Dutch GF

 0    1.386 Datenblatt    gfurdyn
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
stukanie
Lernen beginnen
geklunnel
krzyczeć
Lernen beginnen
schreeuwen
kopać
Lernen beginnen
schoppen
ratio
Lernen beginnen
verhouding
macica
Lernen beginnen
baarmoeder
comprehensive
Lernen beginnen
uitgebreid
wkład
Lernen beginnen
bijdrage
winny
Lernen beginnen
verwijtbaar
pomimo
Lernen beginnen
Ondanks
system
Lernen beginnen
stelsel
investment
Lernen beginnen
belegging
prosperity
Lernen beginnen
welvaarts
zaszkodzić
Lernen beginnen
berokkenen
army
Lernen beginnen
leger
bright
Lernen beginnen
helder
dull
Lernen beginnen
dof
argue
Lernen beginnen
pleiten
completed
Lernen beginnen
voltooid
obstruction
Lernen beginnen
belemmering
demand
Lernen beginnen
eizen
struggle
Lernen beginnen
kampen
long
Lernen beginnen
snakken
cautious
Lernen beginnen
behoedzaam
fairly, properly, duly
Lernen beginnen
behoorlijk
terrible, awful
Lernen beginnen
vreselijk
very heavy
Lernen beginnen
loodzwaar
rattle
Lernen beginnen
ratelen
job
Lernen beginnen
klus
awful
Lernen beginnen
afschuwelijk
significant
Lernen beginnen
aanzienlijk
rape
Lernen beginnen
verkrachting
policy
Lernen beginnen
beleid
kidney
Lernen beginnen
nier
sober
Lernen beginnen
nuchter
utter
Lernen beginnen
volslagen
bruise
Lernen beginnen
kneus
solid, reliable
Lernen beginnen
degelijk
followers, ordinary members
Lernen beginnen
achterban
driver, director, governor
Lernen beginnen
bestuurder
nominate
Lernen beginnen
voordragen
influence
Lernen beginnen
invloed
hand out
Lernen beginnen
uitdelen
wytrwać (w. poddać się)
Lernen beginnen
doorzetten (v. opgeven)
medicine
Lernen beginnen
geneesmiddel
abolition
Lernen beginnen
afschaffing
whatever
Lernen beginnen
wat dan ook
kończy się dramatem
Lernen beginnen
uitlopen op een drama
take care of
Lernen beginnen
zich ontfermen over
make a turn
Lernen beginnen
draai maken
wciągająca
Lernen beginnen
meeslepende
realization
Lernen beginnen
besef
attend
Lernen beginnen
bijwonen
baza wsparcia
Lernen beginnen
draagvlak
compassionate
Lernen beginnen
meewarig
ochrona
Lernen beginnen
bescherming
nadmierny
Lernen beginnen
buitensporig
produkty do pielęgnacji ciała
Lernen beginnen
persoonlijke verzorgingsprodukte
Tapeta
Lernen beginnen
behang
odrzucać
Lernen beginnen
afsteten
konserwatyzm
Lernen beginnen
behoudzucht
nakładające się
Lernen beginnen
overlappende
wymagania
Lernen beginnen
behoeften
bardzo trudne
Lernen beginnen
keihard
płacić
Lernen beginnen
afrekenen
zazdrość
Lernen beginnen
afgunst
figlarny
Lernen beginnen
speels
rozwiązywać, leczyć
Lernen beginnen
aanpakken, behandelen
wytrwałość
Lernen beginnen
doorzettingsvermogen
autorytet
Lernen beginnen
gezag
stosunek
Lernen beginnen
verhouding
odnoszący sukcesy
Lernen beginnen
geslaagd
obrażony, urażony
Lernen beginnen
gekrenkt
naukowcy
Lernen beginnen
onderzoekers
w sumie, ogólnie rzecz biorąc
Lernen beginnen
immers
skrzyżowanie
Lernen beginnen
kruispunt
wyczerpywanie
Lernen beginnen
uitputten
wspólnie
Lernen beginnen
gezamenlijk
przemawiać, apelować
Lernen beginnen
aanspreken
niezbędny
Lernen beginnen
onontbeerlijk
bezpośrednio
Lernen beginnen
rechtstreeks
rozpraszać
Lernen beginnen
afleiden
ku żalowi
Lernen beginnen
tot leedwezen
mocny
Lernen beginnen
flink
wyróżniać się
Lernen beginnen
opvallen
Rada nadzorcza
Lernen beginnen
de raad van bestuur
Konfiguracja testowa
Lernen beginnen
proefopstelling
wymagający
Lernen beginnen
veeleisend
żądać, wymagać
Lernen beginnen
eisen
iść naprzód
Lernen beginnen
vooroplopen
powodować uszkodzenie
Lernen beginnen
schade aanrichten
zepsuty, uszkodzony
Lernen beginnen
stuk
zużycie, znoszenie
Lernen beginnen
slijtage
błagać
Lernen beginnen
smeken
dążyć
Lernen beginnen
streven
hazard
Lernen beginnen
gokken
zaniedbać, zlekceważyć
Lernen beginnen
verzuimen
wgniecenie
Lernen beginnen
deuk
podwładny
Lernen beginnen
ondergeschikt
przygnębiony
Lernen beginnen
bedrukt
ponury
Lernen beginnen
somber
Sporządzanie bilansu
Lernen beginnen
De Balans opmaken
ogłosić
Lernen beginnen
aankondigen
Zwracać uwagę na
Lernen beginnen
letten op
niszczyć, rujnować
Lernen beginnen
vernielen
podszept, zachęta, namowa, sugestia
Lernen beginnen
ingeving
przyznawać
Lernen beginnen
toegeven
podnieść rękę
Lernen beginnen
een hand opsteken
gafa, wpadka
Lernen beginnen
blunder
złożyć rezygnację
Lernen beginnen
ontslag dienen
mylić się
Lernen beginnen
het mis hebben
do dzieła!
Lernen beginnen
aan de slag!
przede wszystkim
Lernen beginnen
vooral
guts
Lernen beginnen
lef
pionowo, wyprostowany
Lernen beginnen
overeind
brak zaufania
Lernen beginnen
gebrek aan vertrouwen
nie udać się
Lernen beginnen
spaak lopen
potajemnie
Lernen beginnen
stiekem
zabrać się do pracy, wziąć się do dzieła
Lernen beginnen
aan de slag gaan
klient
Lernen beginnen
afnemer
półka
Lernen beginnen
schap
get up and running
Lernen beginnen
Aan de praat te krijgen
rentowność
Lernen beginnen
winstgewendheid
Walczyć
Lernen beginnen
Kampen
odkurzyć
Lernen beginnen
afstoffen
przynajmniej
Lernen beginnen
minstens
ciąć miejsca pracy
Lernen beginnen
banen schrappen
laury
Lernen beginnen
lauweren
widocznie, najwyraźniej
Lernen beginnen
kennelijk
Kolebka
Lernen beginnen
Bakermat
magazyn
Lernen beginnen
opslagplaats
ułożone
Lernen beginnen
gestapeld
odrzucone
Lernen beginnen
afgekeurd
zepsuta zupa
Lernen beginnen
bedorven soep
smród
Lernen beginnen
stank
Stos
Lernen beginnen
Stapel
przestraszyć się
Lernen beginnen
schrikken
zmieszana twarz
Lernen beginnen
verwarrend gezicht
otoczony
Lernen beginnen
gehuld
intensywny
Lernen beginnen
fel
postrzegać siebie jako
Lernen beginnen
zich beschouwen als
parszywy
Lernen beginnen
beroerd
zdumiony
Lernen beginnen
verbouwereerd
wyglądać
Lernen beginnen
eruitzien
ostrzegać
Lernen beginnen
waarschuwen
zostać zwolnionym
Lernen beginnen
ontslagen zijn
plotka
Lernen beginnen
gerucht
nominacja
Lernen beginnen
voordracht
akcja zemsty
Lernen beginnen
wraakactie
celowo
Lernen beginnen
met opzet
pójść źle
Lernen beginnen
misgaan
relacje
Lernen beginnen
verhoudingen
zamierzony
Lernen beginnen
voorgenomen
Opóźnić
Lernen beginnen
uitstellen
na przemian
Lernen beginnen
om de beurt
tak sobie, tak ot tak
Lernen beginnen
zomaar
wstawić
Lernen beginnen
inlassen
notatki
Lernen beginnen
aantekeningen
ciasny
Lernen beginnen
strak
co najwyżej
Lernen beginnen
hooguit
zamiar
Lernen beginnen
bedoeling
przerwać
Lernen beginnen
interrumperen
nasuwać na myśl
Lernen beginnen
op de gedachte brengen
w sumie
Lernen beginnen
immers
niezmiennie
Lernen beginnen
steevast
wskazać
Lernen beginnen
aanduiden
jego
Lernen beginnen
diens
Trzmiel
Lernen beginnen
Hommel
zagmatwane
Lernen beginnen
verwarrend
sprawować nadzór
Lernen beginnen
toezicht houden
przewodniczący rady nadzorczej
Lernen beginnen
president-commissaris
dyrektor wykonawczy
Lernen beginnen
uitvoerende bestuurder
a także, jak również
Lernen beginnen
alsmede
kontrola
Lernen beginnen
zeggenschap
wskazywać na błędy
Lernen beginnen
op feilen wijzen
polityka
Lernen beginnen
beleid
wyjaśniać
Lernen beginnen
verklaaren
Uwaga
Lernen beginnen
aandacht
jednoznaczny
Lernen beginnen
eenduidig
marionetka
Lernen beginnen
boegbeeld
sława
Lernen beginnen
bekendheid
taki
Lernen beginnen
dergelijk
przypisać
Lernen beginnen
toedichten
widok, pogląd
Lernen beginnen
opvatting
osłabiać
Lernen beginnen
verzwakken
fala
Lernen beginnen
tij
wciągnąć, wznieść
Lernen beginnen
hijsen
mieć oko na coś / kogoś
Lernen beginnen
in de gaten houden
brak
Lernen beginnen
ontbreken
na wniosek kogoś
Lernen beginnen
op voorstel van
odważyć się
Lernen beginnen
aandurven
zastępować
Lernen beginnen
vervangen
Przemianować
Lernen beginnen
omdopen
najwyższy
Lernen beginnen
oppermachtig
decydujący, rozstrzygający
Lernen beginnen
slagvaardig
utknąć
Lernen beginnen
vastlopen
ropieć
Lernen beginnen
etteren
przestarzały
Lernen beginnen
achterhaald
utrapienie, niedogodność
Lernen beginnen
overlast
pieluchy
Lernen beginnen
luiers
umorzenie
Lernen beginnen
kwijtschelding
jeszcze
Lernen beginnen
alsnog
nadgodziny
Lernen beginnen
overuren
szkodniki
Lernen beginnen
ongedierte
bałagan
Lernen beginnen
rotzooi
grzech
Lernen beginnen
zonde
skończyć w
Lernen beginnen
terechtkomen in
pojedynczy, singiel
Lernen beginnen
alleenstaande
przed
Lernen beginnen
voorheen
kwalifikują się do
Lernen beginnen
in aanmerking komen voor
posprzątać
Lernen beginnen
opruimen
egzekutor
Lernen beginnen
handhaver
zapłacić za
Lernen beginnen
opdraaien voor
zbadać
Lernen beginnen
uitzoeken
przeważać nad czymś
Lernen beginnen
opwegen tegen
nieład
Lernen beginnen
rommel
innymi słowy
Lernen beginnen
oftewel
zwalczać
Lernen beginnen
bestreden
stracić
Lernen beginnen
kwijtraken
ostrożny
Lernen beginnen
behoedzaam
narzekać
Lernen beginnen
foeteren
bezpośredni
Lernen beginnen
onomwonden
dość, całkiem
Lernen beginnen
behoorlijk
napój
Lernen beginnen
borrel
odtąd, nastepnie
Lernen beginnen
vervolgens
pojąć, zrozumieć
Lernen beginnen
doorgronden
opanować
Lernen beginnen
onder de knie hebben
być pełnym wigoru
Lernen beginnen
in de weer zijn
zapamiętać
Lernen beginnen
onthouden
przynoszący straty
Lernen beginnen
verlieslatend
opłacalny, zyskowny
Lernen beginnen
winstgevend
mocny
Lernen beginnen
fors
znieść
Lernen beginnen
verduren
natychmiast
Lernen beginnen
meteen
bezinteresowny
Lernen beginnen
belangeloos
Edukacja
Lernen beginnen
opvoeding
utrzymać
Lernen beginnen
onderhouden
nauczyciel
Lernen beginnen
onderwijzer
Boy Scout
Lernen beginnen
padvinder
ministrant
Lernen beginnen
misdienaar
Zgodzić się
Lernen beginnen
instemmen
nostalgia
Lernen beginnen
heimwee
wspaniały
Lernen beginnen
schitterend
wykluczać, odrzucać
Lernen beginnen
uitloten
W międzyczasie
Lernen beginnen
ondertussen
miejsce na nocleg
Lernen beginnen
logeerplek
szaleńczo zakochany
Lernen beginnen
stapelverliefd
złota rączka
Lernen beginnen
manusje van alles
być w trakcie
Lernen beginnen
in touw zijn
stale, ciągle
Lernen beginnen
voortdurend
starania, wysiłek
Lernen beginnen
inspanningen
ukończyć studia/szkołę
Lernen beginnen
afstuderen
kafelek
Lernen beginnen
tegeltje
szuflada
Lernen beginnen
laatje
wymyślać
Lernen beginnen
verzinnen
zaprzątać głowę
Lernen beginnen
dwars zitten
brakować
Lernen beginnen
ontbreken
metodą prób i błędów
Lernen beginnen
met vallen en opstaan
W międzyczasie
Lernen beginnen
inmiddels
Uwaga
Lernen beginnen
aandacht
za chwilę, zaraz
Lernen beginnen
straks
Nie ma dokąd pójść
Lernen beginnen
Hij kan geen kant op
zachwycony
Lernen beginnen
opgetogen
zaangażowanie
Lernen beginnen
verbintenis
pracowity, pilny
Lernen beginnen
zorgvuldig
wyjaśnić
Lernen beginnen
op een rijtje zetten
gniew
Lernen beginnen
toorn
postępujący
Lernen beginnen
oprukkend
nie zdać
Lernen beginnen
falen
gonić
Lernen beginnen
opjagen
narzekać
Lernen beginnen
mopperen
grozić
Lernen beginnen
dreigen
zawieść
Lernen beginnen
tegenvallen
co każde trzy miesiące
Lernen beginnen
om de drie maanden
oddać
Lernen beginnen
afgeven
niechęć
Lernen beginnen
afkeer
podniecenie, podekscytowanie
Lernen beginnen
opwinding
wyjaśnić
Lernen beginnen
uitleggen
pod warunkiem że
Lernen beginnen
mits
czapka
Lernen beginnen
pet
wygórowany
Lernen beginnen
exorbitant
próba
Lernen beginnen
staaltje
dziki, brutalny
Lernen beginnen
driftig
dać się zauroczyć
Lernen beginnen
in de ban raken
być na bieżąco
Lernen beginnen
op peil blijven
roczny raport
Lernen beginnen
jaarverslag
dobitnie
Lernen beginnen
nadrukkelijk
uznanie
Lernen beginnen
erkenning
wesoły
Lernen beginnen
opgewekt
podnieść
Lernen beginnen
opscheven
wydajność ekonomiczna
Lernen beginnen
rendement
bodziec
Lernen beginnen
prikkel
cieszyć się
Lernen beginnen
koesteren
zadowolony
Lernen beginnen
inhoudelijk
tworzyć
Lernen beginnen
scheppen
wskazać / zwrócić uwagę na
Lernen beginnen
wijzen op
pokusa
Lernen beginnen
verleiding
z góry
Lernen beginnen
alvast
oprzeć się pokusie
Lernen beginnen
de verleiding weerstaan
niezadowalający
Lernen beginnen
tegenvallend
staromodny
Lernen beginnen
ouderwetse
namawiać
Lernen beginnen
overhalen
najpierw, na początku
Lernen beginnen
aanvankelijk
trzymać rękę nad głową
Lernen beginnen
de hand boven het hoofd houden
ogromny
Lernen beginnen
reusachtig
przedstawić
Lernen beginnen
voorstellen
sufit
Lernen beginnen
plafond
przydzielać
Lernen beginnen
toekennen
wyrozumiały, pobłażliwy
Lernen beginnen
vergevingsgezind
odważyć się
Lernen beginnen
durven
brakować
Lernen beginnen
ontberen
znakomity
Lernen beginnen
opvallend
opinia
Lernen beginnen
mening
szczerze
Lernen beginnen
oprecht
złościć się na
Lernen beginnen
zich kwaad maken om
nadużycie
Lernen beginnen
misstand
rozdrobniony
Lernen beginnen
versnipperd
zostać w tyle
Lernen beginnen
achterop raken
w stosunku do
Lernen beginnen
ten opzichte van
oprócz
Lernen beginnen
afgezien van
być położonym
Lernen beginnen
neergezet worden
tajemniczy, zagadkowy
Lernen beginnen
ondoorgrondelijk
brak
Lernen beginnen
ontbreken
strojenie, regulacja
Lernen beginnen
afstemming
opiekować się, dbać
Lernen beginnen
behartigen
przedsiębiorczy
Lernen beginnen
ondernemend
Pokonać
Lernen beginnen
verslaan
dość
Lernen beginnen
behoorlijk
zdezorganizować, wzburzyć
Lernen beginnen
ontwrichten
poniżej linii
Lernen beginnen
onder de streep
pilnie
Lernen beginnen
naarstig
właściciel sklepu spożywczego
Lernen beginnen
kruidenier
trzymać, utrzymać
Lernen beginnen
vasthouden
założyciel
Lernen beginnen
oprichter
pochodna
Lernen beginnen
afgeleide
powołanie
Lernen beginnen
roeping
w tym samym czasie, jednocześnie
Lernen beginnen
tegelijkertijd
wypłacić
Lernen beginnen
uitkeren
figlarny
Lernen beginnen
ludiek
zgubny
Lernen beginnen
verderfelijk
tak jak / podobnie / jak
Lernen beginnen
evenals
zaniepokojony, zmartwiony
Lernen beginnen
betrokken
wzruszać ramionami
Lernen beginnen
schouders ophalen over
chciwy
Lernen beginnen
begerig
Karmić plotki
Lernen beginnen
Het gerucht voeden
mieć oko na coś
Lernen beginnen
toezien op
grzebać się
Lernen beginnen
morrelen
włączać
Lernen beginnen
inlijven
zobowiązania
Lernen beginnen
toezeggingen
wpłacać
Lernen beginnen
storten
pomysły
Lernen beginnen
gedachtegoed
wpłynąć, oddziaływać
Lernen beginnen
aantasten
natychmiastowy
Lernen beginnen
onmiddellijk
oszacowanie
Lernen beginnen
inschatting
uporczywy
Lernen beginnen
hardnekkig
chwalić się
Lernen beginnen
opscheppen
to samo
Lernen beginnen
eenzelfde
kopanie
Lernen beginnen
schooien
niewygodny
Lernen beginnen
ongemakkelijk
połączyć się
Lernen beginnen
aansluiten
podniecenie, ekscytacja
Lernen beginnen
opwinding
zbliżyć się do
Lernen beginnen
benaderen
odrzucony
Lernen beginnen
afgewezen
kierowniczy
Lernen beginnen
leidinggevend
pilnie
Lernen beginnen
naarstig
siodło
Lernen beginnen
zadel
kość
Lernen beginnen
kluif
konkurencja
Lernen beginnen
mededingings
Kuchenka
Lernen beginnen
koker
mocny
Lernen beginnen
flink
zawieść
Lernen beginnen
tegenvallen
atak
Lernen beginnen
anval
przechwycić
Lernen beginnen
onderscheppen
aresztować
Lernen beginnen
in beslag nemen
Naruszać
Lernen beginnen
Schenden
denerwujący
Lernen beginnen
vervelend
zamieszki
Lernen beginnen
rellen
ocena dodatkowa
Lernen beginnen
naheffing
Gałązka
Lernen beginnen
takje
bluszcz
Lernen beginnen
klimop
larwy
Lernen beginnen
maden
ziarna kawy
Lernen beginnen
koffiedrab
Styropian
Lernen beginnen
Piepschuim
pokrowce na meble
Lernen beginnen
meubelhoezen
Pieluchy
Lernen beginnen
Luiers
przedmioty
Lernen beginnen
voorwerpen
butelki do wyciskania
Lernen beginnen
Knijpflessen
zginalny
Lernen beginnen
buigbaar
kość
Lernen beginnen
kluif
Wiele
Lernen beginnen
Boel
martwić się
Lernen beginnen
zorgen baren
jest OK
Lernen beginnen
het valt mee
widocznie, najwyraźniej
Lernen beginnen
kennelijk
poprzeczka jest ustawiona wysoko
Lernen beginnen
de lat ligt hoog
nieunikniony, nieodzowny
Lernen beginnen
onontkoombaar
naoliwiony
Lernen beginnen
geolied
jeść
Lernen beginnen
vreten
lenistwo
Lernen beginnen
luiheid
wyciskać
Lernen beginnen
persen
Wystarczająco
Lernen beginnen
voldoende
na górze
Lernen beginnen
bovenin
niechęć
Lernen beginnen
afkeer
bujda
Lernen beginnen
flauwekul
czapka
Lernen beginnen
muts
nasycony
Lernen beginnen
verzadigd
głośno
Lernen beginnen
hardop
umiarkowany
Lernen beginnen
matig
osobiście
Lernen beginnen
aan den lijve
Dosadnie
Lernen beginnen
Botweg
tyran
Lernen beginnen
geweldenaar
samozadowolenie
Lernen beginnen
zelfgenoegzaamheid
przenikać
Lernen beginnen
doordringen
znaczenie
Lernen beginnen
betekenis
zginąć
Lernen beginnen
sneuvelen
internat
Lernen beginnen
kostschool
niegodziwy
Lernen beginnen
oneervol
niedociągnięcia, braki, wady
Lernen beginnen
tekortkomingen
prawie
Lernen beginnen
vrijwel
przytłaczający
Lernen beginnen
overdonderend
mieszać
Lernen beginnen
vermengen
winić
Lernen beginnen
verwijten
napędzany
Lernen beginnen
gedreven
bliski
Lernen beginnen
hecht
prawdy
Lernen beginnen
waarheden
żądanie
Lernen beginnen
verzoek
zbaczać
Lernen beginnen
afwijken
w każdych okolicznościach
Lernen beginnen
onder alle omstandigheden
nie do pobicia
Lernen beginnen
onverslaanbaar
wyostrzyć
Lernen beginnen
aanscherpen
zakłopotany / zdezorientowany
Lernen beginnen
verbijsterd
motyw
Lernen beginnen
drijfveer
oburzony
Lernen beginnen
verontwaardigd
dziki entuzjazm
Lernen beginnen
laaiend enthousiast
podejście
Lernen beginnen
aanpak
struktura
Lernen beginnen
kader
przynajmniej
Lernen beginnen
tenminste
niegrzeczny
Lernen beginnen
onbeschoft
wesoły
Lernen beginnen
vrolijk
Marszczyć brwi, krzywić się
Lernen beginnen
Fronsen doen
błąd, pomyłka
Lernen beginnen
vergissing
komunikat
Lernen beginnen
mededeling
nieszczęście
Lernen beginnen
ellende
wadliwy
Lernen beginnen
gebrekkig
narzekać
Lernen beginnen
mopperen
zmęczenie
Lernen beginnen
vermoeidheid
statek handlowy
Lernen beginnen
koopvaardijschip
porażenie dziecięce, polio
Lernen beginnen
kinderverlamming
znęcać się
Lernen beginnen
pesten
smutny
Lernen beginnen
verdrietig
przypadkowo, przez przypadek
Lernen beginnen
per ongeluk
rozpadać się
Lernen beginnen
afbreken
prawie
Lernen beginnen
vrijwel
parszywy
Lernen beginnen
beroerd
szczery
Lernen beginnen
openhartig
głośno
Lernen beginnen
hardop
Duch
Lernen beginnen
Geest
uściskać kogoś
Lernen beginnen
omhelzen
dostarczyć
Lernen beginnen
opleveren
rozsądny
Lernen beginnen
verstandig
zagmatwane
Lernen beginnen
verwarrend
zamówienie, zlecenie
Lernen beginnen
opdracht
odepchnąć
Lernen beginnen
afstoten
tajemniczy
Lernen beginnen
geheimzinnig
podejście
Lernen beginnen
benadering
patrząc w dół
Lernen beginnen
neerkijken
nie ufać
Lernen beginnen
wantrouwen
być dobrze połączone
Lernen beginnen
goed in elkaar zitten
Na górze
Lernen beginnen
Bovenin
zawieść
Lernen beginnen
tegenvallen
zwieńczenie
Lernen beginnen
sluitstuk
niewygodny
Lernen beginnen
ongemakkelijk
tak jak
Lernen beginnen
naarmate
niezdarny
Lernen beginnen
onbeholpen
mądry, pojętny
Lernen beginnen
slim
wprawdzie, co prawda
Lernen beginnen
weliswaar
w stosunku do
Lernen beginnen
ten opzichte van
buntować się
Lernen beginnen
muiten
matematyka
Lernen beginnen
rekensom
Żagiel
Lernen beginnen
Zeil
postawić żagle
Lernen beginnen
zeilen bijzetten
zastanawiać się
Lernen beginnen
zich verbazen
nieświeży, czerstwy
Lernen beginnen
oudbakken
schludny, porządny
Lernen beginnen
keurig
przenieść się
Lernen beginnen
verkassen
lina holownicza
Lernen beginnen
sleeptouw
bać się
Lernen beginnen
vrezen
dezaprobata
Lernen beginnen
afkeuring
niedbały / niefrasobliwy
Lernen beginnen
laks
przekonanie o własnej nieomylności
Lernen beginnen
zelfingenomenheid
zszywka
Lernen beginnen
nietje
pokrywa
Lernen beginnen
kaft
zarzucać coś komuś
Lernen beginnen
verwijten
odnosić się do czegoś
Lernen beginnen
verwezen
temat
Lernen beginnen
onderwerp
jak zwykle
Lernen beginnen
zoals gebruikelijk
wyznaczyć
Lernen beginnen
aanwijsen
stale, ciągle
Lernen beginnen
alsmaar
To się nie dzieje
Lernen beginnen
Het schiet niet op
publiczność wybucha aplauzem
Lernen beginnen
de zaal barst uit in applaus
na przemian
Lernen beginnen
om beurten
napotkać problemy
Lernen beginnen
problemen tegenaan lopen
być przyzwyczajonym do czegoś
Lernen beginnen
gewend zijn
kompletny
Lernen beginnen
voltallig
rozpoznać
Lernen beginnen
onderkennen
całkowicie, w sumie, ogólnie rzecz biorąc
Lernen beginnen
al met al
kłótnia, sprzeczka
Lernen beginnen
bakkeleien
łapać muchy
Lernen beginnen
vliegen afvangen
warunkowy
Lernen beginnen
voorwaardelijk
wesoły, radosny
Lernen beginnen
monter
wynik operacyjny
Lernen beginnen
bedrijfsresultaat
borykać się
Lernen beginnen
worstellen
nieobliczalny
Lernen beginnen
onvoorspelbaar
stale / wciąż
Lernen beginnen
aan de lopende band
zatwierdzać
Lernen beginnen
goedkeuren
przyzwoity, porządny
Lernen beginnen
fatsoenlijk
raz po raz
Lernen beginnen
keer op keer
uwodzić
Lernen beginnen
verleiden
odrzucać
Lernen beginnen
afwijzen
Kurczyć się
Lernen beginnen
Krimpen
magiel
Lernen beginnen
mangelen
odepchnąć
Lernen beginnen
afstoten
oszczędności
Lernen beginnen
bezuinigen
już dawno
Lernen beginnen
allang
cała rzecz
Lernen beginnen
de boel
cholera jasna!
Lernen beginnen
verdorie
Charakterystyka
Lernen beginnen
kenmerk
utrzymać
Lernen beginnen
instandhouden
wyprzedzać
Lernen beginnen
inhalen
oburzony, zniesmaczony
Lernen beginnen
verontwaardigd
forsować
Lernen beginnen
doorduwen
dieta
Lernen beginnen
voedingspatroon
jednomyślność, zgodność
Lernen beginnen
eensgezindheid
zamknąć na klucz, zablokować
Lernen beginnen
op slot zetten
fatalny
Lernen beginnen
rampzalig
obstawiać
Lernen beginnen
inzetten op
Kamień węgielny
Lernen beginnen
Hoeksteen
Oprzeć się
Lernen beginnen
Leunen
cegła
Lernen beginnen
baksteen
żałosne
Lernen beginnen
zielig
okres trwałości
Lernen beginnen
houdbaarheid
zdezelowany, w opłakanym stanie
Lernen beginnen
krakkemikkig
bratanek
Lernen beginnen
neefje
kopnięcie, kopać
Lernen beginnen
trappen
potrzeba
Lernen beginnen
behoefte
zabezpieczyć
Lernen beginnen
waarborgen
Nietykalny
Lernen beginnen
onaantastbaar
rozpruć
Lernen beginnen
tornen
oszust
Lernen beginnen
boef
przeważnie, na ogół
Lernen beginnen
meestal
odwracając się plecami do
Lernen beginnen
de rug toekeren
nie jest tak źle
Lernen beginnen
valt best mee
zbroja, pancerz
Lernen beginnen
pantser
wypluć żółć
Lernen beginnen
gal spuwen
zarzut
Lernen beginnen
verwijt
grozić
Lernen beginnen
dreigen
wrzawa
Lernen beginnen
oproer
sparaliżować
Lernen beginnen
verlammen
odmowa, odrzucenie
Lernen beginnen
afwijzing
wymazać
Lernen beginnen
uitwissen
przydarzyło ci się
Lernen beginnen
overkomen
poobijany, posiniaczony
Lernen beginnen
gehavend
lepki
Lernen beginnen
stroperig
meaning
Lernen beginnen
betekenis
soul
Lernen beginnen
ziel
Hurry up
Lernen beginnen
opschieten
exit
Lernen beginnen
afslag
by far
Lernen beginnen
verreweg
needle
Lernen beginnen
naald
milked out
Lernen beginnen
uitgemolken
roller coaster
Lernen beginnen
achtbaan
dread
Lernen beginnen
vresen
conscience
Lernen beginnen
geweten
interests
Lernen beginnen
belangen
recognition
Lernen beginnen
erkenning
świeży powiew
Lernen beginnen
een Frisse wind
miotła
Lernen beginnen
bezem
gruzy
Lernen beginnen
puin
chichotać
Lernen beginnen
gniffelen
ulga
Lernen beginnen
opluchting
sprawiać przyjemność
Lernen beginnen
genoegen doen
wytłumaczalne
Lernen beginnen
verklaarbaar
wyjątek
Lernen beginnen
uitzondering
osiągnąć cel
Lernen beginnen
een doel behalen
marszczyć brwi
Lernen beginnen
wenkbrauwen fronsen
na sprzedaż
Lernen beginnen
aan de man brengen
przekonywać
Lernen beginnen
overtuigen
zgodnie
Lernen beginnen
in koor
oszczędzać
Lernen beginnen
bezuinigen
podnieść
Lernen beginnen
opkrikken
rura kominowa
Lernen beginnen
schoorsteenpijp
tradycyjnie
Lernen beginnen
van oudsher
potrzeba
Lernen beginnen
behoefte
społeczeństwo
Lernen beginnen
samenleving
program hodowlany
Lernen beginnen
fokprogramma
przyzwyczaić się
Lernen beginnen
wennen
areszt, zatrzymanie
Lernen beginnen
aanhouding
ostrzelanie
Lernen beginnen
beschieten
pilnie, natychmiast
Lernen beginnen
met spoed
wybitnie
Lernen beginnen
bij uitstek
zdradzać
Lernen beginnen
verraden
przeszkadzać
Lernen beginnen
storen
rozumować
Lernen beginnen
redeneren
przestraszony zając
Lernen beginnen
angsthaas
świecąca nienawiść
Lernen beginnen
gloeiende Hekel
wzajemny
Lernen beginnen
wederzijds
dużo, mnóstwo
Lernen beginnen
een hoop
przegrany, pognębiony
Lernen beginnen
verslagen
być przytłoczonym czymś
Lernen beginnen
overmand zijn door
odrzucać
Lernen beginnen
afwijzen
żądanie, prośba
Lernen beginnen
verzoek
niezwykły, niespotykany
Lernen beginnen
ongebruikelijk
zazwyczaj
Lernen beginnen
doorgaans
Pod warunkiem że
Lernen beginnen
Op voorwaarde dat
już dawno
Lernen beginnen
allang
choroba mięśni
Lernen beginnen
spierziekte
być uzależnionym od
Lernen beginnen
verslaafd zijn aan
poddać się
Lernen beginnen
zich uitleveren aan
pragnąć, pożądać czegoś
Lernen beginnen
hunkeren naar
Całkiem nowy
Lernen beginnen
gloednieuwe
Pokonać
Lernen beginnen
verslaan
spadek / upadek
Lernen beginnen
val
propagować, szerzyć
Lernen beginnen
uitdragen
podnosić, wznosić
Lernen beginnen
optillen
sprowokować
Lernen beginnen
uitlokken
cnota
Lernen beginnen
deugd
pokora, skromność
Lernen beginnen
nederigheid
nieuchwytny, nieosiągalny, trudno osiągalny
Lernen beginnen
ongrijpbaar
zakorzeniony
Lernen beginnen
geworteld in
skromny
Lernen beginnen
bescheiden
zadowolenie
Lernen beginnen
bevrediging
potrzeba
Lernen beginnen
behoefte
zaspokojenie potrzeb
Lernen beginnen
bevrediging van behoeften
poobijany
Lernen beginnen
gehavend
Kończy się cierpliwość
Lernen beginnen
geduld raakt op
zaniepokojony
Lernen beginnen
betrokken
znaczący
Lernen beginnen
beduidend
Zmiana, przesunięcie
Lernen beginnen
verschuiving
wypowiedzieć wojnę
Lernen beginnen
de oorlog verklaren
odwaga
Lernen beginnen
moed
Współpraca
Lernen beginnen
vennootschap
powód
Lernen beginnen
aanleiding
zbyt pewny siebie
Lernen beginnen
overmoedig
głośno
Lernen beginnen
hardop
niebezpieczeństwa
Lernen beginnen
perikelen
siedziba
Lernen beginnen
zetel
dziedzictwo
Lernen beginnen
erfenis
straszny, strasznie
Lernen beginnen
vreselijk
klimat biznesowy
Lernen beginnen
vestigingsklimaat
odejmować, odliczać
Lernen beginnen
aftrekken
zniesienie
Lernen beginnen
afschaffing
w krótkim czasie
Lernen beginnen
binnen afzienbare tijd
zbadać
Lernen beginnen
uitzoeken
ministrowie
Lernen beginnen
bewindslieden
ciekawy
Lernen beginnen
nieuwsgierig
artykułować
Lernen beginnen
verwoorden
zastosować
Lernen beginnen
opbrengen
podlegający opodatkowaniu
Lernen beginnen
belastingplichtig
potrzeba
Lernen beginnen
noodzaak
pożądany
Lernen beginnen
wenselijk
przetrwać
Lernen beginnen
overleven
Teraźniejszość
Lernen beginnen
Het Heden
przewidywać
Lernen beginnen
voorzien
umowa
Lernen beginnen
verdrag
Wymieniać się
Lernen beginnen
uitruilen
bliska przyszłość
Lernen beginnen
nabije toekomst
zdobyć przewagę
Lernen beginnen
overhand krijgen
martwić się o
Lernen beginnen
zich druk maken over
przełom
Lernen beginnen
doorbraak
zamiar
Lernen beginnen
opzet
Skala
Lernen beginnen
schaal
podejrzewać
Lernen beginnen
verdenken
zapamiętać
Lernen beginnen
onthouden
przenikliwy
Lernen beginnen
indringend
nieubłagany
Lernen beginnen
onverbiddelijk
współpracować ze sobą
Lernen beginnen
onderling samenwerken
Kopać
Lernen beginnen
Graven
kopać swój własny grób
Lernen beginnen
eigen graf graven
motywujące przemówienie
Lernen beginnen
peptalk
spadać
Lernen beginnen
onderuit gaan
nieporządny, niechlujny
Lernen beginnen
rommelig
zsumowane
Lernen beginnen
opgeteld
gładko, bez zakłóceń
Lernen beginnen
naadloos
schudnąć, stracić na wadze
Lernen beginnen
afvallen
zarzuty
Lernen beginnen
aantijgingen
sprawy idą ciężko
Lernen beginnen
het gaat hard aan toe
królewski
Lernen beginnen
vorstelijk
dźwigać
Lernen beginnen
tillen
bezsensowny, absurdalny
Lernen beginnen
onzinnig
gadać, paplać
Lernen beginnen
kletsen
ostrożny
Lernen beginnen
op zijn hoede
nieco
Lernen beginnen
enigszins
W międzyczasie
Lernen beginnen
ondertussen
zachwycony
Lernen beginnen
opgetogen
suma
Lernen beginnen
optelsom
niewygodny, niezręczny (o sytuacji)
Lernen beginnen
ongemakkelijk
uważnie
Lernen beginnen
aandachtig
wyostrzyć
Lernen beginnen
slijpen
skomleć
Lernen beginnen
zeuren
mądry, pojętny
Lernen beginnen
slim
interweniować
Lernen beginnen
ingrijpen
smutne oczy
Lernen beginnen
lede ogen
być za sterami
Lernen beginnen
aan de knoppen zitten
bat
Lernen beginnen
zweep
Którego
Lernen beginnen
Wiens
spiętrzyć się
Lernen beginnen
zich opstapelen
świetny, wspaniały
Lernen beginnen
glansrijk
skromny
Lernen beginnen
ingetogen
outsider
Lernen beginnen
buitenstaander
o wiele
Lernen beginnen
bij lange na
przyjemny, miły
Lernen beginnen
prettig
zachwycony
Lernen beginnen
verrukt
okazać się
Lernen beginnen
blijken
w odpowiedzi na
Lernen beginnen
naar aanleiding van
wygląda na to że
Lernen beginnen
het lijkt erop dat
urzędniczy
Lernen beginnen
ambtelijk
rekomendacje
Lernen beginnen
aanbeveling
w celu
Lernen beginnen
teneinde
powolny
Lernen beginnen
trage
zanurzyć się
Lernen beginnen
zich onderdompelen
wyrażać, wypowiadać
Lernen beginnen
uiten
zanikający, słabnący
Lernen beginnen
tanend
chronić
Lernen beginnen
bewaken
żałować czegoś
Lernen beginnen
betreuren
kończyć (dokończyć)
Lernen beginnen
afmaken
wpadka
Lernen beginnen
tegenvaller
powiesić
Lernen beginnen
verhangen
przyzwyczaić się
Lernen beginnen
aanwennen
poczucie obowiązku
Lernen beginnen
plichtsbesef
linia przerywana
Lernen beginnen
stippellijn
starania
Lernen beginnen
inspanningen
dominować, przeważać
Lernen beginnen
overheersen
doświadczenie
Lernen beginnen
beleving
arytmetyka
Lernen beginnen
rekensommen
dobytek, mienie
Lernen beginnen
bezittingen
zejść
Lernen beginnen
afkrijgen
wytrwać
Lernen beginnen
volhouden
troszczyć się o, przejmować się czymś
Lernen beginnen
zich aantrekken van
przewracać się
Lernen beginnen
omvallen
podkreślać
Lernen beginnen
onderstrepen
skarżyć się
Lernen beginnen
geklaag
pchnąć, dźgnąć
Lernen beginnen
het duwtje geven
przekazać pałeczkę
Lernen beginnen
het stokje overdragen
zarządzać
Lernen beginnen
beheren
postawić na krawędzi
Lernen beginnen
op scherp zetten
dobroczynność, cele dobroczynne
Lernen beginnen
liefdadigheidsinstelling
Anulować
Lernen beginnen
afzeggen
jeszcze
Lernen beginnen
alsnog
przygotowany na
Lernen beginnen
klaargestoomd voor
weteran
Lernen beginnen
oudgediende
niewłaściwy
Lernen beginnen
ongepast
nielegalny, bezprawny
Lernen beginnen
onwettig
dozwolony
Lernen beginnen
geoorloofd
gorszący
Lernen beginnen
onaanvaardbaar
całować
Lernen beginnen
zoenen
pogański
Lernen beginnen
heidens
biżuteria
Lernen beginnen
sieraden
kura hodowlana
Lernen beginnen
broedkip
zniszczyć
Lernen beginnen
slijten
fabuła, akcja
Lernen beginnen
relaas
nie owijać w bawełnę
Lernen beginnen
geen blad voor de mond nemen
Urzec
Lernen beginnen
boeien
fascynujący
Lernen beginnen
boeiend
głupiec
Lernen beginnen
sukkel
oklepany
Lernen beginnen
afgezaagd
utrudniać
Lernen beginnen
belemmeren
wesoły, zabawny
Lernen beginnen
jolig
nijakie
Lernen beginnen
flauw
smutny
Lernen beginnen
triest
gapić się
Lernen beginnen
staren
dziecinny, infantylny
Lernen beginnen
kinderachtig
Pacha
Lernen beginnen
oksel
brodawki
Lernen beginnen
wratten
poniżający, upokarzający
Lernen beginnen
vernederend
fajne
Lernen beginnen
tof
dla wygody
Lernen beginnen
voor het gemak
stanąć w obronie siebie
Lernen beginnen
voor zich opkomen
zaprzeczać
Lernen beginnen
ontkennen
kłopot
Lernen beginnen
gelazer
byk
Lernen beginnen
stier
szeregi
Lernen beginnen
gelederen
droczyć się
Lernen beginnen
plagen
odsłonić
Lernen beginnen
verklappen
świadek
Lernen beginnen
getuige
akta
Lernen beginnen
bestanden
świetny
Lernen beginnen
uitmuntend
kurtuazja
Lernen beginnen
beleefdheid
z grzeczności / z uprzejmości
Lernen beginnen
uit beleefdheid
indyk
Lernen beginnen
kalkoen
stażysta
Lernen beginnen
stagiair
pochylony do przodu
Lernen beginnen
voorovergebogen
nadchodzący, przyszły
Lernen beginnen
aanstaande
flaga
Lernen beginnen
vlag
przegrać
Lernen beginnen
onderspit delven
potrząsnąć głową na nie
Lernen beginnen
hoofd schudden
trzęsą się do fundamentów
Lernen beginnen
op hun grondvesten staan te schudden
chciwość
Lernen beginnen
hebzucht
być pomocnym
Lernen beginnen
zich dienstbaar opstellen
często
Lernen beginnen
veelal
kuć
Lernen beginnen
hameren
podejście
Lernen beginnen
benadering
podróżować
Lernen beginnen
struikelen
wyczerpanie
Lernen beginnen
uitputting
doceniać
Lernen beginnen
op prijs stellen
deficytowy
Lernen beginnen
schaarse
bycie ostrożnym
Lernen beginnen
op zijn hoede zijn
dziewiczy
Lernen beginnen
ongerepte
nauczyciel
Lernen beginnen
juf
wziąć w garść, ogarnąć
Lernen beginnen
onder de knie krijgen
podejście
Lernen beginnen
aanpak
luka
Lernen beginnen
kloof
zdawać sobie sprawę
Lernen beginnen
beseffen
zadanie
Lernen beginnen
opgave
zaległości
Lernen beginnen
achterstanden
modlić się
Lernen beginnen
bidden
wzgórze
Lernen beginnen
heuvel
równiny zalewowe
Lernen beginnen
uiterwaarden
koszty ogrzewania
Lernen beginnen
stookkosten
gęś
Lernen beginnen
gluif
płot
Lernen beginnen
schutting
pożądanie, pragnienie
Lernen beginnen
wenselijkheid
niesforny, nieposłuszny
Lernen beginnen
weerbarstig
błąd
Lernen beginnen
vergissing
autorytet
Lernen beginnen
gezag
nie wystarczać, nie spełniać oczekiwań
Lernen beginnen
tekortschieten
ani
Lernen beginnen
noch
wyposażony
Lernen beginnen
toegerust
rzucić się na
Lernen beginnen
zich storten op
nawóz
Lernen beginnen
kunstmest
groszek
Lernen beginnen
doperwten
przepraszać
Lernen beginnen
zich verontschuldigen
podkreślać
Lernen beginnen
onderstrepen
zarzut
Lernen beginnen
verwijt
Prywatność
Lernen beginnen
beslotenheid
spotykać się prywatnie
Lernen beginnen
in beslotenheid bij elkaar komen
odpadać
Lernen beginnen
afhaken
przejąć inicjatywę
Lernen beginnen
voortouw nemen
w szczególności, zwłaszcza
Lernen beginnen
met name
winowajca
Lernen beginnen
boosdoener
wstrzemięźliwy
Lernen beginnen
terughoudend
lekkomyślny
Lernen beginnen
roekeloos
lekkomyślność
Lernen beginnen
roekeloosheid
Zgodzić się
Lernen beginnen
gelijk geven
przeszkoda
Lernen beginnen
belemmering
niegrzeczny, nieuprzejmy
Lernen beginnen
ondeugend
pojawić się
Lernen beginnen
zich ontpoppen
pokazać się
Lernen beginnen
zich tonen
rzecznik
Lernen beginnen
voorstander
zakręt
Lernen beginnen
bocht
zaryzykować
Lernen beginnen
een gok nemen
bać się
Lernen beginnen
te duchten heven
wyjaśnienie
Lernen beginnen
uitleg
bezmyślnie
Lernen beginnen
wezenloos
opłakany
Lernen beginnen
betreurenswaardig
uprzejmy
Lernen beginnen
hoffelijk
zachowanie koguta
Lernen beginnen
haantjesgedrag
Tolerować
Lernen beginnen
Dulden
niechętnie
Lernen beginnen
met tegenzin
intensywny
Lernen beginnen
hevig
tonie
Lernen beginnen
zakt weg
ubogi
Lernen beginnen
karig
parszywy
Lernen beginnen
beroerd
skrupulatnie
Lernen beginnen
nauwgezet
ognisty
Lernen beginnen
vlammend
argument
Lernen beginnen
betoog
zbieracz
Lernen beginnen
plukker
bałagan
Lernen beginnen
rommeltje
chodnik
Lernen beginnen
stoepje
dziwak
Lernen beginnen
mafkees
gówno
Lernen beginnen
stront
Koraliki
Lernen beginnen
kralen
napiwek
Lernen beginnen
fooi
to nie ma sensu
Lernen beginnen
er klopt geen reet van
wtopić się w kulturę
Lernen beginnen
opgaan in de cultuur
zepsuć
Lernen beginnen
verneuken
squat
Lernen beginnen
kraakpand
wyć
Lernen beginnen
janken
kciuk
Lernen beginnen
duim
zejść z
Lernen beginnen
afstappen
chłopczyca
Lernen beginnen
tomboy
głupi
Lernen beginnen
malle
z przyzwoitości
Lernen beginnen
uit fatsoen
nudny
Lernen beginnen
suffe
leniwy
Lernen beginnen
vadsig
tchórzliwy
Lernen beginnen
lafffig
okradziony
Lernen beginnen
beroofd
tkwić
Lernen beginnen
vastzitten
szturchać
Lernen beginnen
aanstoten
ogon
Lernen beginnen
staart
żywopłot
Lernen beginnen
heg
wymyślać
Lernen beginnen
verzinnen
wybuchać
Lernen beginnen
ontploffen
łapa
Lernen beginnen
pootje
to nie ma sensu
Lernen beginnen
dat slaat nergens op
ukryć
Lernen beginnen
verstoppen
fajne
Lernen beginnen
gaaf
został porzucony
Lernen beginnen
is afgestaan
odmowa
Lernen beginnen
afwijzing
wycierać
Lernen beginnen
veeg af
krzyki bólu
Lernen beginnen
kreten van pijn
sapie i jęczy
Lernen beginnen
hijgt en kreunt
świece
Lernen beginnen
kaarsjes
to nie wygląda na nic
Lernen beginnen
dat lijkt toch nergens op
Anululować
Lernen beginnen
afzeggen
gówno
Lernen beginnen
gekloot
Rozmazany
Lernen beginnen
wazig
przedwczesny
Lernen beginnen
voorbarig
Nie obchodzi mnie to
Lernen beginnen
ik kan me niks schelen
chłopak
Lernen beginnen
vent
korzystny
Lernen beginnen
gunstig
spieszyć się
Lernen beginnen
opschieten
poddostawca
Lernen beginnen
koppelbaas
zbrodniczy, przestępczy
Lernen beginnen
malefide
przedział piwniczny
Lernen beginnen
kelderbox
warunki mieszkaniowe
Lernen beginnen
huisvestingsomstandigheden
werbować
Lernen beginnen
werven
wycierać
Lernen beginnen
dweilen
dostarczyć informacje komuś
Lernen beginnen
voorlichting geven aan
wyświetlić film
Lernen beginnen
een film vertonen
kluczowy
Lernen beginnen
wezenlijk
względy
Lernen beginnen
overwegingen
ku dołowi
Lernen beginnen
neerwaarts
zatrudnić
Lernen beginnen
inhuren
zbieracze herbaty
Lernen beginnen
theeplukkers
zdać sobie sprawę że
Lernen beginnen
beseffen dat
zamiar
Lernen beginnen
voornemen
wrażliwy
Lernen beginnen
gevoelig
przyśpieszyć
Lernen beginnen
vaart maken
popyt, zapotrzebowanie
Lernen beginnen
vraag
wprowadzać w
Lernen beginnen
voorop lopen in
postawić wysoko poprzeczkę
Lernen beginnen
de lat hoog leggen
inwestor
Lernen beginnen
belegger
zaniedbać
Lernen beginnen
verzuimen
instalacja wodociągowa
Lernen beginnen
loodgieterswerk
wziąć się do roboty
Lernen beginnen
aan de praat krijgen
samoocena, poczucie własnej wartości
Lernen beginnen
eigenwaarde
przewidywany być
Lernen beginnen
voorspeld zijn
ślub
Lernen beginnen
trouwerij
petardy
Lernen beginnen
rotjes
krzyk
Lernen beginnen
gegil
bolesny
Lernen beginnen
hartverscheurend
podziwiać
Lernen beginnen
zich vergapen aan
odważny, dzielny
Lernen beginnen
dapper
Przekazanie obowiązków
Lernen beginnen
overdracht
obrus
Lernen beginnen
tafellaken
nerwowość
Lernen beginnen
zenuwen
powstrzymać się od czegoś
Lernen beginnen
in bedwang houden
zdesperowany
Lernen beginnen
wanhopig
spożytkować
Lernen beginnen
benutten
opiekować się
Lernen beginnen
zich ontfermen over
migawki
Lernen beginnen
kiekjes
wybuchać
Lernen beginnen
losbarsten
cichy jak mysz
Lernen beginnen
muisstil
postęp
Lernen beginnen
vooruitgang
po
Lernen beginnen
na afloop
dosyć
Lernen beginnen
nogal
letni, ciepławy
Lernen beginnen
lauw
Omawiać
Lernen beginnen
overleggen
rozmyślania
Lernen beginnen
overpeinzingen
kominek
Lernen beginnen
haard
kłopotliwe miejsca
Lernen beginnen
brandhaarden
pójść z dymem
Lernen beginnen
in rook opgaan
szalony, zwariowany
Lernen beginnen
krankzinnig
nadmiar czegoś
Lernen beginnen
overdaad aan
choroby naczyniowe
Lernen beginnen
vaatziekten
przychodzą do głowy
Lernen beginnen
voor de geest staan
w oddali
Lernen beginnen
in de verte
niechęć, awersja
Lernen beginnen
afkeer
bezwzględny
Lernen beginnen
meedogenloos
zawijać, owijać
Lernen beginnen
vouwen
rozkład
Lernen beginnen
verval
patent
Lernen beginnen
octrooi
na korzyść czegoś
Lernen beginnen
ten bate van
Wystawa sklepowa
Lernen beginnen
etalage
niechlujny
Lernen beginnen
slordig
cła przywozowe
Lernen beginnen
invoerrechten
ciężko pracować, harować
Lernen beginnen
zwoegen
masoneria
Lernen beginnen
vrijmetselarij
abstynent
Lernen beginnen
geheelonthouder
naganny, karygodny (o zachowaniu)
Lernen beginnen
verwerpelijk
uszlachetnić
Lernen beginnen
in de adelstand verheven
kamieniołom wapna
Lernen beginnen
kalkgroeve
bez zarzutu
Lernen beginnen
onberispelijk
zwłoki
Lernen beginnen
lijk
zaniedbać, zlekceważyć
Lernen beginnen
verwaarlozen
płacz o pomoc
Lernen beginnen
noodkreet
godny
Lernen beginnen
waardig
zatoki
Lernen beginnen
bijholten
żuć
Lernen beginnen
kauwen
spowodować
Lernen beginnen
teweegbrengen
prawość, uczciwość
Lernen beginnen
rechtwaardigheid
duszący
Lernen beginnen
verstikkend
okablowanie
Lernen beginnen
bedrading
zabawa w chowanego
Lernen beginnen
verstoppertje
stawy
Lernen beginnen
gewrichten
podniecenie
Lernen beginnen
opwinding
wysiłek
Lernen beginnen
inzet
zwiększyć presję
Lernen beginnen
de druk opvoeren
strzały
Lernen beginnen
pijlen
kazanie
Lernen beginnen
preek
Las deszczowy
Lernen beginnen
regenwoud
nawiązywał do
Lernen beginnen
gezinspeeld op
spożytkować
Lernen beginnen
benutten
reklama
Lernen beginnen
ruchtbaarheid
znieść, zlikwidować
Lernen beginnen
afschaffen
bęben
Lernen beginnen
trom
zgadzać się
Lernen beginnen
beaamen
odpowiedzialny
Lernen beginnen
afrekenbaar
buntować się przeciwko
Lernen beginnen
zich afzetten tegen
uprzywilejowany
Lernen beginnen
bevoorrecht
dziecko
Lernen beginnen
jochie
po prostu
Lernen beginnen
simpelweg
brakowało jej odwagi
Lernen beginnen
het ontbrak haar aan moed
ruch oporu wobec reżimu apartheidu
Lernen beginnen
het verzet tegen het apartheidsregime
kierownik, przełożony
Lernen beginnen
leidinggevende
uciec od
Lernen beginnen
ontkomen aan
bardzo potrzebny
Lernen beginnen
broodnodig
domniemany
Lernen beginnen
verondersteld
chwalić się
Lernen beginnen
zich opscheppen
dostarczyć
Lernen beginnen
opleveren
zaangażowanie
Lernen beginnen
betrokkenheid
obawy, troski, sprawy
Lernen beginnen
besognes
dół
Lernen beginnen
put
analityczny
Lernen beginnen
analytisch aangelegd
bardzo ubogi
Lernen beginnen
straatarm
od razu do rzeczy
Lernen beginnen
op de man af
zostać w tyle
Lernen beginnen
achterop raken
gburowaty
Lernen beginnen
nors
czasami
Lernen beginnen
bij vlagen
szeroki uśmiech
Lernen beginnen
grijns
gloryfikacja
Lernen beginnen
verheerlijking
Nie o to chodzi
Lernen beginnen
daar gaat het niet om
wykonać pracę
Lernen beginnen
werk verzetten
wygłaszać wykłady
Lernen beginnen
college geven
sądzić
Lernen beginnen
menen
gaduła
Lernen beginnen
praatjesmaker
skreślenia
Lernen beginnen
doorhalingen
Wskazówki
Lernen beginnen
aanwijzingen
napięcie mięśni
Lernen beginnen
spierpijn
zranienie
Lernen beginnen
letsel
bałagan
Lernen beginnen
troep
wojna gangów
Lernen beginnen
bende oorlog
zmienna pogoda
Lernen beginnen
wisselvallige weer
mięśnie
Lernen beginnen
spieren
stawy
Lernen beginnen
gewrichten
przypadkowo
Lernen beginnen
lukraak
Powiedzieć do widzenia
Lernen beginnen
gedag zeggen
siedzieć na huśtawce
Lernen beginnen
op de wip zitten
położnictwo
Lernen beginnen
verloskunde
nadąsany
Lernen beginnen
benauwd
trafny, celny
Lernen beginnen
raak
wynalazek
Lernen beginnen
uitvinding
empatia
Lernen beginnen
inlevingsvermogen
sprężysty
Lernen beginnen
weerbaar
odważny
Lernen beginnen
dapper
niegrzeczny
Lernen beginnen
onbeschoft
chłopak
Lernen beginnen
vent
peruka
Lernen beginnen
pruik
wyolbrzymiać, przesadzać
Lernen beginnen
overdrijven
nieszczęście
Lernen beginnen
ramp
dobrze się bawić
Lernen beginnen
zich vermaken
uroczy
Lernen beginnen
schattig
bezprecedensowa niesprawiedliwość
Lernen beginnen
ongekend onrecht
czarna strona
Lernen beginnen
zwarte bladzijde
stronniczy
Lernen beginnen
vooringenomen
dość
Lernen beginnen
tamelijk
spieszyć się
Lernen beginnen
opschieten
żądanie
Lernen beginnen
verzoekje
zwinny
Lernen beginnen
lenig
zachowywać się
Lernen beginnen
zich gedragen
zamknąć się w sobie
Lernen beginnen
zich opsluiten
pełzać
Lernen beginnen
kruipen
zranić
Lernen beginnen
kwetsen
zapalić się
Lernen beginnen
in de fik vliegen
duch
Lernen beginnen
spook
szorstki
Lernen beginnen
ruig
drobiazgi
Lernen beginnen
futiliteiten
martwić się o
Lernen beginnen
zich druk maken over
odporność
Lernen beginnen
verzet
Rządy terroru
Lernen beginnen
schrikbewind
stawy
Lernen beginnen
gewrichten
oszustwo
Lernen beginnen
oplicherij
daj spokój
Lernen beginnen
kom op
mieć na sumieniu
Lernen beginnen
op geweten hebben
zawiniona śmierć
Lernen beginnen
dood door schuld
pokutować
Lernen beginnen
boeten
paść martwym
Lernen beginnen
dood neervallen
zniszczyć
Lernen beginnen
verwoesten
pozbyć się tego
Lernen beginnen
er vanaf zijn
skończ to
Lernen beginnen
het afmaken
interpretator
Lernen beginnen
tolk
kolczyki
Lernen beginnen
oorbellen
zmyślać
Lernen beginnen
verzinnen
wystrzelona strzała
Lernen beginnen
pijl is afgeschoten
suki
Lernen beginnen
teven
Puchar
Lernen beginnen
beker
krzywy
Lernen beginnen
scheve
wkładki higieniczne
Lernen beginnen
inlegkruisjes
mieć okres
Lernen beginnen
ongesteld zijn
robota
Lernen beginnen
karwei
zemsta
Lernen beginnen
wraak
dotykać
Lernen beginnen
aanraken
iść do więzienia
Lernen beginnen
de bak in gaan
nadgarstki
Lernen beginnen
polsen
dupek
Lernen beginnen
lulletje
idiota
Lernen beginnen
malloot
uniewinnienie
Lernen beginnen
vrijspraak
skandal
Lernen beginnen
verontwaardiging
radny
Lernen beginnen
wethouder
wniosek
Lernen beginnen
voorstel
głosować, oddawać głos
Lernen beginnen
een stem uitbrengen
wycofać
Lernen beginnen
terugdraaien
zaangażowanie
Lernen beginnen
betrokkenheid
delegacja, reprezentacja
Lernen beginnen
afvaardiging
żartobliwie
Lernen beginnen
gekscherend
wychodzić na czysto
Lernen beginnen
quitte spelen
oczywisty
Lernen beginnen
voordehand
strzał w dziesiątkę
Lernen beginnen
een schot in de roos
zaprawiony
Lernen beginnen
doorgewinterde
przewidywać
Lernen beginnen
voorspellen
pokorny
Lernen beginnen
nederig
wytrwać
Lernen beginnen
volhouden
zachwycony
Lernen beginnen
in zijn nopjes
plotka
Lernen beginnen
rumour
intensywny
Lernen beginnen
fel
zachowania
Lernen beginnen
gedragingen
podnosząca na duchu muzyka
Lernen beginnen
opzwepende muziek
przyjść naturalnie
Lernen beginnen
vanzelfvoorbij komen
trzymać na kolanach
Lernen beginnen
op schoot houden
Nalegam
Lernen beginnen
ik sta erop
zbadać
Lernen beginnen
uitzoeken
chłodny
Lernen beginnen
kil
wady wrodzone
Lernen beginnen
aangeboren afwijkingen
strzykawka
Lernen beginnen
spuit
Bez powodu
Lernen beginnen
zómaar
sędzia śledczy
Lernen beginnen
rechter commissaris
zaczerpnąć świeżego powietrza
Lernen beginnen
een luchtje scheppen
kochanek
Lernen beginnen
minnaar
na próżno
Lernen beginnen
tevergeefs
miska, salaterka
Lernen beginnen
kom
pędzel cukierniczy
Lernen beginnen
bakkwast
Praca dyplomowa
Lernen beginnen
scriptie
paskudny
Lernen beginnen
nare
skończyć
Lernen beginnen
rond krijgen
uczucie zemsty
Lernen beginnen
wraakgevoelens
do przyjęcia
Lernen beginnen
aannemelijk
biegunka
Lernen beginnen
buikloop
dobitnie
Lernen beginnen
met klem
zatwierdzać
Lernen beginnen
goedvinden
Sąd
Lernen beginnen
rechtbank
mieć okres
Lernen beginnen
ongesteld zijn
zginać
Lernen beginnen
buigen
Gratulacje!
Lernen beginnen
proficiat!
rozsądny
Lernen beginnen
zinnig
jasny, oczywisty
Lernen beginnen
duidelijk
choroba serca
Lernen beginnen
hartkwaal
oczyścić
Lernen beginnen
vrij pleiten
przesłuchać
Lernen beginnen
ondervragen
niewystarczający
Lernen beginnen
ondeugdelijk
bezkrytycznie
Lernen beginnen
klakkeloos
iść na urlop
Lernen beginnen
met verlof gaan
wypalony
Lernen beginnen
overspannen
dookoła tego
Lernen beginnen
omheen
niestrawny
Lernen beginnen
onverteerbaar
szalony
Lernen beginnen
dolle
popełnić
Lernen beginnen
plegen
Informator, whistleblower
Lernen beginnen
klokkenluider
rewizja
Lernen beginnen
herziening
rozbrajający
Lernen beginnen
ontwapenend
profesjonalny
Lernen beginnen
vakkundig
sprzeczny
Lernen beginnen
tegenstrijdig
dotknąć
Lernen beginnen
aanstippen
kurczyć się
Lernen beginnen
slinken
kończy się
Lernen beginnen
het houdt op
dziecko pozamałżeńskie
Lernen beginnen
buitenechtelijk kind
wydaje mi się to fajne
Lernen beginnen
het lijkt me vet
Biodra
Lernen beginnen
heupen
osiągalny
Lernen beginnen
haalbaar
Zadanie wykonane
Lernen beginnen
klusje geklaard
podniecać
Lernen beginnen
opwinden
brak
Lernen beginnen
gemis
cholernie napalony
Lernen beginnen
bloedgeil
zaloty
Lernen beginnen
verkering
zaangażowany
Lernen beginnen
gemoeid
bezsporne
Lernen beginnen
buiten kijf
widocznie
Lernen beginnen
klaarblijkelijk
uprzejmy
Lernen beginnen
meegaand
zaległy
Lernen beginnen
achterstallig
zgniły, zepsuty
Lernen beginnen
rot
mokre
Lernen beginnen
kleddernat
sztywny
Lernen beginnen
stijf
z wysokiej trampoliny
Lernen beginnen
van de hoge duikplank
odwalić się, odpieprzyć się, spadać
Lernen beginnen
opzouten
kraść
Lernen beginnen
stelen
iść w zgodzie z
Lernen beginnen
in de pas lopen met
namiętny, żarliwy
Lernen beginnen
bevlogen
uparty
Lernen beginnen
eigenwijs
w niezgrabny sposób
Lernen beginnen
op een onhandige manier
sztywny
Lernen beginnen
rigid
zbierać plony
Lernen beginnen
oogst maken
doświadczenie
Lernen beginnen
beleving
smutny
Lernen beginnen
sneu
przestarzały
Lernen beginnen
gedateerd
Kumpel
Lernen beginnen
maatje
do niedawna
Lernen beginnen
tot voor kort
mimo że
Lernen beginnen
alhoewel
zapamiętać
Lernen beginnen
onthouden
rynek sprzedaży
Lernen beginnen
afzetmarkt
hołd
Lernen beginnen
eerbetoon
wyzdrowieć
Lernen beginnen
bijkomen
zazwyczaj
Lernen beginnen
doorgaans
skromny
Lernen beginnen
ingetogen
oczarować
Lernen beginnen
in vervoering brengen
malować, barwić
Lernen beginnen
verven
Ostre jak żyletka
Lernen beginnen
vlijmscherp
uderzający
Lernen beginnen
markant
ujmujący
Lernen beginnen
innemend
żwir
Lernen beginnen
grint
huśtawka
Lernen beginnen
schommel
przepompownia
Lernen beginnen
gemaal
ruszt
Lernen beginnen
rasp
stosować sprawiedliwość
Lernen beginnen
rechtwaardigheid toepassen
serdeczny przyjaciel
Lernen beginnen
boezemvriend
religia
Lernen beginnen
godsdienst
o miękkim sercu
Lernen beginnen
zachtaardig
nigdy
Lernen beginnen
nimmer
wszechświat
Lernen beginnen
heelal
reprezentować
Lernen beginnen
vertegenwoordigen
istota
Lernen beginnen
wezen
przewidywany
Lernen beginnen
voorspeld
kpina
Lernen beginnen
spot
pogarda
Lernen beginnen
minachting
nieład
Lernen beginnen
wanorde
tkliwość
Lernen beginnen
genegenheid
podejmować wysiłek
Lernen beginnen
inspanning getroosten
oczywiście
Lernen beginnen
uiteraard
wygasać, kończyć się
Lernen beginnen
aflopen
komentarz
Lernen beginnen
opmerking
być poczętym
Lernen beginnen
verwekt zijn
paskudny
Lernen beginnen
nare
czasami
Lernen beginnen
weleens
osiągalny
Lernen beginnen
haalbaar
zerwać
Lernen beginnen
uitmaken
film jest bardzo głośny
Lernen beginnen
de film staat heel hard
utrapienie, niedogodność
Lernen beginnen
overlast
Praca dorywcza
Lernen beginnen
bijbaantje
pokrowiec na skuter
Lernen beginnen
scooterhoes
niewygodny, niezręczny (o sytuacji)
Lernen beginnen
ongemakkelijk
to oszczędza ci niezręcznej rozmowy
Lernen beginnen
het scheelt je een ongemakkelijk gesprek
golf
Lernen beginnen
coltrui
policzek
Lernen beginnen
wang
topnieć
Lernen beginnen
smelten
podnieść wątek
Lernen beginnen
de draad oppakken
żałoba
Lernen beginnen
rouw
Reklama, ogłoszenie
Lernen beginnen
advertentie
współczucie
Lernen beginnen
mededogen
era
Lernen beginnen
tijdperk
nadchodzący
Lernen beginnen
aanstaande
wąchać
Lernen beginnen
ruiken
przebrany
Lernen beginnen
verkapte
szyderstwo
Lernen beginnen
sneer
obniżać
Lernen beginnen
onderuit halen
ledwo
Lernen beginnen
amper
w obiegu
Lernen beginnen
in omloop
skurcze
Lernen beginnen
weeën
schowek na miotły
Lernen beginnen
bezemkast
udać się
Lernen beginnen
toegaan
przywiązany do
Lernen beginnen
gehecht aan
dowiedzieć się
Lernen beginnen
achterkomen
opieka
Lernen beginnen
voogdij
wyzywać
Lernen beginnen
uitschelden
niewydolność nerek
Lernen beginnen
nierfalen
rodzić
Lernen beginnen
baren
urodzić
Lernen beginnen
bevallen
rzeczywistość
Lernen beginnen
werkelijkheid
luka
Lernen beginnen
kloof
prekursor
Lernen beginnen
voorloper
na razie
Lernen beginnen
voorlopig
studia społeczne
Lernen beginnen
maatschappijleer
lina
Lernen beginnen
touw
poniżający
Lernen beginnen
mensonterend
wprowadzić w błąd
Lernen beginnen
misleiden
wysokie obcasy
Lernen beginnen
hoge hakken
muskularny
Lernen beginnen
gespierd
klej
Lernen beginnen
lijm
wiać
Lernen beginnen
waaien
przechodzi przez szpik i kość
Lernen beginnen
gaat door merg en been
rana kłuta
Lernen beginnen
steekwond
kompas
Lernen beginnen
passer
otwarcie myślący
Lernen beginnen
ruimdenkend
wymyślać
Lernen beginnen
verzinnen
schorzenie
Lernen beginnen
aandoening
podszept
Lernen beginnen
ingeving
twierdzenie Pitagorasa
Lernen beginnen
de stelling van Pythagoras
żałosny
Lernen beginnen
zielig
napalenie
Lernen beginnen
geilheid
czasami
Lernen beginnen
weleens
luźno
Lernen beginnen
losjes
niegrzeczny
Lernen beginnen
stouterd
szuflada
Lernen beginnen
laatje
bezwarunkowy
Lernen beginnen
unvoorwaardelijk
zarzut
Lernen beginnen
pleidooi
porwany
Lernen beginnen
ontvoerd
swobodnie
Lernen beginnen
vrijuit
niemożność
Lernen beginnen
onvermogen
pastor
Lernen beginnen
dominee
przepaska na oko
Lernen beginnen
ooglapje
proch strzelniczy
Lernen beginnen
buskruit
przysięgać
Lernen beginnen
zweeren
zapalenie opłucnej
Lernen beginnen
de pleuris
zastraszenie
Lernen beginnen
intimidatie
zapał
Lernen beginnen
gretigheid
bez wstydu
Lernen beginnen
zonder gêne
tyłek
Lernen beginnen
kont
jeszcze raz
Lernen beginnen
alweer
stać w bezruchu
Lernen beginnen
bij stil staan
okradziony
Lernen beginnen
beroofd
przydarzyć się komuś
Lernen beginnen
overkomen
co mnie to obchodzi
Lernen beginnen
wat kan mij het schelen
narzucać się
Lernen beginnen
zichzelf opdringen
rozważać
Lernen beginnen
afweging maken
dobrze
Lernen beginnen
deugt
spieprzyć coś
Lernen beginnen
verkloten
poprawka, egzamin poprawkowy
Lernen beginnen
hertentamen
mały palec
Lernen beginnen
pink
uwłaczający
Lernen beginnen
denigrerend
bagażnik samochodowy
Lernen beginnen
achterbak
podnośnik / lewarek
Lernen beginnen
krik
dostosować się do
Lernen beginnen
zich instellen op
wybuch
Lernen beginnen
klapband
jęczeć
Lernen beginnen
kermen
szwy
Lernen beginnen
hechtingen
budzik
Lernen beginnen
wekker
żłobek
Lernen beginnen
crèche
zamglić się
Lernen beginnen
beslaan
każdego razu
Lernen beginnen
telkens
grupa docelowa
Lernen beginnen
beoogde group
chwytać dzień (Carpe Diem)
Lernen beginnen
de dag plukken
w dobrym humorze
Lernen beginnen
gut gemutst
rozpaść się na kawałki
Lernen beginnen
in deugen vallen
gałka muszkatołowa
Lernen beginnen
nootmuskaat
sucharek
Lernen beginnen
beschuit
endywia
Lernen beginnen
andijvie
gotować
Lernen beginnen
gaaren
pieczony
Lernen beginnen
uitgebakken
ogórki konserwowe
Lernen beginnen
tafelzuren
zazwyczaj
Lernen beginnen
doorgaans
karoseria
Lernen beginnen
koetswerk
kunktatorstwo
Lernen beginnen
uitstelgedrag
tratwa do nurkowania
Lernen beginnen
duikvlot
ścieżka do biegania
Lernen beginnen
Trimbaan
trochę dalej
Lernen beginnen
een eindje verderop
sygnał
Lernen beginnen
seintje
zaloty
Lernen beginnen
verkering
bezsporne
Lernen beginnen
buiten kijf
uprzejmy
Lernen beginnen
meegaand
zgniły, zepsuty
Lernen beginnen
rot
Zranienie
Lernen beginnen
letsel
rzeczniczka
Lernen beginnen
woordvoerster
smutny
Lernen beginnen
sneu
mimo że
Lernen beginnen
alhoewel
gorączkowy
Lernen beginnen
koortsachtig
zazwyczaj
Lernen beginnen
doorgaans
członek rządu
Lernen beginnen
bewindsled
niepotrzebny
Lernen beginnen
overbodig
z zapałem
Lernen beginnen
gretig
rumienić się
Lernen beginnen
blozen
Zgadzać się
Lernen beginnen
beamen
żart
Lernen beginnen
gein
wstrzymywać
Lernen beginnen
afhouden
łup
Lernen beginnen
de buit
podjąć stanowczą decyzję
Lernen beginnen
de knoop doorhakken
pułapka
Lernen beginnen
valkuil
sprowokować kogoś
Lernen beginnen
uit de tent lokken
parszywy
Lernen beginnen
beroerd
wyjaśnić
Lernen beginnen
op een rijtje zetten
skubać
Lernen beginnen
knabbelen
dziura w gardle
Lernen beginnen
keelgat
iskra
Lernen beginnen
vonk
proch strzelniczy
Lernen beginnen
buskruit
gest
Lernen beginnen
gebaar
próżny
Lernen beginnen
ijdel
zranić
Lernen beginnen
kwetsen
przyszłość
Lernen beginnen
het verschiet
samorozwój
Lernen beginnen
zelfontplooiing
iść na całość
Lernen beginnen
hard van stapel lopen
przemyślany
Lernen beginnen
bedachtzaam
bełkot
Lernen beginnen
geblubber

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.