dutch
Lernen beginnen
hij is nederlander
she is dutch
Lernen beginnen
ze is nederlandse
he is American
Lernen beginnen
hij is Amerikaan
you only had one job
Lernen beginnen
je had maar één baan
she did it herself
Lernen beginnen
ze deed het zelf
i wanted the blue pants
Lernen beginnen
Ik wilde de blauwe broek
that was when we still lived there
Lernen beginnen
dat was toen we daar nog woonden
my mother did not believe a word of it
Lernen beginnen
mijn moeder geloofde er geen woord van
we all paid for our own food
Lernen beginnen
we betaalden allemaal voor ons eigen eten
i used to play with him
Lernen beginnen
Ik speelde vroeger met hem
we did not have to listen
Lernen beginnen
we hoefden niet te luisteren
that happened
Lernen beginnen
dat gebeurde
it took a year before i wanted to learn Dutch
Lernen beginnen
het duurde een jaar voordat ik Nederlands wilde leren
it was not necessary but I did it anyway
Lernen beginnen
het hoefde niet, maar ik deed het toch
i tried to speak in dutch
Lernen beginnen
ik probeerde in het nederlands te spreken
yesterday it rained
Lernen beginnen
gisteren regende het
the towel
Lernen beginnen
de handdoek
i am washing my face in the sink
Lernen beginnen
Ik was mijn gezicht in de gootsteen
the bath
Lernen beginnen
het bad
the shower
Lernen beginnen
de douche
we are washing our hands under the faucet
Lernen beginnen
we wassen onze handen onder de kraan
it is gross
Lernen beginnen
het is vies
the toothbrush
Lernen beginnen
de tandenborstel
the toothpaste
Lernen beginnen
de tandpasta
the soap
Lernen beginnen
de zeep
the day before yesterday
Lernen beginnen
eergisteren
he dries himself
Lernen beginnen
hij droogt zich af
i clean the room
Lernen beginnen
ik maak de kamer schoon
the scissor
Lernen beginnen
de schaar
the nail polish
Lernen beginnen
de nagellak
the handkerchief
Lernen beginnen
de zakdoek
the bucket
Lernen beginnen
de emmer
i feel so beautiful
Lernen beginnen
ik voel me zo mooi
i used the razor to shave
Lernen beginnen
Ik heb het scheermes gebruikt om me te scheren
do i really exist
Lernen beginnen
besta ik echt
he caused an accident
Lernen beginnen
hij veroorzaakte een ongeluk
disappear
Lernen beginnen
verdwijnen
i share the book with him
Lernen beginnen
ik deel het boek met hem
expect
Lernen beginnen
verwachten
she doesn't support me
Lernen beginnen
ze steunt me niet
they offer cookies
Lernen beginnen
ze bieden cookies aan
i keep it in a secret place
Lernen beginnen
ik bewaar het op een geheime plaats
where can I hide it
Lernen beginnen
waar kan ik het verbergen
we solved the problem
Lernen beginnen
we hebben het probleem opgelost
i do not doubt that
Lernen beginnen
daar twijfel ik niet aan
that looks tasty
Lernen beginnen
dat ziet er lekker uit
who determines what is allowed and what is not
Lernen beginnen
wie bepaalt er wat mag en wat niet mag
this prevents you from getting sick
Lernen beginnen
dit voorkomt dat u ziek wordt
his condition improved
Lernen beginnen
zijn toestand verbeterde
i want to be able to determine my own future
Lernen beginnen
ik wil mijn eigen toekomst kunnen bepalen
newspapers do not interest me at all
Lernen beginnen
kranten interesseren me helemaal niet
i just want to improve the world
Lernen beginnen
ik wil gewoon de wereld verbeteren
who is interested in steak
Lernen beginnen
wie is er geïnteresseerd in biefstuk
i hope that you enjoy your trip
Lernen beginnen
ik hoop dat je van je reis geniet
complain
Lernen beginnen
klagen
i dont remember his name
Lernen beginnen
Ik herinner me zijn naam niet
you do not move
Lernen beginnen
je beweegt je niet
you must behave
Lernen beginnen
Jullie moeten je gedragen
they see each other at the station
Lernen beginnen
ze zien elkaar op het station
why do you rush
Lernen beginnen
waarom haast je je?
i find myself in a dark place
Lernen beginnen
ik bevind me in een donkere plek
i can not imagine that
Lernen beginnen
dat kan ik me niet voorstellen
the station is located to the west of the city
Lernen beginnen
het station bevindt zich ten westen van de stad
i shave every morning
Lernen beginnen
ik scheer me elke morgen
we realize that very well
Lernen beginnen
dat realiseren we ons heel goed
you need to get dressed in two minutes
Lernen beginnen
je moet je binnen twee minuten aankleden
she is getting dressed
Lernen beginnen
ze kleedt zich aan
how do you change your clothes?
Lernen beginnen
hoe kleedt je je om
i am never bored
Lernen beginnen
ik verveel me nooit
i look forward to my birthday
Lernen beginnen
ik verheug me op mijn verjaardag
they are amazed by the dress
Lernen beginnen
ze verbazen zich over de jurk
i am wondering how much this cost
Lernen beginnen
ik vraag me af hoeveel dit kost
i can not afford that
Lernen beginnen
dat kan ik me niet veroorloven
he is ashamed of her
Lernen beginnen
hij schaamt zich voor haar
you don't have to be ashamed
Lernen beginnen
je hoeft je niet te schamen
i am proud of myself
Lernen beginnen
ik ben trots op mezelf
be kind to yourself
Lernen beginnen
wees lief voor jezelf
he is annoyed by trains
Lernen beginnen
hij ergert zich aan treinen
if i am not mistaken
Lernen beginnen
als ik mij niet vergis
i have seen myself in the mirror
Lernen beginnen
ik heb mezelf in de spiegel gezien
where do you see yourself in ten years
Lernen beginnen
waar zie je jezelf over tien jaar
how long ago is it since you cleaned this toilet
Lernen beginnen
hoe lang is het geleden sinds je dit toilet hebt schoongemaakt
there is a note on the table
Lernen beginnen
er ligt een briefje op de tafel
the cottage
Lernen beginnen
het huisje
will you turn off the lamp
Lernen beginnen
doe je de lamp uit
the leaf
Lernen beginnen
het blad
may i have another cup of coffee
Lernen beginnen
mag ik nog een kopje koffie
the flower
Lernen beginnen
de bloem
in the past many flowers grew here
Lernen beginnen
vroeger groeiden hier veel bloemen
it grows very fast
Lernen beginnen
het groeit zo snel
the baby has grown
Lernen beginnen
de baby is gegroeid
are you still alive
Lernen beginnen
leef je nog
which animals live in the forest
Lernen beginnen
welke dieren leven in het bos
the crop
Lernen beginnen
het gewas
the cave
Lernen beginnen
de grot
it snows
Lernen beginnen
het sneeuwt
the stone
Lernen beginnen
de steen
the rain
Lernen beginnen
de regen
the snow
Lernen beginnen
de sneeuw
the rainforest
Lernen beginnen
het regenwoud
the environment
Lernen beginnen
het milieu
the sky
Lernen beginnen
de lucht
the light
Lernen beginnen
het licht
the dust
Lernen beginnen
het stof
there is no smoke without a fire
Lernen beginnen
er is geen rook zonder vuur
you may not drive
Lernen beginnen
u mag niet rijden
does the bus stop at the square
Lernen beginnen
stopt de bus op het plein
the driving license
Lernen beginnen
het rijbewijs
the traffic
Lernen beginnen
het verkeer
the truck
Lernen beginnen
de vrachtwagen
the parking spot
Lernen beginnen
de parkeerplaats
the cyclist
Lernen beginnen
de fietser
the bike path
Lernen beginnen
het fietspad
the public transportation
Lernen beginnen
het openbaar vervoer
the pedestrian
Lernen beginnen
de voetganger
the sidewalk
Lernen beginnen
de stoep
the crosswalk
Lernen beginnen
het zebrapad
the traffic sign is at the fourth intersection
Lernen beginnen
het verkeersbord staat op het vierde kruispunt
you may cross when the traffic light turns green
Lernen beginnen
u mag oversteken als het verkeerslicht groen wordt
delays make me angry
Lernen beginnen
vertragingen maken me boos
that train is delayed by forty-five minutes
Lernen beginnen
die trein heeft drie kwartier vertraging
the rush hour
Lernen beginnen
het spitsuur
the traffic jam
Lernen beginnen
De files
the highway
Lernen beginnen
de snelweg
the gas station
Lernen beginnen
het tankstation
the week ends tomorrow
Lernen beginnen
de week eindigt morgen
i hate it
Lernen beginnen
ik haat het
the roof
Lernen beginnen
het dak
how many floors does this building have
Lernen beginnen
hoeveel verdiepingen heeft dit gebouw
the stairs
Lernen beginnen
de trap
we were living back then on the first floor
Lernen beginnen
we woonden toen op de eerste verdieping
i am waiting for you at the exit
Lernen beginnen
ik wacht op je bij de uitgang
the hallway
Lernen beginnen
de gang
the ceiling
Lernen beginnen
het plafond
the ground floor
Lernen beginnen
de begane grond
the heating is broken
Lernen beginnen
de verwarming is kapot
the basement
Lernen beginnen
de kelder
the attic
Lernen beginnen
de zolder
we have sent them a letter
Lernen beginnen
we hebben ze een brief gestuurd
tell me a story
Lernen beginnen
vertel me een verhaal
was there mail for me
Lernen beginnen
was er post voor mij
we already have had many discussions about that
Lernen beginnen
we hebben daarover al veel discussies gehad
the message
Lernen beginnen
de bericht
the conversation
Lernen beginnen
het gesprek
do not ignore me
Lernen beginnen
negeer me niet
i am warning you
Lernen beginnen
Ik waarschuw u
he yells at me
Lernen beginnen
hij schreeuwt naar me
she lies without being ashamed of it
Lernen beginnen
ze liegt zonder zich ervoor te schamen
the stamp
Lernen beginnen
de postzegel
i ship this box
Lernen beginnen
Ik verzend deze doos
i received it yesterday
Lernen beginnen
ik heb het gisteren ontvangen
what kind of music does that band make
Lernen beginnen
wat voor soort muziek maakt die band
the play consists of two parts
Lernen beginnen
het stuk bestaat uit twee delen
that was not a good concert at all
Lernen beginnen
dat was helemaal geen goed concert
the amusement park
Lernen beginnen
het pretpark
the tower
Lernen beginnen
de toren
the castle
Lernen beginnen
het kasteel
the toy
Lernen beginnen
het speelgoed
the swimming pool
Lernen beginnen
het zwembad
the zoo
Lernen beginnen
de dierentuin
i already know who is going to win
Lernen beginnen
ik weet al wie er gaat winnen
i relax during the weekend
Lernen beginnen
ik ontspan tijdens het weekend
we are collecting everything
Lernen beginnen
we verzamelen alles
i went for a walk
Lernen beginnen
ik maakte een wandeling
i do not know where that information is coming from
Lernen beginnen
ik weet niet waar die informatie vandaan komt
i do the dishes
Lernen beginnen
ik was af
they don't like vegetables
Lernen beginnen
ze lusten geen groenten
why do you stir the peanut butter
Lernen beginnen
waarom roer je de pindakaas?
he fries an egg for me
Lernen beginnen
hij bakt een ei voor me
that is a tasty dish
Lernen beginnen
dat is een lekker gerecht
the dessert
Lernen beginnen
het toetje
the starter
Lernen beginnen
het voorgerecht
the main course
Lernen beginnen
het hoofdgerecht
the herb
Lernen beginnen
het kruid
the fridge
Lernen beginnen
de koelkast
the spoon
Lernen beginnen
de lepel
the knife
Lernen beginnen
het mes
the cutting board
Lernen beginnen
de snijplank
the cutlery
Lernen beginnen
het bestek
he cooks the food until it is done
Lernen beginnen
hij kookt het eten tot het gaar is
the cup
Lernen beginnen
de beker
the bowl
Lernen beginnen
de kom
the cauliflower
Lernen beginnen
de bloemkool
the raw meat
Lernen beginnen
het rauwe vlees
put the lid on the pot
Lernen beginnen
doe het deksel op de pan
that is exactly the same
Lernen beginnen
dat is precies hetzelfde
how do you say that in German
Lernen beginnen
hoe zeg je dat in het duits
you are as big as me
Lernen beginnen
je bent net zo groot als ik
i can sing as well as her
Lernen beginnen
ik kan net zo goed zingen als zij
she is exactly as beautiful as her mother
Lernen beginnen
ze is precies zo mooi als haar moeder
they are about the same age
Lernen beginnen
ze zijn ongeveer even oud
few people live longer than a hundred years
Lernen beginnen
weinig mensen leven langer dan honderd jaar
that is more important
Lernen beginnen
dat is belangrijker
his car is smaller than mine
Lernen beginnen
zijn auto is kleiner dan die van mij
the cheap soap works just as well as the more expensive one
Lernen beginnen
de goedkope zeep werkt net zo goed als de duurdere
i am more often cold than warm
Lernen beginnen
ik heb het vaker koud dan warm
i had a dog when i was younger
Lernen beginnen
ik had een hond toen ik jonger was
it happens more often than you think
Lernen beginnen
het gebeurt vaker dan u denkt
what is tastier than apple
Lernen beginnen
wat is lekkerder dan appel
i do not know a happier person than her
Lernen beginnen
ik ken geen gelukkiger persoon dan zij
she is my older sister
Lernen beginnen
zij is mijn oudere zus
this book is the smallest of all books
Lernen beginnen
dit boek is het kleinste van alle boeken
it is the most important that you listen to your heart
Lernen beginnen
het is het belangrijkste dat je naar je hart luistert
that is the most important thing
Lernen beginnen
dat is het belangrijkste
he is the fastest
Lernen beginnen
hij is de snelste
she is the world's strongest woman
Lernen beginnen
zij is de sterkste vrouw van de wereld
he was the greatest writer of the last century
Lernen beginnen
hij was de grootste schrijver van de vorige eeuw
it was one of the oldest buildings in the city
Lernen beginnen
het was een van de oudste gebouwen in de stad
this was the best day ever
Lernen beginnen
dit was de beste dag ooit
they use the most bread
Lernen beginnen
ze gebruiken het meeste brood
the Netherlands is the best country of all
Lernen beginnen
Nederland is het allerbeste land
this is the beach with the fewest tourists
Lernen beginnen
dit is het strand met de minste toeristen
most people think i am interesting
Lernen beginnen
de meeste mensen denken dat ik interessant ben
he prefers drinking beer
Lernen beginnen
hij drinkt liever bier
i like to travel to france the most
Lernen beginnen
ik reis het liefst naar frankrijk
the more the better
Lernen beginnen
hoe meer hoe beter
silver cup
Lernen beginnen
zilveren beker
golden box
Lernen beginnen
gouden doos
iron is a metal
Lernen beginnen
ijzer is een metaal
the underwear
Lernen beginnen
het ondergoed
silk is a expensive fabric
Lernen beginnen
zijde is een dure stof
leather jacket
Lernen beginnen
leren jas
that pencil with which you are writing is mine
Lernen beginnen
dat potlood waarmee je schrijft, is van mij
he often promises things that he will never do
Lernen beginnen
hij belooft vaak dingen die hij nooit zal doen
the man whose daughter lives around the corner from me is too tall
Lernen beginnen
de man wiens dochter bij mij om de hoek woont, is te lang
she does that thing that you never do
Lernen beginnen
ze doet datgene wat jij nooit doet
the glass bottle
Lernen beginnen
de glazen fles
steel door
Lernen beginnen
stalen deur
please to meet you
Lernen beginnen
prettig met je kennis te maken
the real estate agent
Lernen beginnen
de makelaar
the accommodation
Lernen beginnen
de woonruimte
the house
Lernen beginnen
de woning
what are the possibilities
Lernen beginnen
wat zijn de mogelijkheden
it is not far from center
Lernen beginnen
het is niet ver van het centrum
advantage
Lernen beginnen
voordeel
that is true
Lernen beginnen
dat is waar
i will discuss it with him
Lernen beginnen
ik zal het met hem overleggen
i call you as soon as possible
Lernen beginnen
ik bel je zo snel mogelijk
what is wrong?
Lernen beginnen
wat is er aan de hand?
as you see
Lernen beginnen
zoals je ziet
terrible
Lernen beginnen
verschrikkelijk
itch
Lernen beginnen
jeuk
yesterday evening
Lernen beginnen
gisteravond
tell
Lernen beginnen
vertellen
during the day
Lernen beginnen
overdag
the football club
Lernen beginnen
de voetbalclub
the last few days
Lernen beginnen
de afgelopen dagen
i scratch my back
Lernen beginnen
ik krab mijn rug
good luck (get better)
Lernen beginnen
sterkte (word beter)
get better soon
Lernen beginnen
beterschap
i go to france on Monday
Lernen beginnen
Ik ga op maandag naar Frankrijk
may we pay
Lernen beginnen
mogen we afrekenen
shall we arrange a meeting for Monday
Lernen beginnen
Zullen we voor maandag een afspraak maken?
anything else?
Lernen beginnen
verder nog?
nice weekend
Lernen beginnen
prettig weekend
keep the change
Lernen beginnen
laat de rest maar zitten
the size
Lernen beginnen
de maat
to repeat
Lernen beginnen
herhalen
i need help
Lernen beginnen
ik heb hulp nodig
i am worried
Lernen beginnen
ik maak me zorgen
there is something wrong with my throat - it hurts
Lernen beginnen
ik heb last van mijn keel
yesterday i ate something delicious
Lernen beginnen
gisteren heb ik iets lekkers gegeten
i slept at 12 o'clock
Lernen beginnen
ik ben om 12 uur gaan slapen
i suffer from back pain
Lernen beginnen
ik heb last van rugpijn
my bicyle has never been stolen
Lernen beginnen
mijn fiets is nog nooit gestolen
it is clear
Lernen beginnen
het is duidelijk
it was slippery
Lernen beginnen
het was glad
the wheel
Lernen beginnen
het wiel
the tyres
Lernen beginnen
de banden
the seat
Lernen beginnen
het zadel
the carrier
Lernen beginnen
de bagagedrager
the handlebars
Lernen beginnen
het stuur
the pedal
Lernen beginnen
de trapper
the brakes
Lernen beginnen
de remmen
the expression
Lernen beginnen
de uitdrukking
I used to (back then) go to school on Saturday
Lernen beginnen
vroeger ben ik op zaterdag naar school
am I mistaken?
Lernen beginnen
vergis ik me?
I enjoy it here
Lernen beginnen
het bevalt me hier
the part-time job
Lernen beginnen
het bijbaantje
what a coincidence
Lernen beginnen
wat toevallig
I am getting ready for
Lernen beginnen
Ik bereid me voor op
I am not feeling well
Lernen beginnen
Ik voel me niet lekker
I do not remember the 2005 vacation
Lernen beginnen
Ik herinner me de vakantie van 2005 niet meer
I have to make a shopping list or i can not remember everything
Lernen beginnen
Ik moet een boodschappenlijstje maken anders kan ik me niet alles onthouden
annoying
Lernen beginnen
wat vervelend
I am very busy
Lernen beginnen
ik ben het veel te druk
i am 100% convinced
Lernen beginnen
ik ben zeker van mijn zaak
i earn as much as my brother
Lernen beginnen
ik verdien evenveel als mijn broer
i am involved in coaching
Lernen beginnen
ik ben betrokken bij coaching
challenging
Lernen beginnen
uitdagend
do not hesitate
Lernen beginnen
Aarzel niet
fixed work hours
Lernen beginnen
vaste werktijden
to decide
Lernen beginnen
beslissen

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.