→ Français - Néerlandais → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
cela semble étrange Lernen beginnen		het klinkt vreemd
les bonnes résolutions Lernen beginnen		de goede voornemens
nettoyer Lernen beginnen		schoonmaken
ramasser, aller chercher Lernen beginnen		oppakken
entretenir le contact Lernen beginnen		het contact onderhouden
à temps partiel Lernen beginnen		deeltijd
travailler à domicile Lernen beginnen		vanuit huis werken
autant que possible Lernen beginnen		zoveel als het kan
à la campagne Lernen beginnen		op het platteland
le prix est élevé Lernen beginnen		de prijs is hoog
l'essence est chère Lernen beginnen		de benzine is duur
je ne me sens pas prêt Lernen beginnen		ik voel me er niet klaar voor
je marchais Lernen beginnen		ik liep
mon objectif est de passer au niveau supérieur Lernen beginnen		mijn doel is om naar het volgende niveau te gaan
depuis un an et demi Lernen beginnen		sinds anderhalf jaar
lever la jambe Lernen beginnen		het been optillen
au printemps Lernen beginnen		in de lente
faire des progrès Lernen beginnen		vooruitgang boeken, vorderingen maken
faire beaucoup de sport Lernen beginnen		veel sporten doen/trainen
j'ai recommencé Lernen beginnen		ik ben weer begonnen
au lieu de celà Lernen beginnen		in plaats daarvan
la possibilité de retour Lernen beginnen		de kans op terugkeer
gérer son temps Lernen beginnen		zijn tijd omgaan
tous les deux Lernen beginnen		allebij
étape par étape Lernen beginnen		stap voor stap
pour cette raison Lernen beginnen		om deze reden
c'est à dire Lernen beginnen		dat wil zeggen
au moins Lernen beginnen		minstens, tenminste
surmonter une épreuve Lernen beginnen		een beproeving overwinnen/herstellen
pour l'aller retour Lernen beginnen		voor heen en terug
changer de service Lernen beginnen		van afdeling veranderen
mon bureau Lernen beginnen		mijn kantoor
le parking Lernen beginnen		de parkeerplaats
soulagé Lernen beginnen		opgelucht
détendu Lernen beginnen		ontspannen
faire du mal Lernen beginnen		kwaad doen
la progression, l'avancée Lernen beginnen		de opmars
le cimetière Lernen beginnen		de begraafplaats
le cercueil Lernen beginnen		de doodskist
le cadavre Lernen beginnen		het lijk
la vie professionnelle Lernen beginnen		het werksamenleven
le travail à la chaîne Lernen beginnen		het kettingswerk
rare Lernen beginnen		zeldzaam
raté, échoué Lernen beginnen		mislukt
sociable Lernen beginnen		gezellig
soulagé Lernen beginnen		opgelucht
soutenir Lernen beginnen		ondersteunen
le plat Lernen beginnen		het gerecht
ça me manque Lernen beginnen		ik mis het
le trou Lernen beginnen		het gat
je les mets dans le four Lernen beginnen		Ik zet ze in de oven
habitué Lernen beginnen		gewend om
depuis deux jours Lernen beginnen		sinds twee dagen
il fait ses griffes sur le canapé Lernen beginnen		hij klauwt op de bank
surpris Lernen beginnen		verbaasd
emballer Lernen beginnen		verpakken
déballer Lernen beginnen		uitpakken
un mâle, une femelle Lernen beginnen		een mannetje, een vrouwtje
ils ont mauvaise réputation Lernen beginnen		ze hebben een slechte naam
écrasé par une voiture Lernen beginnen		overreden door een auto
la preuve Lernen beginnen		het bewijs
supposer Lernen beginnen		vermoeden
freiner Lernen beginnen		remmen
le renard Lernen beginnen		de vos
la densité de population Lernen beginnen		de bevolkingsdichtheid
l'élevage Lernen beginnen		de veeteelt
élevé en plein-air Lernen beginnen		buiten opgegroeid
confirmer Lernen beginnen		bevestigen
la femme au foyer Lernen beginnen		de huisvrouw
plusieurs fois Lernen beginnen		meerdere keren
adapté, approprié Lernen beginnen		geschikt
le rendez-vous Lernen beginnen		de afspraak
déranger Lernen beginnen		storen
monter les escaliers Lernen beginnen		de trap lopen
la salle de réunion Lernen beginnen		de vergaderruimte
c'est la raison pour laquelle Lernen beginnen		het is de reden waarom
le prénom, le nom de famille Lernen beginnen		de voornaam, de achternaam
pour la première fois Lernen beginnen		voor het eerst
tout le monde a aimé l'ambiance Lernen beginnen		iedereen vond de sfeer fijn
soudainement Lernen beginnen		plotseling
juger Lernen beginnen		beoordelen
à cette période Lernen beginnen		in deze periode
le divorce Lernen beginnen		de scheiding
tendu Lernen beginnen		gespannen
ils sont bien dans leur peau Lernen beginnen		ze zitten goed in hun vel
choqué Lernen beginnen		geschokt
autoriser Lernen beginnen		toestaan
reconstruire Lernen beginnen		opnieuw opbouwen
avec qui Lernen beginnen		met wie
habitué Lernen beginnen		gewend om
être propre Lernen beginnen		zindelijk zijn
le marécage Lernen beginnen		het moeras
les haricots verts en conserve Lernen beginnen		de ingeblikte sperziebonen
cette nuit Lernen beginnen		vannacht
heureusement j'ai bientôt des vacances Lernen beginnen		ik heb gelukkig gauw vakantie
je suis toujours aussi occupé Lernen beginnen		ik heb het nog zo druk
je suis occupé Lernen beginnen		ik heb het druk
tu seras bientôt en vacances Lernen beginnen		je hebt gauw vakantie
je ne veux pas être devant Lernen beginnen		ik wil niet vooraan staan
voilà Ruud Lernen beginnen		daar heb je Ruud
tu ne le connais pas encore Lernen beginnen		die ken je nog niet
ne bouge pas Lernen beginnen		blijf maar staan
pouvons-nous vous l'emprunter Lernen beginnen		kunnen we het lenen
quand partez-vous? Lernen beginnen		wanneer vertrekken jullie?
vous pouvez aller le chercher chez les parents Lernen beginnen		jullie kunnen het bij de ouders ophalen
quel temps fait-il? Lernen beginnen		wat voor weer is het?
il fait mauvais temps Lernen beginnen		het is lelijk weer
il arrive en retard partout Lernen beginnen		hij komt overal laat aan
ce n'est pas agréable pour les autres Lernen beginnen		dat is niet prettig voor de anderen
il y a toujours un groupe qui joue Lernen beginnen		er treedt altijd een muziekgroep op
le café ne ferme jamais en été Lernen beginnen		het café gaat zomers nooit dicht
avoir terminé Lernen beginnen		klaar zijn met
à quelle fréquence? combien de fois? Lernen beginnen		hoe vaak?
assez souvent Lernen beginnen		dikwijls
les contraires Lernen beginnen		de tegengestelden
une vieille affaire Lernen beginnen		een oude zaak
le bonhomme de neige Lernen beginnen		de sneeuwpop
mourir Lernen beginnen		sterven, dood gaan
les funérailles Lernen beginnen		de begrafenis
il n'a jamais été impliqué dans quoi que ce soit Lernen beginnen		hij is nooit ergens bij betrokken geweest
il ne pouvait rien faire lui-même Lernen beginnen		hij kon niks zelf doen
encourager Lernen beginnen		aanmoedigen
pathétique Lernen beginnen		zielig
ce n'est pas important Lernen beginnen		het maakt niet uit
faire descendre Lernen beginnen		naar beneden halen
pour un prix raisonnable Lernen beginnen		voor een redelijke prijs
la taxe Lernen beginnen		de belasting
le taux d'intérêt Lernen beginnen		het rentetarief
la pénurie de logements Lernen beginnen		het tekort aan woningen
la rareté, la pénurie Lernen beginnen		de schaarste
superficiel Lernen beginnen		oppervlakkig
déménager Lernen beginnen		verplaatsen
la piste d'atterrissage Lernen beginnen		de landingsbaan
l'isolation phonique Lernen beginnen		de geluidsisolatie
bruyant Lernen beginnen		luidruchtig
une vision très humaine de la santé mentale Lernen beginnen		een zeer menselijke kijk op geestelijke gezondheid
l'agence pour l'emploi Lernen beginnen		het arbeidsbureau
l'agence d'intérim, de placement Lernen beginnen		het uitzendbureau
travailler à son compte Lernen beginnen		zelfstandig werken
prendre un congé sans solde Lernen beginnen		onbetaald verlof nemen
j'ai pris mes distances par rapport au travail Lernen beginnen		ik heb meer afstand tot het werk
l'ambiance est supportable Lernen beginnen		de sfeer is draaglijk
les deux travails se chevauchent Lernen beginnen		de twee banen overlappen elkaar
l'espagnol ressemble au français Lernen beginnen		het Spaans lijkt op het Frans
la grammaire Lernen beginnen		de grammatica
je dois terminer ma réponse Lernen beginnen		ik moet mijn antwoord afmaken
vérifier Lernen beginnen		checken
ils s'y intéressent Lernen beginnen		zij zijn er geïnteresseerd in
le plus important Lernen beginnen		het belangrijkste
se souvenir d'un mot Lernen beginnen		een woord onthouden
se souvenir d'un événement Lernen beginnen		een gebeurtenis herinneren
le lexique, le glossaire Lernen beginnen		de woordenlijst
dans tout le camping Lernen beginnen		op de hele camping
aller à l'étranger Lernen beginnen		naar het buitenland gaan
c'est la même chaîne de campings Lernen beginnen		het is dezelfde keten van campings
trois jours plus tôt Lernen beginnen		drie dagen eerder, drie dagen daarvoor
nous y allons à trois Lernen beginnen		we gaan met z'n drieën
les sous-titres Lernen beginnen		de ondertitelingen
diffusé à la télévision Lernen beginnen		op televisie uitgezonden
le niveau d'instruction Lernen beginnen		de opleidingsniveau
obligatoire Lernen beginnen		verplicht
gâté Lernen beginnen		verwend
les garçons Lernen beginnen		de jongens
la jeunesse, les jeunes Lernen beginnen		de jongeren
les habitudes Lernen beginnen		de gewoonten
l'emploi du temps Lernen beginnen		het tijdschema
à quelle heure? Lernen beginnen		hoe laat?
ça n'est pas le cas Lernen beginnen		dat is niet het geval
voyons voir Lernen beginnen		even kijken
je vais tout chercher Lernen beginnen		ik zal alles wel even gaan halen
combien je vous dois? Lernen beginnen		hoeveel krijgt u van mij?
excusez-moi Lernen beginnen		neem me niet kwalijk
je reviens tout de suite Lernen beginnen		ik ben zo terug
à votre santé à tous Lernen beginnen		proost allemaal
qu'est que ce sera? Lernen beginnen		wat zal het zijn?
ordinaire Lernen beginnen		gewoon
les vêtements Lernen beginnen		de kleren
la chemise Lernen beginnen		het overhemd
rouge foncé Lernen beginnen		donkerrood
bleu clair Lernen beginnen		lichtblauw
cela va bien avec ses cheveux Lernen beginnen		die staat goed bij het haar
ça lui va mal Lernen beginnen		het staat haar slecht
les boucles d'oreilles Lernen beginnen		de oorbellen
le slip, le caleçon Lernen beginnen		de onderbroek
ils rendent visite à la famille Lernen beginnen		ze gaan bij de familie langs
enlève ton manteau Lernen beginnen		doe je jas uit
alors je vais faire du café Lernen beginnen		dan zet ik even koffie
allez vous asseoir sur ce canapé Lernen beginnen		ga maar op deze bank zitten
raconte un peu Lernen beginnen		vertel maar
bon, ça suffit comme ça Lernen beginnen		nou, zo is het veel genoeg
moi, oui Lernen beginnen		ik wel
arrête! Lernen beginnen		hou op!
je voudrais prendre rendez-vous avec le médecin Lernen beginnen		ik wil graag een afspraak met de dokter maken
de quoi souffrez-vous? Lernen beginnen		wat zijn de klachten?
j'ai mal à la tête et aux muscles Lernen beginnen		ik heb hoofdpijn en spierpijn
ça doit être la grippe Lernen beginnen		het zal wel griep zijn
allez vous mettre au lit Lernen beginnen		gaat u maar lekker naar bed
as-tu de la fièvre? Lernen beginnen		heb je koorts?
de rien Lernen beginnen		geen dank
bon rétablissement Lernen beginnen		beterschap
il est probable que Lernen beginnen		het zal wel
vers cinq heures Lernen beginnen		om een uur of vijf
la consultation chez le médecin Lernen beginnen		het spreekuur bij de arts
être enrhumé Lernen beginnen		verkouden zijn
le mal de gorge Lernen beginnen		de keelpijn
le mal de ventre Lernen beginnen		de buikpijn
j'aime aller au cinéma Lernen beginnen		ik ga lekker bij de film
il n'est pas là Lernen beginnen		hij is er niet
à bientôt! Lernen beginnen		tot gauw!
quelle heure est-il? Lernen beginnen		hoe laat is het?
combien font quatre plus cinq? quatre plus cinq égal neuf Lernen beginnen		hoeveel is vier plus vijf? vier plus vijf is negen
quatre moins deux égal deux Lernen beginnen		vier min twee is twee
quatre fois cinq égal vingt Lernen beginnen		vier maal vijf is twintig
de quelle marque? Lernen beginnen		wat voor merk?
donner moi donc cette petite boîte rouge Lernen beginnen		geeft u dat rode doosje maar
vous souhaitez autre chose? Lernen beginnen		anders nog iets?
combien en voulez-vous? Lernen beginnen		hoeveel wilt u?
combien je vous dois? Lernen beginnen		wat krijgt u van me?
la quantité Lernen beginnen		de hoeveelheid
une vieille femme marche dans la rue Lernen beginnen		er loopt een oude vrouw op straat
la maison compte trois étages Lernen beginnen		het huis telt drie verdiepingen
le grenier Lernen beginnen		de zolder
la cave Lernen beginnen		de kelder
le cabinet du docteur est au rez-de-chaussée Lernen beginnen		beneden is de praktijk van de dokter
Inge est jolie Lernen beginnen		Inge ziet er mooi uit
l'endroit est agréable Lernen beginnen		de plaats ziet er gezellig uit
je viens chercher la tente Lernen beginnen		ik kom de tent halen
je te l'ai préparée Lernen beginnen		die ligt voor je klaar
tu me suis jusqu'en haut? Lernen beginnen		ga je even mee naar boven?
à cause du soleil et de la pluie Lernen beginnen		door de zon en de regen
échapper à la mobilisation Lernen beginnen		de mobilisatie ontvluchten, ontsnappen
j'ai perdu tout intérêt Lernen beginnen		ik ben m'n interesse kwijt
le cours Lernen beginnen		de kursus
l'image de la Russie dans le monde Lernen beginnen		het beeld van Rusland in de wereld
la décennie Lernen beginnen		het decennium
se débarrasser de, se débarrasser de Lernen beginnen		zich ontdoen van, wegwerken van
envahir Lernen beginnen		binnenvallen
livrer Lernen beginnen		leveren
inquiétant Lernen beginnen		verontrustend
la librairie Lernen beginnen		de boekhandel
j'ai visité Lernen beginnen		ik heb bezocht
l'autoroute Lernen beginnen		de snelweg
le mélange, mélanger Lernen beginnen		het mengsel, mengen
surtout Lernen beginnen		vooral
quelque part Lernen beginnen		ergens
le manque de temps Lernen beginnen		het gebrek aan tijd
reconnaître Lernen beginnen		herkennen
ça me paraît pas difficile Lernen beginnen		dat lijkt me niet moeilijk
je mets tout cela dans un sac Lernen beginnen		ik doe alles in een tas
comme ça sera plus facile à porter Lernen beginnen		dus kun je het makkelijk dragen
c'est à cause de Lernen beginnen		dat komt door
attacher, détacher Lernen beginnen		vastmaken, losmaken
les contraires Lernen beginnen		de tegengestelden
il n'habite plus à Amsterdam depuis longtemps Lernen beginnen		hij woont al lang niet meer in Amsterdam
je pose mon vélo Lernen beginnen		ik zet mijn fiets neer
tu as raison Lernen beginnen		je hebt gelijk
je ne peux tout de même pas la laisser toute seule Lernen beginnen		ik kan haar toch niet alleen laten
ne dis pas de bêtises Lernen beginnen		die niet zo gek
un weekend sur deux Lernen beginnen		om het weekend
tranquillement Lernen beginnen		rustig
cela va lui plaire Lernen beginnen		ze zal het gezellig vinden
venez donc manger chez nous dimanche Lernen beginnen		komen jullie dan zondag bij ons eten
tu n'as pas besoin de t'occuper du repas Lernen beginnen		je hoeft niet voor eten te zorgen
gratter le pare-brise Lernen beginnen		de voorruit krabben
glisser Lernen beginnen		glijden
les pneus d'hiver Lernen beginnen		de winterbanden
ça en vaut la peine Lernen beginnen		het is het waard
j'aimais Lernen beginnen		ik hield van
le chalet, le bungalow Lernen beginnen		het huisje, de bungalow
je suis content de l'avoir fait Lernen beginnen		ik ben blij dat ik het heb gedaan
ce sont de bons souvenirs Lernen beginnen		dat zijn goede herinneringen
les grossièretés, les gros mots Lernen beginnen		de vuile taal
violent Lernen beginnen		gewelddadig
longtemps après Lernen beginnen		lange tijd na
j'ai vécu, j'ai appris Lernen beginnen		ik heb ervaren
la naissance Lernen beginnen		de geboorte
j'y ai passé beaucoup de temps Lernen beginnen		ik heb daar veel tijd doorgebracht
passer du temps Lernen beginnen		tijd doorbrengen
la crise cardiaque Lernen beginnen		de hartaanval
c'est courant, habituel Lernen beginnen		het is gebruikelijk
faire un stage Lernen beginnen		een stage lopen
la prononciation Lernen beginnen		de uitspraak
la solution de facilité Lernen beginnen		de makkelijke weg
la scolarité Lernen beginnen		de schoolopleiding
je ne le trouve nulle part Lernen beginnen		ik kan het nergens vinden
regarde donc sous la télévision Lernen beginnen		kijk eens onder de televisie
c'est là qu'il se trouve toujours Lernen beginnen		daar ligt hij altijd
ça peut arriver à tout le monde d'oublier quelque chose Lernen beginnen		iedereen vergeet wel eens iets
moi-même Lernen beginnen		ikzelf
qu'est ce qu'il fait là? Lernen beginnen		hoe komt het daar nou?
tu as raison Lernen beginnen		je hebt gelijk
j'ai perdu mon sac Lernen beginnen		ik ben mijn tas kwijt
c'est fini Lernen beginnen		het is af
celle de Jan est jaune Lernen beginnen		die van Jan is geel
il fait beau Lernen beginnen		het is mooi weer
quinze kilomètres au nord de Hoorn Lernen beginnen		vijftien kilometer ten noorden van Hoorn
la balade à vélo quotidienne Lernen beginnen		de dagelijkse fietstocht
ils rencontrent tous leurs amis sur la piste cyclable Lernen beginnen		ze komen al hun vrienden tegen op het fietspad
faire vingt kilomètres à vélo tous les jours, c'est fatiguant Lernen beginnen		elke dag twintig kilometer fietsen is vermoeiend
elle fêtera son anniversaire dans deux semaines, elle aura seize ans Lernen beginnen		over twee weken is ze jarig, ze wordt dan zestien
avec eux Lernen beginnen		met hen
une voiture d'occasion Lernen beginnen		een tweedehands auto
il peut leur donner Lernen beginnen		hij kan hun geven
pour eux Lernen beginnen		voor hen
dans deux semaines Lernen beginnen		over twee weken
ses parents veulent lui offrir un ordinateur Lernen beginnen		haar ouders willen haar een computer cadeau geven
mensuel, annuel Lernen beginnen		maandelijks, jaarlijks
je le leur dis Lernen beginnen		ik zeg het ze
je vais au lit Lernen beginnen		ik ga naar bed
l'amende Lernen beginnen		de boete
le fournisseur Lernen beginnen		de leverancier
fatigant Lernen beginnen		vermoeiend
randonner Lernen beginnen		wandelen
quel âge a t-il? Lernen beginnen		hoe oud is hij?
où allons-nous samedi? Lernen beginnen		waar zullen we zaterdag naartoe gaan?
que veux-tu dire? Lernen beginnen		hoe bedoel je?
elle vient de là-bas Lernen beginnen		die komt er vandaan
pour moi ce n'est pas la peine Lernen beginnen		voor mij hoeft dat niet
comment ça? Lernen beginnen		hoezo?
de ce fait, c'est pourquoi Lernen beginnen		daardoor
assez bien Lernen beginnen		vrij goed
le siècle dernier Lernen beginnen		de vorige eeuw
il m'a l'air très intéressant Lernen beginnen		hij lijkt me veel interessant
alors allons le voir Lernen beginnen		laten we daar dan naartoe gaan
où est-ce qu'on se retrouve? Lernen beginnen		waar zullen we elkaar ontmoeten?
tu vois bien! Lernen beginnen		dat ziet je toch!
tu n'es quand même pas malade? Lernen beginnen		je bent toch niet ziek?
tu as bien une voiture? Lernen beginnen		je hebt toch een auto?
il y va Lernen beginnen		hij gaat ernaartoe
il se lave Lernen beginnen		hij wast zich
ils s'aiment Lernen beginnen		ze houden van elkaar
c'est là qu'il va! Lernen beginnen		daar gaat hij naartoe!
d'où viens-tu? Lernen beginnen		waar kom je vandaan?
il vient du parc Lernen beginnen		hij komt uit het park
arroser les plantes Lernen beginnen		de planten gieten, besproeien
la sécheresse Lernen beginnen		de droogte
le changement climatique Lernen beginnen		de klimaatverandering
la chaleur Lernen beginnen		de warmte
les destinations de vacances préférées Lernen beginnen		de favoriete vakantiebestemmingen
la plupart des français, la majorité des français Lernen beginnen		de meeste Fransen, de meerderheid van de Fransen
ils vont tous en vacances au même endroit Lernen beginnen		ze gaan allemaal op vakantie naar dezelfde plek
l'entrée, la sortie d'autoroute Lernen beginnen		de snelwegafrit, de snelwegoprit
ils sont restés dans la rue Lernen beginnen		ze zijn op straat gebleven
habitué à Lernen beginnen		gewend om
les cultures Lernen beginnen		de gewassen
livrer Lernen beginnen		leveren
polluer Lernen beginnen		vervuilen
vulnérable Lernen beginnen		kwetsbaar
fondu Lernen beginnen		gesmolten
la réunion a été déplacée, reportée Lernen beginnen		de vergadering is verschoven, uitgesteld
inviter Lernen beginnen		uitnodigen
les plantes grandissent dans la serre Lernen beginnen		de planten groeien in de kas
infini Lernen beginnen		oneindig, eindeloos
dis-moi Lernen beginnen		vertel eens
vas-tu souvent en Frise? Lernen beginnen		ga je wel eens naar Friesland?
nous y allons assez souvent Lernen beginnen		we gaan er wel eens heen
quelques uns de ses oncles et tantes y habitent Lernen beginnen		er wonen een paar ooms en tantes van haar
est-ce que tu les comprends quand ils parlent le dialecte? Lernen beginnen		versta je ze dan, als ze dialect spreken?
les dialectes n'ont pas de tradition écrite Lernen beginnen		dialecten hebben geen schriftelijke traditie
le frison est très différent des autres dialectes néerlandais Lernen beginnen		het Fries verschilt erg van de andere Nederlandse dialekten
ça ressemble plus à l'anglais Lernen beginnen		het lijkt meer op het Engels
pour répondre à ta question Lernen beginnen		om antwoord te geven op je vraag
je ne comprends rien à leur langue Lernen beginnen		ik versta niets van hun taal
pourquoi appelle t-on cela une langue? Lernen beginnen		waarom noemen we het een taal?
l'explosion de colère Lernen beginnen		het ontploffen van woede
semer le doute, faire douter Lernen beginnen		zorgen voor twijfel
lutter Lernen beginnen		worstelen
prendre conscience de, réaliser Lernen beginnen		beseffen
toute la journée Lernen beginnen		overdag
démodé Lernen beginnen		ouderwets
mignon Lernen beginnen		schattig
faible Lernen beginnen		zwak
cela dépend de toi Lernen beginnen		het hangt van jou af
à bout de souffle Lernen beginnen		buiten adem
depuis cette époque Lernen beginnen		sinds die tijd
sensible Lernen beginnen		gevoelig
à temps partiel Lernen beginnen		deeltijd
le fournisseur Lernen beginnen		de leverancier
les acariens Lernen beginnen		de huisstofmijten
faire le ménage Lernen beginnen		het huis schoonmaken
il n'est pas très courageux Lernen beginnen		hij is niet erg moedig
éternuer Lernen beginnen		niezen
avoir le nez qui coule Lernen beginnen		een loopneus hebben
le volcan Lernen beginnen		de vulkaan
dire au revoir Lernen beginnen		afscheid nemen
déroutant Lernen beginnen		verwarrend
inquiétant Lernen beginnen		verontrustend
s'attacher à quelqu'un Lernen beginnen		zich aan iemand hechten
contradictoire Lernen beginnen		tegenstrijdig
maintenir le contact Lernen beginnen		het contact te onderhouden
quand je les rencontre Lernen beginnen		als ik ze tegen kom
ils vont me manquer Lernen beginnen		ik ga ze missen
ils ont arrêté leurs contrats Lernen beginnen		ze hebben hun contracten beëindigd
le règlement Lernen beginnen		het reglement
c'est comme ça Lernen beginnen		het is zo als het is
par hasard Lernen beginnen		toevallig, bij toeval
nous avons échangé nos numéros de téléphone Lernen beginnen		we hebben de telefoonnummers uitgewisseld
le plus récent Lernen beginnen		het nieuwer
j'avais acheté Lernen beginnen		ik had gekocht
je n'ai jamais arrêté Lernen beginnen		ik ben nooit opgehouden
découragé Lernen beginnen		ontmoedigd
décider Lernen beginnen		besluiten
la langue sur laquelle je me concentre le plus Lernen beginnen		de taal waarop ik me het meest concentreer
avec qui je parle plusieurs fois par semaine Lernen beginnen		met wie ik meerdere keren per week spreek
atteindre le niveau B2 Lernen beginnen		het niveau B2 bereiken, halen
un polonais, une polonaise Lernen beginnen		een Pools, een Poolse
j'ai toujours aimé cette langue Lernen beginnen		ik heb altijd van deze taal gehouden
j'ai rencontré Lernen beginnen		ik heb ontmoet
parmi eux Lernen beginnen		onder hen
qui viennent me parler Lernen beginnen		die met mij komen praten
j'ai pû leur parler Lernen beginnen		ik kon met hun spreken
surpris Lernen beginnen		verbaasd
je ne m'attendais pas à ce qu'ils soient Lernen beginnen		ik had niet verwacht dat ze zouden zijn
les cas, les déclinaisons Lernen beginnen		de naamvallen
il y a cent ans Lernen beginnen		honderd jaar geleden
à qui est ce pantalon? Lernen beginnen		wiens broek is dat?
décrocher, raccrocher le téléphone Lernen beginnen		de telefoon opnemen, ophangen
le médecin du travail Lernen beginnen		de bedrijfsarts
rappeler Lernen beginnen		terugbellen
nous allons parler d'invalidité Lernen beginnen		we gaan over invaliditeit praten
les risques Lernen beginnen		de risico's
à l'étage Lernen beginnen		op de verdieping, naar boven
au rez-de-chaussée Lernen beginnen		op de begane grond, naar beneden
l'étage sous-terrain Lernen beginnen		het uitgediepte niveau
le bâtiment Lernen beginnen		het gebouw
à l'étage inférieur Lernen beginnen		op de benede verdieping
les compétences Lernen beginnen		de vaardigheden
la loi, les lois Lernen beginnen		de wet, de wetten
la chimie Lernen beginnen		de scheikunde
la physique Lernen beginnen		de natuurkunde
les mathématiques Lernen beginnen		de wiskunde
la géographie Lernen beginnen		de aardrijkskunde
coudre Lernen beginnen		naaien
l'addiction Lernen beginnen		de verslaving
ils en parlent entre eux Lernen beginnen		ze praten er onderling over
une sorte de provocation Lernen beginnen		een soort provocatie
taquiner Lernen beginnen		plagen
ils s'entendent bien Lernen beginnen		ze kunnen goed met elkaar opschieten
éplucher les pommes de terre Lernen beginnen		aardappels schillen
pas vraiment Lernen beginnen		niet echt
la citrouille Lernen beginnen		de pompoen
annuler des numéros Lernen beginnen		cijfers wegstrepen
couper des branches Lernen beginnen		takken snijden
depuis le seizième siècle Lernen beginnen		sinds de zestiende eeuw
sur le plan économique et social Lernen beginnen		in economisch en sociaal opzicht
jusqu'à la fin du seizième siècle Lernen beginnen		tot eind zestiende eeuw
grâce à la puissance de villes comme Bruges, Gand et Anvers Lernen beginnen		dankzij de macht van steden als Brugge, Gent en Antwerpen
le terme flamand n'est pas clair Lernen beginnen		de term Vlaams is onduidelijk
par flamand, nous entendons les différents dialectes néerlandais parlés en Belgique Lernen beginnen		met Vlaams bedoelen we de verschillende Nederlandse dialecten die men in België spreekt
la langue que vous apprenez à l'école aux Pays-Bas et en Belgique est le néerlandais Lernen beginnen		de taal die je in Nederland en in België op school leert is het Nederlands
plein, vide Lernen beginnen		vol, leeg
ouvert, fermé Lernen beginnen		open, dicht
il est agréable de marcher sous la pluie avec des lunettes Lernen beginnen		het is prettig om met een bril in de regen te lopen
la langue anglaise a de l'influence Lernen beginnen		de Engelse taal heeft invloed
la ville où je vais Lernen beginnen		de stad waar ik naartoe ga
le néerlandais standard qui y est parlé Lernen beginnen		het Standaardnederlands dat men er spreekt
compétent, capable Lernen beginnen		bekwaam
une fois sur deux Lernen beginnen		om de andere keer
souffrir, subir Lernen beginnen		last hebben
le drapeau Lernen beginnen		de vlag
à l'envers Lernen beginnen		ondersteboven
se suicider Lernen beginnen		zelfmoord plegen
le taux de suicide Lernen beginnen		het aantal zelfmoorden
la réforme des retraites Lernen beginnen		de pensioenhervorming
les objections, les réserves Lernen beginnen		de bezwaren
inapte au travail Lernen beginnen		arbeidsongeschikt
retraité Lernen beginnen		gepensioneerd
l'abréviation Lernen beginnen		de afkorting
l'éclairage Lernen beginnen		de verlichting
investir Lernen beginnen		investeren
continuer Lernen beginnen		doorgaan
au fur et à mesure Lernen beginnen		naar gelang
la pollution Lernen beginnen		de verontreiniging, de vervuiling
épais, mince Lernen beginnen		dik, dun
pour une fois Lernen beginnen		voor een keer
un et demi Lernen beginnen		anderhalf
deux et demi Lernen beginnen		twee en een half
un quart Lernen beginnen		een kwart
deux tiers Lernen beginnen		twee derde
la crème fraîche Lernen beginnen		de slagroom
l'huile Lernen beginnen		de olie
le jambon Lernen beginnen		de ham
le beurre Lernen beginnen		de boter
quelle taille fais-tu? Lernen beginnen		welke maat hebt u?
le mètre carré Lernen beginnen		de vierkante meter
il étudie à Amsterdam depuis trois ans Lernen beginnen		hij studeert al drie jaar in Amsterdam
ça ne fait rien Lernen beginnen		het geeft niet
tout le monde peut se tromper Lernen beginnen		iedereen vergist zich wel eens
ça n'est pas la peine Lernen beginnen		dat hoeft niet
s'ennuyer Lernen beginnen		zich vervelen
s'habiller Lernen beginnen		zich aankleden
se lever Lernen beginnen		opstaan
elle va en train à Amsterdam Lernen beginnen		ze gaat met de trein naar amsterdam
elle se rend à pied à la gare Lernen beginnen		ze loopt naar het station
elle se trouve sur le quai Lernen beginnen		ze staat op perron
elle doit changer (de train) Lernen beginnen		ze moet overstappen
le train s'arrête seulement dans les grandes villes Lernen beginnen		de trein stopt alleen in de grote steden
il l'attend depuis un quart d'heure Lernen beginnen		hij wacht al een kwartier op haar
lorsqu'elle descend du train, ils se voient tout de suite Lernen beginnen		als ze uitstapt, zien ze elkaar direkt
ils marchent ensemble vers le vélo de Bram Lernen beginnen		samen lopen ze naar Bram zijn fiets
j'ai réservé Lernen beginnen		ik heb geboekt, gereserveerd
Marij monte derrière son ami Lernen beginnen		Marij gaat bij haar vriend achterop
les chemins de fer néerlandais Lernen beginnen		de Nederlandse Spoorwegen
le temps passe, le temps passe vite Lernen beginnen		de tijd verstrijkt, de tijd vliegt
les urgences Lernen beginnen		de eerste hulp
une prise de conscience que tu avances dans le temps Lernen beginnen		een besef dat je naar voren schuift in de tijd
la maison de repos Lernen beginnen		het rusthuis
les drogués Lernen beginnen		de drugsverslaafden
parfois Lernen beginnen		aaf en toe
surmonter Lernen beginnen		overwinnen
compliqué Lernen beginnen		ingewikkeld
l'exception Lernen beginnen		de uitzondering
il n'a pas été remplacé Lernen beginnen		hij werd niet vervangen, er is geen vervanger
les actionnaires Lernen beginnen		de aandeelhouders
aggraver, affaiblir la peine de prison Lernen beginnen		de gevangenis straf verzwaren, verzwakken
nous souffrons au travail Lernen beginnen		we lijden op het werk
la libération Lernen beginnen		de bevrijding
partir en retraite Lernen beginnen		met pensioen gaan
ça avance très bien Lernen beginnen		het gaat heel vooruit
j'ai reçu Lernen beginnen		ik heb ontvangen, gekregen
ils étaient heureux au travail Lernen beginnen		ze werkten gelukkig
le coursier Lernen beginnen		de koerier
l'âge de départ en retraite est repoussé Lernen beginnen		de pensioengerechtigde leeftijd wordt uitgesteld
le journaliste Lernen beginnen		de journalist
l'employé, le patron Lernen beginnen		de werknemer, de werkgever
s'exprimer Lernen beginnen		zich uitdrukken
ils se sont mis en arrêt maladie Lernen beginnen		ze hebben zich ziek gemeld
mon impression Lernen beginnen		mijn indruk
prendre une décision Lernen beginnen		een beslissing nemen
retirer, supprimer Lernen beginnen		verwijderen
les composants Lernen beginnen		de onderdelen
la conviction, la croyance Lernen beginnen		de overtuiging
le syndicat Lernen beginnen		de vakbond
adhérer à un syndicat Lernen beginnen		lid worden van een vakbond
le long du canal Lernen beginnen		langs de gracht
tu descends ces escaliers Lernen beginnen		je gaat die trap af
tu longes l'eau jusqu'au pont Lernen beginnen		je loopt langs het water tot de brug
arrivé au pont, tu remontes Lernen beginnen		bij de brug, gaat je weer naar boven
de l'autre côté du canal, tu tournes à droite Lernen beginnen		aan de overkant van de gracht gaat je rechtsaf
puis, ensuite Lernen beginnen		vervolgens
tu traverses au passage clouté Lernen beginnen		je steekt bij de zebra over
tu vas tout droit jusqu'à la grand place Lernen beginnen		je loopt rechtdoor tot het groote plein
à votre service Lernen beginnen		tot uw dienst
excuse-moi Lernen beginnen		neem me niet kwalijk
monter, descendre les escaliers Lernen beginnen		de trap opgaan, afgaan
le carrefour Lernen beginnen		het kruispunt
indiquer le chemin Lernen beginnen		de weg wijzen
le feu de signalisation Lernen beginnen		het stoplicht
nous faisons une excursion à vélo à travers les Pays-Bas Lernen beginnen		we maken een fietstocht door Nederland
partout, nulle part Lernen beginnen		overal, nergens
c'est plus sage Lernen beginnen		het is verstandiger
c'est en effet assez cher Lernen beginnen		het is namelijk nogal duur
c'est parce que Lernen beginnen		dat komt doordat
le dîner se compose de légumes et de viande Lernen beginnen		het avondeten bestaat uit groente en vlees
faire la vaisselle Lernen beginnen		de afwas doen
lors des occasions spéciales Lernen beginnen		bij speciale gelegenheden
à midi Lernen beginnen		tussen de middag
ce n'est pas agréable de faire la vaisselle tous les soirs Lernen beginnen		het is niet prettig om elke avond af te wassen
dans une demi-heure Lernen beginnen		over een half uur
s'échapper de Lernen beginnen		ontsnappen aan
les conséquences Lernen beginnen		de gevolgen
habituel, courant Lernen beginnen		gebruikelijk
au-dessus des attentes Lernen beginnen		boven verwachting
après une telle expérience Lernen beginnen		na zo een ervaring
d'une manière différente Lernen beginnen		op een andere manier
respectivement Lernen beginnen		onderscheidenlijk
je confond les deux langues Lernen beginnen		ik verwar de twee talen
les ragots Lernen beginnen		de roddelen
la confusion Lernen beginnen		de verwarring
quand j'ai commencé à apprendre Lernen beginnen		toen ik begon te leren
l'arnaque Lernen beginnen		de oplichting
utilisable Lernen beginnen		inzetbaar
inoffensif Lernen beginnen		onschadelijk
précis, précisément Lernen beginnen		nauwkeurig
c'est cool! Lernen beginnen		het is tof!
la formation Lernen beginnen		de opleiding
faire ses devoirs Lernen beginnen		huiswerk maken
Pâques Lernen beginnen		Pasen
sois ouvert aux autres Lernen beginnen		wees open voor anderen
la destination Lernen beginnen		de bestemming
responsable Lernen beginnen		verantwoordelijk
j'ai confiance en Lernen beginnen		ik heb vertrouwen in
la liberté de pensée Lernen beginnen		de vrijheid van denken
la publicité Lernen beginnen		de reclame, de publiciteit
la liberté d'expression Lernen beginnen		de vrijheid van meningsuiting
la terre est plate Lernen beginnen		de aarde is vlak
décédé Lernen beginnen		overleden
la maison de retraite Lernen beginnen		het verpleeghuis
faire les courses Lernen beginnen		boodschappen doen
il ne reste plus de thé ni de café Lernen beginnen		de thee en de koffie zijn op
les denrées alimentaires Lernen beginnen		de levensmiddelen
le fleuriste Lernen beginnen		de bloemenzaak
la poissonnerie Lernen beginnen		de vishandel
la boutique de vêtements Lernen beginnen		de kledingzaak
les biens, les marchandises Lernen beginnen		de goederen
le remplacement Lernen beginnen		de vervanging
à l'avance Lernen beginnen		van tevoren
les fonctionnaires Lernen beginnen		de ambtenaren
le coût de la vie Lernen beginnen		de kosten van het leven
les panneaux solaires Lernen beginnen		de zonnepanelen
le ferry Lernen beginnen		de veerboot
j'ai été en Norvège en voiture Lernen beginnen		ik ben naar Noorwegen gereden
un faux ami Lernen beginnen		een valse vriend
j'ai arrêté de marcher avec les béquilles Lernen beginnen		ik ben opgehouden met de krukken te lopen, ik ben gestopt met op krukken te lopen
le samedi matin je prépare le petit déjeuner Lernen beginnen		op zaterdagochtend bereid ik het ontbijt voor
il y a peu de personnes dans l'entreprise qui parlent plusieurs langues Lernen beginnen		er zijn weinig mensen in het bedrijf die meerdere talen spreken
une expression Lernen beginnen		een uitdrukking
qu'est-ce que ça sent bon! Lernen beginnen		wat ruikt het lekker!
est-ce que c'est la sauce pour mettre sur le riz? Lernen beginnen		is dat die saus voor op de rijst?
j'ai tellement faim! Lernen beginnen		ik heb zo'n honger!
que c'est long deux semaines! Lernen beginnen		wat duren twee weken toch altijd lang!
discutable Lernen beginnen		twijfelachtig
souligner Lernen beginnen		benadrukken
j'ai hâte de m'installer à Amsterdam Lernen beginnen		ik wil gauw naar Amsterdam verhuizen
tu ne penses que je vais cuisiner pour toi tous les jours Lernen beginnen		je moet niet denken dat ik dan elke dag voor je kook
puis-je reprendre des haricots? Lernen beginnen		mag ik nog wat boontjes?
il y en a encore une casserole pleine à la cuisine Lernen beginnen		er staat nog een hele pot vol in de keuken
c'était délicieux Lernen beginnen		het was heerlijk
j'ai envie d'une orange Lernen beginnen		ik heb wel zin in een sinaasappel
je n'en ai pas envie Lernen beginnen		ik heb er geen zin in
tu devrais éviter ce quartier Lernen beginnen		je moet die wijk mijden
alors que d'autres affirment le contraire Lernen beginnen		terwijl anderen het tegenovergestelde beweren
l'assiette Lernen beginnen		het bord
le couteau, la cuillère, la fourchette Lernen beginnen		het mes, de lepel, de vork
la poire Lernen beginnen		de peer
le raisin Lernen beginnen		de druif
la prune Lernen beginnen		de pruim
la pêche Lernen beginnen		de perzik
quel bon vin! Lernen beginnen		wat een lekkere wijn!
que de gens! Lernen beginnen		wat een mensen!
vous ne pouvez acheter de telles poires qu'en Espagne Lernen beginnen		zulke peren kun je alleen maar in Spanje kopen
puis-je avoir un pain comme ça? Lernen beginnen		mag ik zo'n brood?
j'ai tellement faim Lernen beginnen		ik heb zo'n honger
le ministère des affaires étrangères Lernen beginnen		het ministerie van Buitenlandse Zaken
fatigant Lernen beginnen		vermoeiend
il convient parfaitement, ça rentre tout juste Lernen beginnen		het past precies
par hasard Lernen beginnen		toevallig
nous l'avons mesuré Lernen beginnen		we hebben het gemeten
je le connais depuis toujours Lernen beginnen		ik ken het al mijn hele leven
expert Lernen beginnen		deskundige
à long terme, à la longue Lernen beginnen		op den duur
le salaire Lernen beginnen		het loon
les conditions de travail Lernen beginnen		de arbeidsomstandigheden, de arbeidsvoorwaarden
ça me semble plus intéressant de Lernen beginnen		het lijkt me interessanter om
il y a plus d'entreprises à Amsterdam qu'à Steenwijk Lernen beginnen		er zijn meer bedrijven in Amsterdam dan in Steenwijk
entretenir des relations Lernen beginnen		relaties onderhouden
un régime sévère Lernen beginnen		een hardvochtig regime
les dirigeants Lernen beginnen		de machthebbers
l'armée Lernen beginnen		het leger
il a toujours des liens avec la Russie Lernen beginnen		hij heeft nog steeds banden met Rusland
l'invasion de l'ukraine Lernen beginnen		de inval in Oekraïne
un petit lieu de résistance Lernen beginnen		een kleine plek van verzet
nous nous concentrons sur l'Europe Lernen beginnen		we zijn op Europa gericht
il a été arrêté Lernen beginnen		hij is opgepakt
une tentative de suicide Lernen beginnen		een zelfmoordpoging
les délits Lernen beginnen		de misdrijven
problèmes qui sont résolus Lernen beginnen		problemen die worden opgelost
tu viens désormais Lernen beginnen		jij komt voortaan
putain de dieu Lernen beginnen		godver
ça fait une différence Lernen beginnen		dat scheelt
en conduisant Lernen beginnen		tijdens de autorijden
au contraire Lernen beginnen		integendeel
quatre-vingt-huit jolis canaux Lernen beginnen		achtentachtig prachtige grachten
maman a coupé sept tranches de pain tordues Lernen beginnen		moeder sneed zeven scheve sneetjes brood
une chose récurrente Lernen beginnen		een terugkerend ding
je préfère travailler à Amsterdam qu'en province Lernen beginnen		ik wil liever in Amsterdam werken dan in de provincie
le tremblement de terre Lernen beginnen		de aardbeving
le désastre, la catastrophe Lernen beginnen		de ramp
maladroit Lernen beginnen		onhandig
un allié Lernen beginnen		een bondgenoot
collecté Lernen beginnen		ingezameld
si je viens ici, nous pourrons nous voir un peu plus souvent Lernen beginnen		als ik hiernaartoe kom, kunnen we elkaar wat wakker zien
plus tard, j'aimerais suivre une formation Lernen beginnen		later wil ik een opleiding gaan volgen
je trouve que tu as une voix agréable Lernen beginnen		ik vind dat u een prettige stem hebt
en ce qui me concerne Lernen beginnen		wat mij betreft
si vous êtes d'accord avec nos conditions d'emploi Lernen beginnen		als u het eens bent met onze arbeidsvoorwaarden
je vous souhaite une bonne fin de journée Lernen beginnen		ik wens u een prettige dag verder
faire un stage Lernen beginnen		een stage lopen
obtenir une augmentation Lernen beginnen		opslag krijgen
en effet Lernen beginnen		namelijk
se spécialiser dans Lernen beginnen		zich specialiseren in
avoir une promotion Lernen beginnen		promotie maken
sa carrière n'a pas décollé aux Pays-Bas Lernen beginnen		zijn carriere is in Nederland niet van de grond gekomen
nous avions prévu Lernen beginnen		we hadden gepland
je n'ai pas pu le faire Lernen beginnen		ik heb het niet kunnen doen
il y a quelques années Lernen beginnen		enkele jaren geleden
les meilleurs souvenirs Lernen beginnen		de beste herinneringen
la boîte de nuit Lernen beginnen		de discotheek
Utrecht est sûr la nuit Lernen beginnen		Utrecht is 's nachts veilig
coudre, tricoter Lernen beginnen		naaien, breien
faire du patin à glace Lernen beginnen		schaatsen
il a gelé la nuit dernière Lernen beginnen		het heeft vannacht gevroren
je cherche une personne avec qui je peux avoir une conversation en français Lernen beginnen		ik zoek een persoon waar ik Franse conversatie mee kan hebben
j'espère rencontrer un interlocuteur sympa ici Lernen beginnen		ik hoop hier alvast een toffe gesprekspartner te ontmoeten
les Pays-Bas au mieux de leur forme Lernen beginnen		Nederland op z'n best
les Pays-Bas comptent autant d'habitants que tous les pays scandinaves réunis Lernen beginnen		Nederland heeft evenveel inwoners als alle Skandinavische landen bij elkaar
le pays le plus densément peuplé du monde Lernen beginnen		het dichtst bevolkte land ter wereld
ses entreprises deviennent de plus en plus célèbres dans le monde entier Lernen beginnen		zijn bedrijven worden steeds bekender over de hele wereld
ils sont en tête de liste Lernen beginnen		ze staan bovenaan op de lijst
n'oublions pas non plus Lernen beginnen		laten we ook niet vergeten
en ce qui concerne l'exportation de fromage Lernen beginnen		wat de uitvoer van kaas betreft
les Néerlandais se montrent à leur avantage Lernen beginnen		de Nederlanders komen het best voor de dag
l'exportation, l'importation Lernen beginnen		de uitvoer, de invoer
il court aussi vite que toi Lernen beginnen		hij loopt net zo snel als jij
sympathique Lernen beginnen		aardig, vriendelijk
le couple Lernen beginnen		de echtpaar, de koppel
les petits pois Lernen beginnen		de erwten
les lentilles Lernen beginnen		de lenzen
menacé Lernen beginnen		bedreigd
décédé Lernen beginnen		overleden
j'ai une relation particulière Lernen beginnen		ik heb een speciale verbinding
à quel sujet? Lernen beginnen		over welk onderwerp?
délicat Lernen beginnen		delicaat
éviter Lernen beginnen		vermijden, voorkomen
ça dépend des gens Lernen beginnen		het hangt af van de mensen
grandir Lernen beginnen		opgroeien
drôle Lernen beginnen		grappig
pour cette raison Lernen beginnen		om deze reden
cela m'ouvre l'esprit Lernen beginnen		het opent mijn geest
j'ai visité Lernen beginnen		ik heb bezocht
se montrer unis Lernen beginnen		eenheid uitstralen
ils font comme si Lernen beginnen		ze doen als op
ils ne font pas grand chose Lernen beginnen		ze doen niet zoveel
promettre Lernen beginnen		beloven
le discours Lernen beginnen		de toespraak
la préférence Lernen beginnen		de voorkeur
maladroit Lernen beginnen		onhandig
indispensable Lernen beginnen		onmisbaar
sauf si Lernen beginnen		tenzij
attends une seconde Lernen beginnen		wacht even
normalement Lernen beginnen		normaal gesproken
tu dois être trop occupé pour écrire Lernen beginnen		je zult het wel te druk hebben op te schrijven
tu l'as deviné Lernen beginnen		je raadt het al
maintenant que tu fais tout le ménage en plus de ton boulot Lernen beginnen		nu je naast je baan het hele huishouden doet
un tel géant Lernen beginnen		zo'n reus
en ce qui me concerne, je suis en train de déménager Lernen beginnen		wat mezelf betreft, ben ik aan het verhuizen
ce que j'aime surtout c'est qu'on va se voir plus souvent maintenant Lernen beginnen		wat ik vooral zo leuk vind is dat we elkaar nu vaker zullen zien
les cartons pour le déménagement attendent déjà dans le couloir Lernen beginnen		de dozen voor de verhuizing staan al klaar in de gang
elle doit trouver une autre vendeuse Lernen beginnen		ze moet een andere verkoopster zoeken
en ce moment elle range mes vieilles affaires Lernen beginnen		op het ogenblik is ze mijn spullen van vroeger aan het uitzoeken
encore bonne chance avec ta mère Lernen beginnen		nogmaals sterkte met je moeder
gros bisous Lernen beginnen		veel liefs
je t'enverrai bientôt mon adresse Lernen beginnen		ik zal je binnenkort mijn adres sturen
il reste toute la journée assis à regarder la télé Lernen beginnen		hij zet de hele dag televisie te kijken
c'est mon anniversaire dans une semaine Lernen beginnen		over een week ben ik jarig
je répondrai à sa lettre dès que j'aurai de ses nouvelles Lernen beginnen		ik zal op zijn brief antwoorden zodra ik nieuws van hem krijg
maintenant que tu as ce nouveau travail, veux-tu toujours partir en vacances? Lernen beginnen		nu je die nieuwe baan hebt, wil je toch nog wel op vakantie?
oui, mais je ne sais pas si j'arriverai à obtenir un congé Lernen beginnen		jawel, maar ik wet niet of ik er vrij voor kan krijgen
au début d'un nouvel emploi, je ne peux pas le demander Lernen beginnen		zo in het begin van een nieuwe baan, kan ik er niet om vragen
alors il ne nous reste qu'à attendre Lernen beginnen		laten we maar even afwachten dan
j'espère vraiment que cela aura lieu Lernen beginnen		ik hoop echt dat het doorgaat
mais je comprends aussi que tu ne veuilles pas encore en parler Lernen beginnen		maar ik begrijp ook wel dat je er nu nog niet over wilt praten
le plus important est que j'ai maintenant un travail à Amsterdam Lernen beginnen		het belangrijkste is dat ik nu werk in Amsterdam heb
nous pouvons toujours aller en France plus tard Lernen beginnen		we kunnen altijd later nog naar Frankrijk
déménageons d'abord mes affaires à Amsterdam Lernen beginnen		laten we eerst mijn spullen naar Amsterdam verhuizen
nous pouvons utiliser la camionnette du magasin Lernen beginnen		we mogen het busje van de winkel gebruiken
tout ce que j'ai tient dedans Lernen beginnen		alles wat ik heb past erin
alors nous n'avons qu'un seul voyage à faire Lernen beginnen		dan hoeven we maar één keer te rijden
demander un congé, être en congé Lernen beginnen		vrij vragen, vrij hebben
le jour férié Lernen beginnen		de feestdag
je suis assis sur la chaise, je suis assis dessus Lernen beginnen		ik zit op de stoel, ik zit erop
je regarde la maison, je la regarde Lernen beginnen		ik kijk naar het huis, ik kijk ernaar
j'en prends note Lernen beginnen		ik neem er nota van
je vais au cinéma, j'y vais Lernen beginnen		ik ga naar de film, ik ga ernaartoe
je mange avec une cuillère, je mange avec Lernen beginnen		ik eet met een lepel, ik eet ermee
le stylo est sur l'étagère Lernen beginnen		de pen ligt op de plank
il rêve de Lernen beginnen		hij droomt over
j'aide le vieil homme à traverser la rue Lernen beginnen		ik help de oude man met oversteken
je me tiens à côté de la table Lernen beginnen		ik sta naast de tafel
nous avons l'habitude de sortir Lernen beginnen		we maken vroeger uitgegaan
maintenir, entretenir Lernen beginnen		onderhouden
la recherche Lernen beginnen		het onderzoek
ce n'était pas recommandé Lernen beginnen		het was niet aanbevolen
traverser la frontière Lernen beginnen		de grens overgaan
méchant, désagréable Lernen beginnen		onaardig, onprettig
à la télévision Lernen beginnen		op de televisie
les vêtements Lernen beginnen		de kleren
s'excuser Lernen beginnen		verontschuldigen
la station service Lernen beginnen		het tankstation
j'ai remarqué Lernen beginnen		ik heb opgemerkt
c'est par précaution Lernen beginnen		het is uit voorzorg
le mouchoir Lernen beginnen		de zakdoek
baisse un peu la radio Lernen beginnen		zet die radio eens wat zachter
écoute tu vraiment cette musique horrible? Lernen beginnen		luister je echt naar die vreselijke muziek?
bien-sûr que je l'écoute, sinon je l'éteindrais Lernen beginnen		natuurlijk luister ik ernaar, anders zou ik hem wel afzetten
on ne peut même pas danser dessus, incompréhensible! Lernen beginnen		je kunt er niet eens op dansen, onbegrijpelijk!
j'aime ça et c'est tout Lernen beginnen		daar houd ik nu eenmaal van
depuis une dizaine d'années Lernen beginnen		al een jaar of tien
la musique qu'il aime tant Lernen beginnen		die muziek waar hij zo gek op is
mais au moins ce n'est pas si triste Lernen beginnen		maar die is tenminste niet zo droevig
en fait je n'aime que la musique classique Lernen beginnen		zelf houd ik eigenlijk alleen maar van klassieke muziek
nous ne serons jamais d'accord là-dessus Lernen beginnen		hierover zullen we het wel nooit eens worden
les goûts ça ne se discute pas Lernen beginnen		over smaak valt niet te twisten
simplement, un point c'est tout Lernen beginnen		nu eenmaal
allumer, éteindre la lumière Lernen beginnen		het licht aandoen, uitdoen
sinon je l'arrêterais, je l'éteindrais Lernen beginnen		anders zou ik hem wel afzetten
où n'as tu pas la moyenne? Lernen beginnen		waar heb je onvoldoendes voor?
on y trouve aussi des hommes Lernen beginnen		er komen ook mensen in voor
dis le tout de suite Lernen beginnen		zeg 't maar direkt
rassuré Lernen beginnen		gerustgesteld
ça dépend Lernen beginnen		dat hangt af
attends une seconde Lernen beginnen		wacht even
je ne l'aime pas Lernen beginnen		ik houd er niet van
tu ne rappelles pas de ces choses parce que tu ne t'y intéresses pas vraiment Lernen beginnen		je onthoudt die dingen niet omdat je je er niet echt voor interesseert
tant que Marie sera la seule chose qui t'intéresse Lernen beginnen		zolang die Marij het enige is waarvoor je je interesseert
à quoi penses-tu? Lernen beginnen		waar denk je aan? waaraan denk je?
il pense à quelque chose Lernen beginnen		hij denkt aan iets, hij denkt ergens aan
il n'aime rien Lernen beginnen		hij houdt van niets, hij houdt nergens aan
il regarde tout Lernen beginnen		hij kijkt naar alles, hij kijkt overal naar
il regarde quelque chose de beau Lernen beginnen		hij kijkt naar moois
il écoute tout ce qui est intéressant Lernen beginnen		hij luistert naar alles wat interessant is
il ne pense à rien d'intéressant Lernen beginnen		hij denkt aan niets interessants
le tremblement de terre Lernen beginnen		de aardbeving
je voudrais bien être toi Lernen beginnen		ik wou graag zijn jou, ik zou graag jou willen zijn
les manifestants Lernen beginnen		de betogers
j'aimerais qu'il soit ici Lernen beginnen		ik wou dat hij hier was, ik zou willen dat hij hier was
il ne laisse presque rien passer Lernen beginnen		hij laat vrijwel niet door
les employés Lernen beginnen		de medewerkers
sous les décombres Lernen beginnen		onder het puin
pris en sandwich Lernen beginnen		ingeklemd
un allié Lernen beginnen		een bondgenoot
exclu Lernen beginnen		uitgesloten
transférer de l'argent Lernen beginnen		geld overmaken
les complotistes Lernen beginnen		de complotdenkers
les subventions europ Lernen beginnen		de Europese subsidies
pratique Lernen beginnen		praktisch
coloré Lernen beginnen		gekleurd
d'où cela peut-il venir? Lernen beginnen		hoe komt dat door?
exagérer Lernen beginnen		overdrijven
exactement ce que tu dis Lernen beginnen		net wat je zegt
ils sont menacés Lernen beginnen		ze zijn bedreigd
pire Lernen beginnen		erger
arrêté, capturé Lernen beginnen		opgepakt
des intérêts économiques clairs Lernen beginnen		duidelijke ekonomische belangs
un manque de personnel Lernen beginnen		een tekort aan personeel
partout Lernen beginnen		overal
le tribunal Lernen beginnen		de rechtbank
très, terriblement Lernen beginnen		ontzettend
ils s'entendent Lernen beginnen		ze kunnen elkaar overweg
inviter Lernen beginnen		uitnodigen
beaucoup de gens n'aiment pas vivre une vie normale Lernen beginnen		veel mensen houden er niet van een regelmatig leven te leiden
ils rêvent de vivre toutes sortes d'aventures Lernen beginnen		ze dromen ervan allerlei avonturen te beleven
personnellement je supporte assez bien d'avoir un rythme de vie défini Lernen beginnen		persoonlijk kan ik er goed tegen om in een bepaald ritme te zitten
mais je pense aussi souvent à faire soudainement quelque chose de complètement différent Lernen beginnen		maar ik denk er ook vaak aan om opeens iets heel anders te gaan doen
je pense voir si je ne peux pas commencer une carrière complètement différente Lernen beginnen		ik denk aan te kijken of ik niet een heel andere loopbaan kan beginnen
mais je ne fais jamais ce genre de choses pour de bon Lernen beginnen		maar ik doe zoiets nooit echt
peut-être qu'au fond je suis convaincu de ne posséder aucun don particulier Lernen beginnen		misschien omdat ik er eigenlijk zeker van ben toch geen speciale talenten te hebben
au final, je suis assez satisfait de la situation telle qu'elle est Lernen beginnen		uiteindelijk ben ik ook best tevreden met de toestand zoals hij is
raisonnable Lernen beginnen		verstandig
supporter quelque chose Lernen beginnen		even tegen kunnen
je suis sûr qu'il va pleuvoir Lernen beginnen		ik ben er zeker van dat het gaat regenen
pense à apporter tes livres Lernen beginnen		denk eraan je boeken mee te nemen
peux-tu me montrer? Lernen beginnen		kun je het me laten zien?
paralysé Lernen beginnen		verlamd
le bord du lit Lernen beginnen		de rand van het bed
rassuré Lernen beginnen		gerustgesteld
l'assistante sociale Lernen beginnen		de maatschappelijk werker
démissionner Lernen beginnen		ontslag nemen
épanoui Lernen beginnen		opgebloeid, bevredigend
sur le long terme, sur le court terme Lernen beginnen		op de lange termijn, op de korte termijn
c'est plus sûr Lernen beginnen		het is veiliger
la banlieue d'une ville Lernen beginnen		de buitenwijk van een stad
je le comprends moins bien Lernen beginnen		ik begrijp hem minder goed
il vient d'arrêter de travailler Lernen beginnen		hij is net opgehouden met werken
partir en retraite Lernen beginnen		met pensioen gaan
chômeur Lernen beginnen		werkeloos
il doit évaluer si je peux travailler ou si je suis en incapacité de travail Lernen beginnen		hij moet beoordelen of ik kan werken of dat ik arbeidsongeschikt ben
depuis ce temps Lernen beginnen		sindsdien
j'ai été chez mon père en voiture Lernen beginnen		ik ben naar mijn vader gereden
ça n'est pas adapté pour les handicapés Lernen beginnen		het is niet aangepast voor invaliden
ça dépend de ce que tu aimes Lernen beginnen		het hangt er van af waar je van houdt
on peut encore y mettre quelques petites choses Lernen beginnen		een paar kleine dingen kunnen er nog wel bij
nous pourrons mettre le matelas et les couvertures par dessus Lernen beginnen		de matras en de dekens kunnen we er later bovenop leggen
combien de cartons de livres reste-t-il dans le couloir? Lernen beginnen		hoeveel dozen met boeken staan er nog in de gang?
ils ne peuvent pas tous y entrer Lernen beginnen		die kunnen er onmogelijk nog in
de plus il n'y a pas de place non plus dans ma chambre Lernen beginnen		bovendien is daar op mijn kamer ook geen plaats van
je mets les cartons au grenier pour l'instant Lernen beginnen		ik zet de dozen wel zolang op zolder
quand elle passe Lernen beginnen		als ze langskomt
je vais le prendre tout de suite Lernen beginnen		ik wel het meteen meenemen
vous vivez à Anvers depuis longtemps? oui j'y habite depuis deux ans Lernen beginnen		woont u al lang in Antwerpen? ja, ik woon er al twee jaar
il ne reste qu'un litre de lait Lernen beginnen		er is nog maar een liter melk
il y en a encore deux Lernen beginnen		er staan er hier nog twee
je regarde souvent ta photo, je la regarde souvent Lernen beginnen		ik kijk vaak naar je foto, ik kijk er vaak naar
qui est à coté de toi? Lernen beginnen		wie staat naast je?
tu ne peux pas m'emprunter un vélo, car je n'en ai pas Lernen beginnen		je kunt geen fiets van mij lenen, want ik heb geen
le déménagement Lernen beginnen		de verhuizing
un objectif précis Lernen beginnen		een bepaald doel
serviteur du peuple Lernen beginnen		dienaar van het volk
maintenant je suis aussi tombé sur cette vidéo Lernen beginnen		nu kwam ik ook nog deze video tegen
le courage Lernen beginnen		de moed
pourtant nous résistons Lernen beginnen		maar toch houden wij stand
les soldats ne sont pas morts Lernen beginnen		de militairen zijn niet gesneuveld
directement Lernen beginnen		rechtstreeks
dans ce discours, il n'arrête pas de marteler le même message Lernen beginnen		in die toespraak hamert hij steeds op dezelfde boodschap
cette guerre vous concerne Lernen beginnen		deze oorlog gaat jullie aan
bien que Lernen beginnen		hoewel
le barde mal rasée Lernen beginnen		de niet geschoren bard
pleinement Lernen beginnen		volledig
je ne les blâme pas Lernen beginnen		ik neem ze niet kwalijk
toutes ces cordes Lernen beginnen		al die touwtjes
ennuyeux Lernen beginnen		vervelend
un peu plus fin Lernen beginnen		een beetje dunner
je viens de Belgique Lernen beginnen		ik ben afkomstig uit België
autrefois il appelait sa mère tous les jours Lernen beginnen		vroeger belde hij zijn moeder elke dag op
elle était déjà vieille, mais elle se lavait encore elle-même tous les jours Lernen beginnen		zij was al oud, maar waste zich nog elke dag zelf
elle cuisinait aussi elle-même Lernen beginnen		zij kookte ook nog zelf
il ne voulait pas que je répète sa réponse Lernen beginnen		hij wilde niet dat ik zijn antwoord herhaalde
nous attendions une heure chaque jour le bus qui s'arrêtait dans notre ville natale Lernen beginnen		wij wachtten elke dag wel een uur op de bus die in onze woonplaats stopte
nous avions honte parce qu'il pleurait Lernen beginnen		wij schaamden ons, omdat hij huilde
je ne savais pas que tu offrais quelque chose avec chaque collecte Lernen beginnen		ik wist niet dat jij bij elke collecte iets gaf
elle pouvait toujours si bien chanter Lernen beginnen		zij kon toch altijd zo goed zingen
je t'ai demandé quelque chose Lernen beginnen		ik vroeg je iets
tu es arrivé trop tard la semaine dernière Lernen beginnen		vorige week kwam je ook al te laat
nous savions qu'ils ne cherchaient pas correctement Lernen beginnen		wij wisten dat ze niet goed zochten
l'oncle, la tante Lernen beginnen		de oom, de tante
inquiétant Lernen beginnen		zorgwekkend
c'est une question pertinente Lernen beginnen		dat is een terechte vraag
une rencontre Lernen beginnen		een vergadering
tu n'as jamais été aux sports d'hiver Lernen beginnen		je bent nooit op wintersport geweest
le chemin de fer Lernen beginnen		de spoorwegen
vous montrez ce sur quoi vous n'êtes pas d'accord Lernen beginnen		je laat zien waar je het niet over eens bent
le pouvoir d'achat Lernen beginnen		de koopkracht
le fichier Lernen beginnen		het bestand
la gare Lernen beginnen		het treinstation
je pense que c'est vraiment inapproprié Lernen beginnen		ik vind het echt ongepast
les trains de banlieue Lernen beginnen		de forenzentreinen
la maintenance Lernen beginnen		het onderhoud
les heures de pointe Lernen beginnen		de spitsuren
mon beau-fils, mon gendre Lernen beginnen		mijn schoonzoon
la gare la plus proche Lernen beginnen		het vlakbij station
nationalisé Lernen beginnen		genationaliseerd
découragé Lernen beginnen		ontmoedigd
la destination Lernen beginnen		de bestemming
la grève Lernen beginnen		de staking
le trafic Lernen beginnen		het verkeer
la compagnie aerienne Lernen beginnen		de luchtvaartmaatschappij
rentable Lernen beginnen		rendabel
exister Lernen beginnen		bestaan
promouvoir, favoriser Lernen beginnen		bevorderen
la formation Lernen beginnen		de opleiding
terminer, finir Lernen beginnen		afronden
parfois Lernen beginnen		weleens
enrhumé Lernen beginnen		verkouden
le tableau Lernen beginnen		het schoolbord
la craie Lernen beginnen		het krijt
menacer Lernen beginnen		dreigen, bedreigen
la distraction Lernen beginnen		de afleiding
à part le centre ville Lernen beginnen		afgezien van het stadscentrum
les rives de la Seine Lernen beginnen		de oevers van de Seine
je n'ai pas été à Paris depuis plusieurs années Lernen beginnen		ik ben al een paar jaar niet in parijs geweest
de nouvelles zones commerciales Lernen beginnen		nieuwe winkelgebieden
de beaux bâtiments Lernen beginnen		mooie gebouwen
il y a beaucoup d'endroits Lernen beginnen		er zijn veel plekken
nous devrions aller plus souvent Lernen beginnen		we zouden vaker moeten gaan
pour cette raison Lernen beginnen		om deze reden
d'ici quelques semaines, sa jambe devrait aller mieux Lernen beginnen		over enkele weken zal het beter gaan met haar been
ça n'est pas raisonnable Lernen beginnen		het is niet verstandig
nous avons conduit sur l'autoroute Lernen beginnen		we hebben op de snelweg gereden
le premier trajet Lernen beginnen		de eerste rit
nous avons été à l'étranger Lernen beginnen		we zijn naar het buitenland gegaan, in het buitenland geweest
plus prêt Lernen beginnen		dichterbij
adapté Lernen beginnen		toegerust, gerust
mes fils et moi sommes très proches Lernen beginnen		mijn zonen en ik zijn heel close
cela nous a rapproché Lernen beginnen		dat heeft ons dichter bij elkaar gebracht
j'en suis heureux, content Lernen beginnen		ik ben daar blij mee
obligatoire Lernen beginnen		verplicht
à la fin Lernen beginnen		op het einde, aan het einde
lentement mais sûrement Lernen beginnen		langzaam maar zeker
le club de randonnées Lernen beginnen		de wandelclub
moëlleux Lernen beginnen		smeuïg
ça n'est pas fréquent Lernen beginnen		het komt niet veel voor
la déclaration de revenus Lernen beginnen		de aangifte van de inkomste belasting
déduire, soustraire Lernen beginnen		aftrekken
prélevé directement sur salaire Lernen beginnen		bedragen rechtstreeks van salarissen
efficace Lernen beginnen		efficiënt
l'administration Lernen beginnen		het bestuur
extrême-droite Lernen beginnen		extreem-rechts
il ne respecte pas les règles Lernen beginnen		hij zet niet aan de regels
depuis ce temps Lernen beginnen		sinds die tijd
partager l'écran Lernen beginnen		het scherm delen
le bombardement Lernen beginnen		het bombardement
le pluriel, le singulier Lernen beginnen		het meervoud, het enkelvoud
ça n'est pas un nom commun Lernen beginnen		het is geen veelvoorkomende naam
ça m'est égal Lernen beginnen		het maakt me niet uit
le roi actuel Lernen beginnen		de huidige koning
à un moment donné Lernen beginnen		op een gegevene moment
la vie privée Lernen beginnen		het prive-leven
la presse, le média Lernen beginnen		de pers, de media
je viens de lui raconter que j'étais plutôt déçu aujourd'hui Lernen beginnen		ik vertelde hem net dat ik 't vandaag tegen vond vallen
qu'as-tu fait à midi? Lernen beginnen		wat heb je tussen de middag gedaan?
ensuite j'ai fait un tour à pied Lernen beginnen		daarna heb ik een eindje gelopen
il était déjà l'heure de rentrer Lernen beginnen		het was alweer tijd om terug te gaan
je n'ai pas osé demander à ma collégue si elle voulait manger avec moi Lernen beginnen		ik durfde niet aan mijn collega te vragen of ze mee ging eten
d'ailleurs nous n'avons sans doute pas le droit de soritr en même temps Lernen beginnen		we zullen trouwens toch wel niet tegelijk weg mogen
je me suis lavé seulement à onze heures Lernen beginnen		ik heb me vanmorgen pas om elf uur gewassen
j'ai peur, la peur Lernen beginnen		ik ben bang, de angst
nana, gonzesse, pétasse Lernen beginnen		de wijf
féminin, masculin Lernen beginnen		vrouwelijk, mannelijk,
isolé Lernen beginnen		afgelegen
depuis tout petit Lernen beginnen		van jongs af an
j'ai remarqué Lernen beginnen		ik heb op gemerkt
se débarrasser Lernen beginnen		zich te ontdoen, afmaken
des arnaques, arnaquer Lernen beginnen		oplichters, oplichten
le verbe Lernen beginnen		het werkwoord
passer un examen Lernen beginnen		een examen afleggen
j'avais arrêté Lernen beginnen		ik was ermee opgehouden
l'année dernière Lernen beginnen		afgelopene jaar
j'ai l'intention de Lernen beginnen		ik ben van plan om
l'Union Soviétique Lernen beginnen		de Sovjet-Unie
diminuer Lernen beginnen		afnemen, vermindern
je suis d'accord avec lui Lernen beginnen		ik ben het met hem eens
les gilets jaunes Lernen beginnen		de gele hesjes
les routes Lernen beginnen		de straten
l'accumulation Lernen beginnen		de ophoping
c'est le contraire Lernen beginnen		het is het tegenovergestelde, het is andersom
torturer Lernen beginnen		martelen
la résistance Lernen beginnen		het verzet
nous aurons notre conversation Lernen beginnen		we zullen ons gesprek hebben
blessé Lernen beginnen		gewond, verwond
lorsque je retournerai au travail, je vais pouvoir utiliser mes connaissances linguistiques Lernen beginnen		als ik weer aan het werk ga, dan zou ik mijn talenkennis willen kunnen gebruiken
nous pouvons nous comprendre Lernen beginnen		we kunnen elkaar begrijpen
ils ne profitent pas de la situation Lernen beginnen		ze maken geen misbruik van de situatie
excusez-moi Lernen beginnen		neemt u me niet kwalijk
où puis-je la trouver? Lernen beginnen		waar kan ik die vinden?
juste à l'entrée Lernen beginnen		direkt bij de ingang
tu es vraiment à l'heure! Lernen beginnen		wat bet je vroeg!
quelle belle salle, dis-donc! Lernen beginnen		wat een mooiezaal, zeg!
elle est joliment restaurée Lernen beginnen		het is mooi gerestaureerd
ils se réunissaient ici Lernen beginnen		ze hebben hier vergaderd
comme on disait à l'époque Lernen beginnen		zoals ze toen zeiden
le membre de la direction Lernen beginnen		het bestuurslid
avoir lieu Lernen beginnen		plaats hebben
il a eu beau temps Lernen beginnen		hij heeft mooi weer gehad
il a été longtemps malade Lernen beginnen		hij is lang ziek geweest
elle est devenue directrice Lernen beginnen		ze is directrice geworden
je prenais, j'ai pris Lernen beginnen		Ik nam, ik heb genomen
je pouvais, j'ai pu Lernen beginnen		Ik kon, ik heb gekund
je disais, j'ai dit Lernen beginnen		ik zei, ik heb gezegd
je voyais, j'ai vu Lernen beginnen		Ik zag, ik heb gezien
je savais, j'ai su Lernen beginnen		Ik wist, ik heb geweten
il remet la frontière en question Lernen beginnen		hij trekt de grens in twijfel
échanger Lernen beginnen		wisselen
rétrécir Lernen beginnen		krimpen
pas cool, pas sympa Lernen beginnen		niet tof
soudain, soudainement Lernen beginnen		ineens
attrayant Lernen beginnen		aantrekelijk
fiable Lernen beginnen		betrouwbaar
je me couche, je m'endors Lernen beginnen		Ik ga naar bed, ik val in slaap
je me réveille, je me lève Lernen beginnen		Ik word wakker, ik sta op
la banlieue de Paris Lernen beginnen		de buitenwijken van Parijs
récupérer ses heures supplémentaires Lernen beginnen		récupérer ses heures supplémentaires
embaucher des salariés Lernen beginnen		medewerkers aannemen
les entreprises n'ont pas embauché de nouveaux salariés Lernen beginnen		de bedrijven hebben geen nieuwe werknemers aangenomen
elle voulait avoir du temps pour s'occuper des enfants Lernen beginnen		ze wilde tijd om voor de kinderen te zorgen
ça ne leur plaisait pas Lernen beginnen		maar ze waren er niet blij mee
annuler Lernen beginnen		afzegen
faire du sport Lernen beginnen		sporten
littéralement Lernen beginnen		letterlijk
répéter Lernen beginnen		herhalen
et bien le voici! Lernen beginnen		nou hier heb je hem!
alors qu'il risquait d'être vaincu par les Belges Lernen beginnen		toen hij van de Belgen dreigde te verliezen
il fit sauter son navire Lernen beginnen		hij liet zijn schip opblazen
ils font construire une nouvelle maison Lernen beginnen		ze laten een nieuw huis bouwen
admirer Lernen beginnen		bewonderen
il a passé sa jeunesse Lernen beginnen		hij heeft zijn jeugd doorgebracht
il menaçait de pleuvoir Lernen beginnen		het dreigde te gaan regenen
tu n'es pas obligé de venir Lernen beginnen		je hoeft niet te komen
il y a quelque chose de plus agréable à voir Lernen beginnen		er is iets leukers te zien
il y a quelque chose à faire Lernen beginnen		er is iets te doen
une erreur de langage courante Lernen beginnen		een veel voorkomende taalfout
pour les experts, de niveau avancé Lernen beginnen		voor gevorderden
avec son ancien camarade de classe Lernen beginnen		met zijn oude klasgenoot
c'était bien agréable de se revoir après tant de temps Lernen beginnen		het was leuk om elkaar na zo'n lange tijd weer te zien
c'est pourquoi il lui proposa Lernen beginnen		hij stelde hem daarom voor
il est en effet supporter depuis des années Lernen beginnen		hij is inderdaad al jaren supporter
je fais du sport Lernen beginnen		ik train, ik sport, ik doe aan sport
pratiquer un sport Lernen beginnen		een sport beoefenen
l'équipe joue un match Lernen beginnen		de ploeg speelt een wedstrijd
la neige a fondu seulement ce matin Lernen beginnen		de sneeuw is pas vanmorgen gesmolten
la réunion s'est terminée à minuit Lernen beginnen		om twaalft uur is de vergadering geëindigd
une histoire à pleurer Lernen beginnen		een verhaal om te huilen
il commença à trouver son comportement vraiment étrange Lernen beginnen		hij begon zijn gedrag werkelijk te vinden
il ne savait plus si son ami pleurait ou riait Lernen beginnen		hij wist niet meer of zijn vriend huilde of lachte
l'arbitre siffla la fin de ce match spectaculaire Lernen beginnen		de scheidsrechter floot het einde van deze spectaculaire wedstrijd
il osait à peine y croire Lernen beginnen		hij kon haast niet geloven
marquer un but Lernen beginnen		een doelpunt maken
faire le ménage Lernen beginnen		het huishouden doen
une vie bien remplie Lernen beginnen		een goed gevuld leven
bricoler Lernen beginnen		klussen
la prise de courant Lernen beginnen		de stopcontact
l'interrupteur Lernen beginnen		de lichtschakelaar, het lichtknopje
se baisser Lernen beginnen		bukken
tailler la haie Lernen beginnen		de heg snoeien
un canapé en cuir noir Lernen beginnen		een bank van zwart leer, een zwart-leren bank
usé Lernen beginnen		versleten
le cuir est usé Lernen beginnen		het leer verslijt
dépenser de l'argent Lernen beginnen		geld uitgeven
cette année Lernen beginnen		dit jaar
la baignoire Lernen beginnen		de badkuip
je voudrais la remplacer par une douche Lernen beginnen		ik zou het willen vervangen voor een douche
pour des raisons de sécurité Lernen beginnen		om veiligheidsredenen
dans ce cas Lernen beginnen		in dit geval
utile Lernen beginnen		nuttig, handig, bruikbaar
tu dois t'y habituer Lernen beginnen		je moet er aan wennen
se comporter Lernen beginnen		zich gedragen
s'énerver Lernen beginnen		zich opwinden
se mettre en colère Lernen beginnen		boos worden, woedend worden
injurier quelqu'un Lernen beginnen		iemand beledigen, uitschelden
se contrôler Lernen beginnen		zich beheersen
ne pas perdre son calme Lernen beginnen		zijn kalmte niet verliezen
rester calme Lernen beginnen		rustig blijven
calme-toi! on se calme! Lernen beginnen		kalmpjes aan!
il a commencé à trouver son comportement vraiment étrange Lernen beginnen		hij begon zijn gedrag pas werkelijk vreemd te vinden
s'élever à, le montant Lernen beginnen		bedragen, het bedrag
trahir, a trahison Lernen beginnen		verraden, het verraad
exclure, écarter, éloigner Lernen beginnen		weren
les nuisances, le dérangement Lernen beginnen		de overlast
entre donc Lernen beginnen		kom binnen
es-tu à la maison ce week-end? Lernen beginnen		ben je thuis 't weekend?
raconte un peu, est-ce que tu te plais à Amsterdam? Lernen beginnen		vertel eens, hoe bevalt 't je in Amsterdam?
s'il n'était pas là, ça serait difficile pour moi, vous savez Lernen beginnen		als hij er niet was, zou ik 't wel moeilijk vinden, hoor
à mon travail je n'ai pas encore de très bons contacts Lernen beginnen		op mijn werk heb ik nog niet zulke goede contacten
sans lui, je serais toujours seule le soir Lernen beginnen		zonder hem zou ik 's avonds altijd alleen zijn
nous allons souvent dîner quelque part après le travail Lernen beginnen		samen gaan we na het werk vaak ergens eten
et ensuite nous allons au cinéma par exemple Lernen beginnen		en daarna naar een film of zo
je ne le ferais pas si facilement si j'étais seule Lernen beginnen		dat zou ik niet zo gauw doen als ik alleen was
as-tu vu la manifestation pour la paix? Lernen beginnen		heb je ook iets van die vredes demonstratie gemerkt?
j'y ai été Lernen beginnen		ik ben er geweest
et je n'étais pas d'accord du tout Lernen beginnen		en ik was 't er helemaal niet mee eens
si tout le monde raisonnait ainsi, il n'y aurait jamais de paix Lernen beginnen		als iedereen zo redeneerde, zou er nooit vrede komen
il a mauvaise mine, est-ce qu'il serait malade? Lernen beginnen		hij ziet er niet goed uit, zou hij ziek zijn?
tu devrais savoir plus de choses sur les Pays-Bas Lernen beginnen		je zou wat meer over Nederland moeten weten
devions-nous aller demain aller à la plage? il devait en effet nous inviter pour son anniversaire, c'est ce que nous avions convenu Lernen beginnen		zullen we morgen naar het strand gaan? hij zou ons immers voor zijn verjaardag uitnodigen, dat hadden we afgesproken
je pensais qu'il ne viendrait pas Lernen beginnen		ik dacht dat hij niet zou komen
si j'avais plus de temps Lernen beginnen		als ik meer tijd had
si j'avais beaucoup d'argent, j'achèterais une belle voiture Lernen beginnen		als ik veel geld zou hebben, zou ik dan een mooie auto kopen
la scène Lernen beginnen		het odium, het toneel
la batterie Lernen beginnen		het drumstel
bruyant Lernen beginnen		luidruchtig
un coup de tête Lernen beginnen		een bevlieging
peu de temps après Lernen beginnen		kort daarna
une majorité de femmes Lernen beginnen		een meerderheid van de vrouwen
échanger Lernen beginnen		ruilen
déterminer Lernen beginnen		bepalen
j'ai tondu la pelouse Lernen beginnen		ik heb het gras gemaaid
étroit Lernen beginnen		smal
c'est carrelé, le carrelage Lernen beginnen		het is betegeld, de betegeling
la tondeuse à gazon Lernen beginnen		de grasmaaier
les bourgeons Lernen beginnen		de knoppen
les feuilles Lernen beginnen		de blaadjes
le tronc de l'arbre Lernen beginnen		de stam van de boom
la branche de l'arbre, les branches de l'arbre Lernen beginnen		de boomtak, de takken van de boom
épicé Lernen beginnen		pittig
j'ai dû gratter Lernen beginnen		ik moest krabben
annulé, supprimé Lernen beginnen		afgeschaft
dépenser de l'argent Lernen beginnen		geld uitgeven
je ne dépense pas d'argent dans l'essence Lernen beginnen		ik geef geen geld uit aan benzine
dans les deux pays Lernen beginnen		in allebei de landen
une moto Lernen beginnen		een motorfiets
charger la batterie Lernen beginnen		laad de batterij op
charger la batterie Lernen beginnen		de accu opladen
elle peut décider de sa vie Lernen beginnen		ze kan besliten op zijn leven
faire le plein de la voiture Lernen beginnen		de auto voltanken
Pâques Lernen beginnen		Pasen
cacher des œufs en chocolat dans le jardin Lernen beginnen		chocolade-eieren verstoppen in de tuin
faire un stage Lernen beginnen		een stage lopen
il prend des leçons de conduite Lernen beginnen		hij neemt rijlessen
tu peux passer le permis à partir de dix-huit ans Lernen beginnen		je kunt je rijbewijs halen vanaf achttien jaar, vanaf je achttiende
passer le permis Lernen beginnen		afrijden
il a changé d'avis Lernen beginnen		hij is van gedachten veranderd
elle doit se faire inscrire au registre d'état civil Lernen beginnen		ze moet zich laten opnemen in het bevolkingsregister
elle doit pour cela se rendre au bureau d'état civil Lernen beginnen		daarvoor moet ze naar het bureau van de burgerlijke stand gaan
elle doit présenter une attestation de son employeur Lernen beginnen		ze moet een verklaring van haar werkgever laten zien
le formulaire qu'elle doit remplir à la mairie se présente ainsi Lernen beginnen		het formulier dat ze in het gemeentehuis in moet vullen ziet er zo uit
marié Lernen beginnen		getrouwd, gehuwd
valable Lernen beginnen		geldig
la caisse d'assurance maladie Lernen beginnen		het ziekenfonds
le message Lernen beginnen		de boodschap
se démarquer, sortir du lot Lernen beginnen		opvallen
crier Lernen beginnen		schreeuwen
timide Lernen beginnen		verlegen
la solitude Lernen beginnen		de eenzaamheid
ça ne le dérange pas Lernen beginnen		hij vindt het niet erg
aide à domicile aux personnes âgées Lernen beginnen		thuiszorg voor ouderen
la maison de retraite Lernen beginnen		het verpleeghuis
la maltraitance Lernen beginnen		de mishandeling
peser la nourriture Lernen beginnen		het voedsel wegen
une femme de ménage Lernen beginnen		een schoonmaakster
laver par terre Lernen beginnen		de vloer wassen
étendre le linge Lernen beginnen		de was ophangen
elle a mal aux épaules Lernen beginnen		ze heeft last van haar schouders
c'est possible Lernen beginnen		het zou kunnen
en quelques mois Lernen beginnen		in enkele maanden
j'en ai marre Lernen beginnen		Ik heb er genoeg van, ik heb het zat
partir en retraite Lernen beginnen		met pensioen gaan
ils ont pu profiter de leur retraite Lernen beginnen		ze hebben van hun pensioen kunnen genieten
l'arrière-grand-père Lernen beginnen		de overgrootvader
le seul qui n'a pas eu de chance Lernen beginnen		de enige die geen geluk heeft gehad
confirmer Lernen beginnen		bevestigen
la bataille Lernen beginnen		het gevecht, het strijd
il est considéré comme Lernen beginnen		hij wordt beschouwd als
pourrais-je parler un instant à Bram? Lernen beginnen		zou ik Bram even kunnen spreken?
un instant, je vous le passe Lernen beginnen		een ogenblijkje ik verbind u door
je t'appelais pour te dire que je pourrai seulement me libérer début septembre Lernen beginnen		ik bel je even om te zeggen dat ik pas begin september vrij kan krijgen
ici personne ne peut prendre ses congés en pleine saison Lernen beginnen		niemand mag hier tijdens het hoogseizoen vakantie opnemen
tu pourrais toi aussi éventuellement partir en vacances en septembre? Lernen beginnen		zou jij eventueel ook in september met vakantie kunnen gaan?
regarde s'il y a quelque part un endroit qui nous conviendrait Lernen beginnen		kijk jij of er ergens een geschikte plek voor oon is
je raccroche tout de suite Lernen beginnen		ik hang weer gauw op
je ne peux qu'en rire Lernen beginnen		ik kan er alleen maar om lachen
pour lui, ce n'est qu'une question d'argent Lernen beginnen		het gaat hem alleenmaar om het geld
tu devrais en fait travailler plus Lernen beginnen		je zou eigenlijk meer moeten werken
tu devrais faire plus attention Lernen beginnen		je zou meer op moeten letten
se plaindre Lernen beginnen		klagen
des montées et des descentes Lernen beginnen		beklimmingen en afdalingen
la route monte, la route descend Lernen beginnen		de weg stijgt, de weg daalt
faire trempette, patauger Lernen beginnen		pootjebaden
les jeux de société Lernen beginnen		de bordspellen
les politiciens font des promesses Lernen beginnen		de politici doen beloften, beloven dingen
malhonnête Lernen beginnen		oneerlijk
la crédibilité Lernen beginnen		de geloofwaardigheid
le pire Lernen beginnen		het ergste
de l'autre côté Lernen beginnen		aan de andere kant
le moins pire Lernen beginnen		het minst slecht
nous sommes habitués Lernen beginnen		wij zijn gewend
pendant son mandat Lernen beginnen		tijdens zijn regeerperiode
la loi Lernen beginnen		de wet
il a fait passé une loi Lernen beginnen		hij heeft een wet aangenomen
je ne sais pas ce qui m'attend Lernen beginnen		ik weet niet wat mij te wachten staat
ils sont élus par la population néerlandaise Lernen beginnen		zij worden door de Nederlandse bevolking gekozen
tous les habitants âgés de dix-huit ans et plus ont le droit de vote Lernen beginnen		alle inwoners van achttien jaar en ouder hebben stemrecht
à condition qu'ils aient la nationalité néerlandaise Lernen beginnen		mits zij de Nederlandse nationaliteit hebben
les étrangers qui résident légalement aux Pays-Bas depuis plus de cinq ans Lernen beginnen		buitenlanders die langer dan vijf jaar wettig in Nederland verblijven
ils ont le droit de voter aux élections municipales Lernen beginnen		ze mogen stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen
tous voulaient le voir et il vint tout de suite Lernen beginnen		allen wilde hem zien en hij kwam dadelijk
après avoir mangé, il partit pour l'école Lernen beginnen		na gegeten te hebben vertrok hij naar school
il traversa sans faire attention à la circulation Lernen beginnen		hij stak over zonder op het verkeer te letten
as-tu envie de m'accompagner? Lernen beginnen		heb je zin om mee te gaan?
il pense être raisonnable Lernen beginnen		hij denkt verstandig te zijn
l'agriculture Lernen beginnen		de landbouw
le paysage Lernen beginnen		het landschap
les agriculteurs donnent la préférence à des terrains étendus Lernen beginnen		de boeren geven de voorkeur aan grote stukken grond
qu'ils peuvent assécher et travailler efficacement Lernen beginnen		die ze op efficiënte manier kunnen ontwateren en bewerken
beaucoup de petites propriétés ont été regroupées en quelques grandes Lernen beginnen		vele kleine bezittingen zijn samengevoegd tot enkele grote
la conséquence directe en est qu'on ne voit plus guère d'arbres ou de buissons dans les régions agricoles Lernen beginnen		een direct gevolg hiervan is dat we nog maar weinig bomen en struiken in de landbouwgebieden zien
ils ne feraient que gêner les lourdes machines agricoles modernes Lernen beginnen		deze zouden de moderne zware landbouwmachines maar in de weg staan
et c'est ainsi que les sentiers tortueux romantiques et les chemins sablonneux bordés d'arbre ont presque tous dû faire place à des routes goudronnées et recilignes Lernen beginnen		en zo hebben de romantische kronkel paadjes en zand wegen met bomen erlangs, bijna allemaal plaats moeten maken voor rechtlijnige asfalt wegen
le paysage bocager caractéristique de l'est des Pays-Bas appartient déjà presque au passé Lernen beginnen		het voor Oost-Nederland karakteristieke houtwallen landschap is al bijna verleden tijd
donner la préférence à Lernen beginnen		de voorkeur geven aan
faire obstacle, gêner Lernen beginnen		in de weg staan
la récolte Lernen beginnen		de oogst
le blé Lernen beginnen		de tarwe
la mauvaise herbe Lernen beginnen		het ontkruid
le bois Lernen beginnen		het hout
il n'a pas pu venir Lernen beginnen		hij heeft niet kunnen komen
j'aurais voulu lui donner le journal Lernen beginnen		ik had haar de krant willen geven
je l'ai vu pleurer Lernen beginnen		ik heb hem zien huilen
je lui ai appris à nager Lernen beginnen		ik heb hem leren zwemmen
ils devaient rassembler leurs biens Lernen beginnen		ze moesten hun bezittingen samenvoegen
truqué Lernen beginnen		verwalst, gemanipuleerd
depuis longtemps Lernen beginnen		al lang
la richesse d'un pays, la richesse d'une personne Lernen beginnen		de welvaart, de rijkdom
traverser la frontière Lernen beginnen		de grens oversteken
l'éleveur moderne est obligé par la politique agricole de Bruxelles de travailler de manière industrielle Lernen beginnen		de moderne veehouder woordt door de Brusselse landbouwpolitiek gedwongen tot een grootschalige manier van werken
il essaie de produire le plus de lait possible en intensifiant et en automatisant son entreprise Lernen beginnen		hij probeert zoveel mogelijk melk te produceren door intensivering en automatisering van zijn bedrijf
de ce fait, des régions néerlandaises d'élevage ont changé radicalement Lernen beginnen		daardoor zijn ook typisch Nederlandse veeteeltgebieden sterk van karakter veranderd
l'image de la campagne est maintenant déterminé par des prairies immenses et de grands troupeaux de vaches Lernen beginnen		het beel van het platteland wordt daar nu door enorme weiden zonder bloemen en grote kuddes koeien bepaald
en outre, un nombre toujours plus important de ces vaches demeure en permanence dans des étables où la quantité de nourriture qu'elles reçoivent par jour est calculée avec précision Lernen beginnen		een steeds groter deel van die koeien verblijft bovendien permanent in loopstallen, waar de hoeveelheid voedsel die ze per dag krijgen precies berekend wordt
l'utilisation d'un ordinateur pour ce faire n'est plus une exception depuis longtemps Lernen beginnen		het gebruik van een computer hierbij is al lang geen uitzondering meer
la campagne devient aussi moins attrayante pour les touristes Lernen beginnen		het platteland wordt voor toeristen ook minder aantrekkelijk
du fait qu'on y construit de grandes étables modernes, des silos à grains et d'autres choses du même genre Lernen beginnen		doordat er grote, moderne veestallen, torensilo's en dergelijke gebouwd worden
la souris est mangée par le chat Lernen beginnen		de muis wordt door de kat gegeten
depuis une dizaine de siècles, les Pays-Bas luttent contre l'eau Lernen beginnen		al zo'n tien eeuwen lang vecht Nederland tegen het water
auparavant on devaiat laisser œuvrer la nature divine Lernen beginnen		voor die tijd moest men Gods water over Gods akker laten lopen
mais vers l'an mille, on commença à se défendre contre l'eau Lernen beginnen		maar omstreeks het jaar duizend begon men zich tegen het water te verdedigen
on éleva des buttes et les premières digues furent construites Lernen beginnen		terpen werden opgeworpen en de eerste dijken werden gebouwd
plus tard, lorsque vinrent les moulins à vent, on put assécher des lacs et des étangs Lernen beginnen		later kwamen de windmolens en konden meren en plassen drooggemaakt worden
la liste des polders s'allongeait Lernen beginnen		het rijtje polders werd langer en langer
entretemps la technique progressait Lernen beginnen		de techniek ging intussen verder
des stations de pompage à vapeur, à moteur diesel et électrique ont pris la relève des moulins Lernen beginnen		stoom-, diesel- en elektrische gemalen vervingen de molens
et c'est ainsi qu'au début de notre siècle, un vieux rêve néerlandais se réalisa Lernen beginnen		zo kon begin deze eeuw een oude droom van de Nederlanders werkelijkheid worden
on entama les travaux de fermeture et d'assèchement partiel du Zuiderzee Lernen beginnen		de afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee begon
la digue de fermeture fut construite et le nom de Zuiderzee fit place à celui d'Ijsselmeer Lernen beginnen		de afsluitdijk werd aangelegd en de Zuiderzee werd IJsselmeer
à l'heure actuele dans l'IJsselmeer, quatre polders ont été asséchés et mis en service Lernen beginnen		in het IJsselmeern zijn nu vier polders drooggelegd en in gebruik genomen
j'ai été aidé par mon ami Lernen beginnen		ik ben door mijn vriend geholpen
la réalisation d'un polder dans l'IJsselmeer commence par la construction d'une digue autour d'un plan d'eau Lernen beginnen		het maken van een IJsselmeerpolder begint met het bouwen van een dijk om een stuk water
sur cette digue, on installe en divers endroits des stations de pompage Lernen beginnen		er worden in die dijk op enkele plaatsen gemalen geplaatst
l'asséchement dure normalement neuf mois Lernen beginnen		het droogmalen duurt meestal negen maanden
sous l'eau mouvante, un polder va naître Lernen beginnen		onder het bewegende waterwordt een polder geboren
un polder qui vient d'émerger n'est qu'un grand lac de boue situé en dessous du niveau de la mer Lernen beginnen		een pas drooggevallen polder is een grote modder vlakte die beneden de zeespiegel ligt
par avion, on y sème alors des roseaux Lernen beginnen		daan wordt er vanuit een vliegtuig riet gezaaid
cette plante favorise en effet le déssèchement du sol Lernen beginnen		dit gewas bevordert namelijk de uitdroging van de grond
au total, le défrichement d'un polder prend de dix à quinze ans Lernen beginnen		in totaal duurt de ontginning van een polder zo'n tien a vijftien jaar
afin de rendre le sol utilisable, l'état met le polder en culture pendant les cinq premières années Lernen beginnen		om de gronden geschikt te maken wordt de polder gedurende de eerste vijf jaar door de staat bebouwd
cette période passée, le sol se prête à l'agriculture privée Lernen beginnen		hierna is de grond geschikt voor particuliere landbouw
on sonne à la porte Lernen beginnen		er wordt aan de deur gebeld
je pense à un pays que j'aime particulièrement Lernen beginnen		ik denk aan een land waar ik bijzonder van houd
l'accusation, la poursuite Lernen beginnen		de vervolging
la justice, la jurisprudence Lernen beginnen		de rechtspraak
dans leur lutte contre l'eau, les Pays-Bas connaissent des victoires mais aussi des défaites Lernen beginnen		in de strijd tegen het water kent Nederland overwinningen maar ook verliezen
presque chaque génération a affronté une grande inondation Lernen beginnen		bijna elke generatie heeft wel te maken gehad met een grote overstroming
ainsi dans la nuit du premier février 1953, l'eau de la mer du Nord passa par-dessus des digues et envahit les polders du sud-ouest des Pays-Bas Lernen beginnen		zo stroomde het Noordzee water in de nacht van 1 februari 1953 op vele plaatsen in Zuid-West Nederland over de dijken heen, de polders in
cette nuit-là, l'eau fit 1835 victimes Lernen beginnen		het water eiste die nacht 1.835 slachtoffers
les digues étaient rompues ou gravement endommagées sur une longueur de 187 kilomètres Lernen beginnen		187 kilometer dijk brak door of werd zwaar beschadigd
le Randstad a failli être inondé Lernen beginnen		een overstroming van de Randstad dreigde
afin d'éviter qu'une telle catastrophe se reproduise Lernen beginnen		om een herhaling van een dergelijke ramp te voorkomen
on décida la fermeture de la quasi-totalité des bras de mer dans le delta du Rhin, de la Meuse et de l'Escaut: le plan Delta Lernen beginnen		werd er besloten bijna alle zeearmen in de delta van Rijn, Maas en Schelde at te dammen: het Deltaplan
on allait ainsi raccourcir la ligne côtière de 700 kilomètres Lernen beginnen		op die manier zou de kustlijn met ongeveer 700 kilometer verkort worden
de nouvelles techniques ont été développées afin de pouvoir travailler au milieu de courant rapides Lernen beginnen		voor het werken in snel stromend water zijn nieuwe technieken ontwikkeld
le dernier barrage a été mis en service officiellement en 1986 Lernen beginnen		de laatste dam is in 1986 officieel in gebruik genomen
cet évènement marqua l'achèvement du plan Delta Lernen beginnen		daarmee was de uitvoer van het Deltaplan voltooid
la marée haute, la marée basse Lernen beginnen		de vloed, de eb
la vague Lernen beginnen		de golf
se noyer Lernen beginnen		verdrinken
ça ne fait rien Lernen beginnen		het maakt niet uit
la femme de ménage Lernen beginnen		de schoonmaakster
les déclinaisons Lernen beginnen		de naamvallen
l'expression Lernen beginnen		de uitdrukking
le signe Lernen beginnen		het teken
cela ne m'attire pas Lernen beginnen		het trekt me niet aan
nous avions l'intention Lernen beginnen		we waren van plan
dans la plupart des cas Lernen beginnen		in de meeste gevallen
j'ai fini Lernen beginnen		ik heb afgemakt
à l'école Lernen beginnen		op school
depuis un an Lernen beginnen		sinds een jaar
combattre Lernen beginnen		bestrijden
le chanteur Lernen beginnen		de zanger
cela m'a beaucoup touché Lernen beginnen		het heeft me erg geraakt
à la mauvaise personne Lernen beginnen		aan de verkeerde persoon
j'attends un colis Lernen beginnen		ik verwacht een pakketje
que j'ai appris à l'école Lernen beginnen		die ik op school geleerd heb
j'attends son appel Lernen beginnen		ik wacht op zijn oproep
perdre du poids, maigrir Lernen beginnen		gewicht verliezen, afvallen
prendre du poids, grossir Lernen beginnen		gewicht erbij, aankomen
j'habite depuis trente-cinq ans aux États-Unis Lernen beginnen		ik woon al vijfendertig jaar in de Verenigde Staten
marquer des points Lernen beginnen		punten scoren
je m'entendais mieux avec Lernen beginnen		ik verstond me goed mij
la syllabe Lernen beginnen		de lettergreep
manger à heure fixe Lernen beginnen		eten op vaste tijden
faire la sieste Lernen beginnen		een dutje doen
passer une semaine Lernen beginnen		een week doorbrengen
critiquer Lernen beginnen		bekritiseren
le trafic Lernen beginnen		het verkeer
je ne me sens pas en état de conduire cinq heures Lernen beginnen		ik voel me niet in staat om vijf uur te rijden
décider Lernen beginnen		besluiten, beslissen
pardonner Lernen beginnen		vergeven
l'expression Lernen beginnen		de uitdrukking
pardonne-moi Lernen beginnen		vergeef me
elle ne m'en voudra pas Lernen beginnen		ze zal het me niet kwalijk nemen
supporter Lernen beginnen		verdragen
à cette époque Lernen beginnen		in die tijd, op dat moment
lorsqu'un bras de mer est fermé, il se change en bassin d'eau douce Lernen beginnen		wanneer een zeearm wordt afgesloten, verandert hij in een meer met zoet water
ce qui entraîne une transformation de sa faune et de sa flore dans leur totalité Lernen beginnen		waardoor de totale planten- en dieren wereld verandert
dans les années 70, beaucoup de néerlandais comprirent qu'ils allaient perdre ainsi le milieu naturel unique que formait l'Escaut oriental Lernen beginnen		in de jaren zeventig begrepen veel Nederlanders dat ze op deze manier de Oosterschelde als uniek natuurgebied zouden verliezen
dans le débat sur la protection de l'environnement, la fermeture de l'Escaut oriental prit une valeur symbolique Lernen beginnen		in discussies over milieubehoud kreeg de afsluiting van de Oosterschelde een symboolfunctie
en 1976, on est parvenu à un compromis entre le gouvernement d'une part et les écologistes et les pêcheurs de l'autre Lernen beginnen		in 1976 kwam het tot een compromis tussen enerzijds de regering en anderzijds milieugroepen en vissers
on a finalement construit un barrage à vannes qui ne sont fermées que si le niveau de la mer représente un risque Lernen beginnen		er is uiteindelijk een dam gebouwd met schuiven die alleen gesloten worden wanneer het waterpeil gevaarlijk hoog wordt
grâce à ces vannes presque toujours ouvertes, la différence naturelle entre haute et basse mer se maintient aux trois-quarts Lernen beginnen		door de bijna altijd geopende schuiven blift driekwart van het natuurlijke verschil tussen eb en vloed bestaan
l'eau reste salée Lernen beginnen		het water blijft zout
la politique de l'environnement Lernen beginnen		het milieubeleid
le mouvement écologiste Lernen beginnen		de milieubeweging
la pollution de l'air Lernen beginnen		de luchtvervuiling
la résistance Lernen beginnen		de weerstand, het verzet
militer Lernen beginnen		actie voeren
la maison se construit Lernen beginnen		het huis wordt gebouwd
on construisait la maison Lernen beginnen		het huis werd gebouwd
la maison a été construite Lernen beginnen		het huis is gebouwd
la maison avait été construite Lernen beginnen		het huis was gebouwd
la maison serait construite Lernen beginnen		het huis zou gebouwd worden
l'importation et l'exportation Lernen beginnen		de invoer en de uitvoer
il continue à travailler longtemps Lernen beginnen		hij blijft lang doorwerken
sur la cote Lernen beginnen		aan de kust
fuir Lernen beginnen		vluchten, ontsnappen
tendu Lernen beginnen		gespannen
depuis quelques années Lernen beginnen		sinds enkele jaren
l'industrie militaire Lernen beginnen		de luchtvaartindustrie
les intérêts Lernen beginnen		de belangen
autrefois les moulins frappaient dans la plaine par leur grand nombre Lernen beginnen		vroeger vielen vroeger op in the vlakke land door hun grote aantal
la place éminente qu'ils occupaient au centre des villes et des villages Lernen beginnen		de opvallende plaats die ze innamen binnen de stads- en dorpskernen
ils étaient d'importants piliers de l'économie néerlandaise Lernen beginnen		zij waren belangrijke steunpilaren van de Nederlandse economie
ils moulaient le grain, traitaient le cacao et la craie, sciaient le bois et fabriquaient le papier Lernen beginnen		ze maalden het graan, verwerkten cacao en krijt, zaagden het hout en maakten papier
sans oublier les moulins des polders, sans lesquels la moitié du pays n'aurait pu exister Lernen beginnen		en niet te vergeten: zonder de poldermolens had de lage helft van het land niet kunnen bestaan
il y a un siècle, il y avait encore 11.000 moulins à vent et à eau aux Pays-Bas Lernen beginnen		een eeuw geleden stonden er nog 11.000 wind- en watermolens in Nederland
aujourd'hui ils ne sont plus que 1030 Lernen beginnen		nu zijn dat er nog maar 1030
la cause de ce recul est à chercher dans le développement des nouvelles techniques Lernen beginnen		de oorzaak van die achteruitgang ligt in de ontwikkeling van nieuwe technieken
la vapeur, le diesel et l'électricité ont supplanté peu à peu le vent et l'eau Lernen beginnen		stoom, diesel en elektriciteit hebben wind en water langzamerhand verdrongen
cependant, il est important que les derniers moulins restent utilisables Lernen beginnen		toch is het belangrijk dat die laatste molens bruikbaar blijven
en période difficile, ils peuvent assurer une partie de l'approvisionnement en denrées alimentaires Lernen beginnen		in moeilijke tijden kunnen ze een deel van de voedselvoorziening veilig stellen
ils peuvent maintenir au-dessus du niveau de la mer une bonne partie des polders Lernen beginnen		zij kunnen een heel stuk polderland boven water houden
cela apporte de l'eau à son moulin Lernen beginnen		dat is koren op zijn molen
il est un peu fou, il a reçu un coup du moulin Lernen beginnen		hij heeft een slag van de molen gehad
la machine administrative va lentement Lernen beginnen		de administratieve molen maalt langzaam
si j'étais toi, je ne le ferais pas Lernen beginnen		als ik jou was deed ik het niet, als ik jou was zou ik het niet doen
si je l'avais su à l'époque, j'aurais choisi une autre voiture Lernen beginnen		had ik het toen geweten, dan zou ik een andere auto gekozen hebben
le centre-ville, le centre-bourg Lernen beginnen		de stadskern, de dorpskern
l'approvisionnement Lernen beginnen		de voorziening
il m'a rassuré Lernen beginnen		hij stelde me gerust, hij verzekert mij
le bordel Lernen beginnen		de rommel
faire le ménage Lernen beginnen		het huishouden doen
faire la vaisselle Lernen beginnen		de afwas doen
laver le linge Lernen beginnen		de was doen
le lave-linge, le sèche-linge Lernen beginnen		de wasmachine, de droger
le lave-vaisselle Lernen beginnen		de vaatwasser, de afwasmachine
pour plusieurs raisons Lernen beginnen		om mmerdere redenen
tomber en panne Lernen beginnen		stukgaan, kapotgaan
il doit construire son avenir Lernen beginnen		hij moet bouwen aan zijn toekomst
l'avenir nous le dira Lernen beginnen		de toekomst zal het uitwijzen
le clavier Lernen beginnen		het toetsenbord
le tableau Lernen beginnen		de tafel
le muscle Lernen beginnen		de spier
la date Lernen beginnen		de datum
c'est formidable, n'est-ce pas, de pouvoir obtenir aussi vite un nouvel appartement ici Lernen beginnen		geweldig, hé, dat je hier zo snel een nieuwe woning kunt krijgen
nous nous sommes inscrits il y a un mois à peine Lernen beginnen		we stonden pas een maand ingeschreven
les premiers inscrits n'avaient-ils pas la priorité? Lernen beginnen		zijn degenen die het langst ingeschreven staan niet het eerst aan de beurt?
si, mais c'était nous en l'occurence Lernen beginnen		jawel maar dat waren wij in dit geval
plus personne ou presque ne veut habiter le Bijlmermeer Lernen beginnen		er wil bijna niemand meer in de Bijlmermeer wonen
c'est vraiment stupide, la plupart des gens sont trop petitement logés au centre-ville Lernen beginnen		wat gek, in de binnenstad zijn de meesten veel te klein behuisd
alors qu'ils peuvent obtenir un appartement au Bijlmermeer Lernen beginnen		terwijl ze in de Bijlmer zo een flat kunnen krijgen
pourquoi ne veulent-ils pas venir ici? Lernen beginnen		waarom willen ze daar eigenlijk niet naartoe?
c'est loin de la ville, il y a peu de verdure Lernen beginnen		het is ver van de stad, er is weinig groen
et le soir, on ne se promène pas tranquillement dans ces longues galeries Lernen beginnen		en 's avonds wandel je niet op je gemaak door die lange galerijen
maintenant que tu sais tout, c'est à toi de décider si nous allons y habiter ou non Lernen beginnen		nu je alles weetmag jij beslissen of we daar gaan wonen
et bien je veux bien essayer Lernen beginnen		nou ik wil het wel proberen
sinon nous ne trouverons jamais d'appartement aussi grand aux environs d'Amsterdam Lernen beginnen		anders vinden we nooit zo'n grote flat in de omgeving van Amsterdam
à votre aise Lernen beginnen		op je gemak
les faubourgs, la banlieue Lernen beginnen		de buitenwijken, de voorstad
le pâté de maisons Lernen beginnen		het huizenblok
beaucoup de gens étaient présent à cette fête Lernen beginnen		vele waren op dit feest
celui qui veut un appartement doit s'inscrire Lernen beginnen		degene die een flat wil, moet zich inschrijven
celui qui fait cela est un filou Lernen beginnen		degene die zoiets doet is een schoft
mais qu'est-ce que ça veut dire? Lernen beginnen		wat moet dat nou?
il peut le faire, lui! Lernen beginnen		dat kan hij nou!
et bien, je ne suis pas déçu, il y a du soleil, c'est spacieux Lernen beginnen		nou, het valt me niet tegen: er is zon, het is ruim
en métro, il ne nous a fallu qu'un quart d'heure pour venir ici Lernen beginnen		het duurde met de metro maar een kwartier om hier te komen
tu te sens de taille à venir habiter ici? Lernen beginnen		durf je het aan om hier te gaan wonen?
mais oui, tu as vu la cuisine? elle est vraiment grande, on peut même y manger Lernen beginnen		o ja, heb je de keuken gezien? die is echt groot, je kunt er zelfs eten
et les chambres! ma mère peut rester loger ici sans problème Lernen beginnen		en de slaapkamers! mijn moeder kan zonder problemen komen logeren
j'aurais préféré une baignoire à une douche, mais ç'aurait été trop beau Lernen beginnen		ik had liever een bad gehad dan een douche, maar dat zou te mooi geweest zijn
au fait, tu as vu les toilettes quelque part? Lernen beginnen		trouwens, heb je de WC ergens gezien?
oui, elles sont là, seulement tu ne peux pas encore tirer la chasse d'eau parce que l'eau est coupée Lernen beginnen		ja, die is daar, je kunt alleen nu niet doortrekken omdat het water afgesloten is
je me demande si le chauffage central coûte cher? Lernen beginnen		zou die centrale verwarming duur zijn?
je demanderai les tarifs pour le gaz et l'électricité demain pour trois pièces ainsi que pour la machine à laver Lernen beginnen		ik zal het tarief voor gas en electriciteit voor drie kamers inclusief wasmachine morgen opvragen
il se peut d'ailleurs que le chauffage soit inclus dans le loyer Lernen beginnen		misschien is de CV trouwens wel bij de huur inbegrepen
oser, prendre le risque de Lernen beginnen		iets aandurven
la cheminée Lernen beginnen		het schoorsteen
le sol Lernen beginnen		de vloer
les rideaux Lernen beginnen		de gordijnen
le lavabo, l'évier Lernen beginnen		de wastafel, de gootsteen
le placard, la penderie Lernen beginnen		de kleerkast
faire connaissance Lernen beginnen		kennis maken
l'union fait la force Lernen beginnen		eendracht maakt macht
on frappe à la porte Lernen beginnen		er wordt aan de deur geklopt, er klopt iemand aan de deur
le grain est semé Lernen beginnen		er wordt het zaad gezaaid
enfin, finalement Lernen beginnen		tenslotte
le fer, l'or Lernen beginnen		het ijzer, het goud
le bois Lernen beginnen		het hout
les nouvelles Lernen beginnen		het nieuws
les montagnes Lernen beginnen		het gebergte
les jouets Lernen beginnen		het speelgoed
la créature Lernen beginnen		het schepsel
la nourriture Lernen beginnen		het voedsel
le comportement Lernen beginnen		het gedrag
le mal Lernen beginnen		het kwaad
désherber Lernen beginnen		onkruid verwijderen
retirer les plantes de l'année dernière Lernen beginnen		de planten van vorig jaar weghalen
se débrouiller seul Lernen beginnen		voor zichzelf zorgen
il ne me reconnaît pas Lernen beginnen		hij herkent me niet
les perspectives Lernen beginnen		het vooruitzicht
les hémorragies cérébrales feront de plus en plus de dégâts Lernen beginnen		de hersenbloedingen zullen steeds meer schade aanrichten
c'est la malchance Lernen beginnen		het is pech
mon fils aîné Lernen beginnen		mijn oudste zoon
la criminalité Lernen beginnen		de misdaad
réglement de comptes Lernen beginnen		de afrekening
influençable Lernen beginnen		beïnvloedbare
demande de logement Lernen beginnen		aanvraag voor woonruimte
ce formulaire est à remettre au service du logement Lernen beginnen		inleveren van dit formulier dient te geschieden bij het Bureau Huisvesting
si le remplissage de ce formulaire devait soulever des problèmes ou des questions Lernen beginnen		mocht de invulling van dit formulier vragen of problemen oproepen
vous pouvez prendre contact avec le service du logement Lernen beginnen		dan kunt u daarover contact opnemen met het Bureau Huisvesting
les informations que vous fournissez seront également enregistrées Lernen beginnen		de door u opgegeven informatie wordt tevens opgenomen
dans le cas où il arriverait trop tard, nous pourrions encore l'attendre Lernen beginnen		mocht hij te laat komen, dan kunnen we nog wachten
puisse t-il avoir raison! Lernen beginnen		mocht hij gelijk hebben!
la viande rôtie Lernen beginnen		het gebraden vlees
une femme célibataire Lernen beginnen		een ongehuwde vrouw
un engagement pris Lernen beginnen		een aangegane verbintenis
l'information fournie par vous Lernen beginnen		de door u opgegeven informatie
où doit-on retourner le formulaire rempli? Lernen beginnen		waar moet de ingevulde formulier ingeleverd worden?
Marie ouvre un compte postal Lernen beginnen		Marij opent een girorekening
Marie a fait la demande d'un compte postal Lernen beginnen		Marij heeft een girorekening aangevraagd
elle a toujours eu un compte bancaire Lernen beginnen		ze heeft altijd een bankrekening gehad
mais elle veut maintenant changer pour un compte postal Lernen beginnen		maar ze wil nu overschakelen op de Postbank
pour ouvrir un compte postal, elle doit remplir un formulaire Lernen beginnen		om een girorekening te openen, moet ze een formulier invullen
et le remettre à un bureau de poste Lernen beginnen		en bij een postkantoor indienen
en outre, elle doit présenter une pièce d'identité en cours de validité: un passeport ou un permis de conduire Lernen beginnen		bovendien moet zij een geldig legitimatiebewijs kunnen laten zien: een paspoort of een rijbewijs
celui qui a pu ouvrir un compte postal obtient des chèques postaux avec lesquels il peut effectuer ses paiements Lernen beginnen		degene die een girorekening heeft kunnen openen, krijgt girobetaalkaarten waarmee hij betalingen kan verrichten
il peut aussi, au moyen de ceux-ci, retirer de l'argent dans son pays ou à l'étranger Lernen beginnen		hij kan hiermee ook geld opnemen in binnen- en buitenland
l'avis de débit est reçu au plus tard sept jours après Lernen beginnen		het bericht van de afschrijving wordt uiterlijk zeven dagen later ontvangen
si Marie souhaite payer quelqu'un par virement postal, elle demande d'abord le numéro de compte postal ou bancaire de cette personne Lernen beginnen		als Marij via de Postbank geld naar iemand wil overmaken, vraagt ze eerst het bank- of gironummer van die persoon
elle remplira ensuite un chèque de virement spécial Lernen beginnen		ze vult daarna een speciale girokaart in
retirer de l'argent Lernen beginnen		geld halen, geld opnemen
encaisser un chèque Lernen beginnen		een cheque verzilveren
effectuer des paiements Lernen beginnen		betalingen verrichten
il a dû les aider Lernen beginnen		hij heeft hen moeten helpen
elle a voulu l'aider Lernen beginnen		zij heeft haar willen helpen
elle est allée aider sa mère Lernen beginnen		zij is haar moeder gaan helpen
ils sont venus chercher le paquet Lernen beginnen		ze zijn het pakje komen halen
il était allongé à écouter Lernen beginnen		hij heeft liggen luisteren
je l'ai vue venir Lernen beginnen		ik heb haar zien komen
ils nous ont entendus arriver Lernen beginnen		ze hebben ons horen aankomen
il s'est fait construire une maison Lernen beginnen		hij heeft een huis laten bouwen
Marie s'était fait teindre les cheveux à cette époque-là Lernen beginnen		Marij had toen haar haar laten verven
reprocher Lernen beginnen		verwijten
la suite Lernen beginnen		het vervolg
se comporter, le comportement Lernen beginnen		zich gedragen, het gedrag
ça ne fait rien Lernen beginnen		het maakt niet uit
un roman policier Lernen beginnen		een misdaad roman
la bibliothèque Lernen beginnen		de bibliotheek
jusqu'à aujourd'hui Lernen beginnen		tot nu toe
l'Allemagne a envahi Paris Lernen beginnen		Duitsland was Parijs binnengevallen
Paris a été occupé par les allemands Lernen beginnen		Parijs was ingenomen door de Duitsers
ponctuel Lernen beginnen		eenmalig
je te souhaite un bon rétablissement Lernen beginnen		ik wens je een goed herstel
le bétail Lernen beginnen		het vee
garder le moral Lernen beginnen		de moed erin houden
exister Lernen beginnen		bestaan
passer la ceinture jaune Lernen beginnen		passeer de gele band
j'ai attends Lernen beginnen		ik heb bereikt
je me sens plus fatigué Lernen beginnen		ik voel me vermoeider
j'ai aimé, j'ai apprécié Lernen beginnen		ik heb het leuk gevonden
dès que possible, Lernen beginnen		zo snel mogelijk, zodra we kunnen
absent, présent Lernen beginnen		afwezig, aanwezig
à l'école Lernen beginnen		op school
confondre Lernen beginnen		verwarren
il a terminé à l'hôpital Lernen beginnen		hij is in het ziekenhuis beland
c'est ton tour Lernen beginnen		je bent aan de beurt
s'habituer Lernen beginnen		wennen
sois patiente Lernen beginnen		wees geduldig
je me suis entraîné Lernen beginnen		ik heb geoefend
faire pipi Lernen beginnen		plassen
la boîte de vitesses Lernen beginnen		de versnellingsbak
dépenser de l'argent Lernen beginnen		geld uitgeven
le plus loin Lernen beginnen		het verste
le couple Lernen beginnen		het stel
ils voyageaient Lernen beginnen		ze reisden
comment je me sentirai Lernen beginnen		hoe ik me zal voelen
ils ne pouvaient pas passer la frontière Lernen beginnen		ze konden niet de grens over
je ne veux pas passer ma vie au travail Lernen beginnen		ik wilde niet mijn hele leven doorbrengen met werk
nous ferons une pause Lernen beginnen		we zullen pauzeren
au hasard, à l'improviste Lernen beginnen		op de bonnefooi
économiser de l'argent Lernen beginnen		geld besparen
tomber en panne Lernen beginnen		kapotgaan
la randonnée Lernen beginnen		de wandeltocht, de wandeling
c'est la raison pour laquelle Lernen beginnen		dit is de reden waarom
aller aux sports d'hiver Lernen beginnen		op wintersport gaan
tout le monde ne peut pas se le permettre Lernen beginnen		niet iedereen kan zich dat veroorloven
la mer Méditerranée Lernen beginnen		de Middellandse Zee
les clients Lernen beginnen		de klanten
les choses les plus terribles Lernen beginnen		de meest vreselijke dingen
maîtriser la langue Lernen beginnen		de taal te beheersen
j'étais très occupée Lernen beginnen		ik was erg druk
à 15 kms d'ici Lernen beginnen		15 km hiervandaan
il a proposé Lernen beginnen		hij heeft voorgesteld
l'épaule Lernen beginnen		de schouder
la canicule Lernen beginnen		de hittegolf
le feu, l'incendie Lernen beginnen		het vuur, de brand
les Pays- Bas ne sont pas un pays dont on parle beaucoup dans les actualités Lernen beginnen		Nederland is niet een land waarover we veel in het nieuws horen
ils se sentent abandonnés Lernen beginnen		ze voelen zich in de steek gelaten
ils doivent en sortir Lernen beginnen		ze moeten eruit
les portes ne peuvent pas être ouvertes de l'extérieur Lernen beginnen		de deuren zijn niet van buitenaf te openen
les passants mettent les enfants en sécurité Lernen beginnen		omstanders brengen de kinderen in veiligheid
il essaye d'atteindre l'homme qui n'est pas accessible Lernen beginnen		probeert om bij de man te komen die niet aanspreekbaar is
cela ne fonctionne pas Lernen beginnen		dat lukt niet
le père et le fils vont relativement bien Lernen beginnen		de vader en het zoontje komen er relatief goed vanaf
il nous a fallu un certain temps pour comprendre ce que c'était Lernen beginnen		het duurde even voor we wisten wat het was
dans de nombreux cas Lernen beginnen		in heel wat gevallen
à tel point que les grands arbres semblent mourir Lernen beginnen		zo veel dat de grote bomen er dood aan lijken te gaan
alors que nous avions déjà abandonné Lernen beginnen		terwijl we hadden het al eigenlijk opgegeven
je me demande si je peux faire quelque chose à ce sujet Lernen beginnen		ik ben benieuwd of ik er al iets van kan
plonger Lernen beginnen		duiken
une grange Lernen beginnen		een schuur
le contrôle technique Lernen beginnen		APK (algemene periodieke keuring)
la déchetterie Lernen beginnen		de afvalstation, de milieustraat
la baignoire Lernen beginnen		de badkuip, het bad
je devais m'appuyer sur mes fils Lernen beginnen		ik moest op mijn zonen leunen
monter les escaliers Lernen beginnen		de trap opgaan
une forte communuaté polonaise Lernen beginnen		een grote Poolse gemeenschap
c'est le 8 octobre Lernen beginnen		het is op 8 oktober, het is op de achtste oktober
ma femme vient avec moi Lernen beginnen		mijn vrouw gaat mee
avant-hier, après-demain Lernen beginnen		eergisteren, overmorgen
la compagnie aérienne Lernen beginnen		de vliegtuigmaatschappij
je fais beaucoup d'exercices Lernen beginnen		ik doe veel oefeningen
j'ai dû Lernen beginnen		ik moest
j'ai peur de glisser Lernen beginnen		ik ben bang dat ik ga glijden, ik ben bang dat ik uitglijd
la déchetterie Lernen beginnen		het recyclingcentrum
je n'ai plus un seul t-shirt propre à me mettre Lernen beginnen		ik heb geen schoon shirt meer
tous les t-shirts sont dans la machine à laver Lernen beginnen		al je shirts zitten in de wasmachine
elle en a encore pour une bonne demi-heure à marcher Lernen beginnen		die staat nog wel een half uurtje te draaien
de toutes façons, nous ne pouvons pas sortir cet après-midi Lernen beginnen		we kunnen vanmiddag toch niet weg
il y a encore tant de choses à faire à la maison Lernen beginnen		er is nog zoveel te doen in huis
je suis en train de ranger la chambre à coucher Lernen beginnen		ik ben de slaapkamer nog aan het opruimen
si tu laves maintenant la vaisselle et que tu passes l'aspirateur, nous en aurons tout de suite fini Lernen beginnen		als jij de afwas nou even doet en stofzuigt, dan zijn we zo klaar
sinon tu vas passer ton temps à lire Lernen beginnen		anders zit je toch maar te lezen
pendant ce temps, je vais faire la poussière et étendre le linge Lernen beginnen		ik zal ondertussen wel afstoffen en de was ophangen
heureusement qu'il y a du soleil sur le balcon Lernen beginnen		gelukkig dat de zon op het balkon staat
comme ça tu auras un t-shirt sec ce soir Lernen beginnen		zo heb je vanavond weer een droog shirt
au moins nous pourrons sortir Lernen beginnen		we kunnen tenminste leekker uit
nous nettoierons les vitres et le sol demain seulement Lernen beginnen		ramen zemen en vloeren dweilen doen we morgen wel
c'est quelque chose que je déteste Lernen beginnen		daar heb ik zo'n hekel aan
qu'est cela veut dire? Lernen beginnen		wat moet dat nou?
le village change Lernen beginnen		het dorpje is bezig te veranderen
désastreux, catastrophique Lernen beginnen		rampzalig
envahir Lernen beginnen		binnenvallen
en fin de compte, cela en valait la peine Lernen beginnen		uiteindelijk was het de moeite waard
j'ai réussi Lernen beginnen		ik ben geslaagd
elle n'arrête pas de dire qu'elle ne veut déranger personne Lernen beginnen		zij zegt steeds dat ze niemand lastig wil vallen
je lui ai tricoté un pull bleu Lernen beginnen		ik heb voor haar een blauw truitje gebreid
elle craignait la vengeance de son ex-mari Lernen beginnen		ze vreesde voor de wraak van haar ex-man
elle est donc cachée depuis un certain temps Lernen beginnen		daarom is zij sinds enige tijd ondergedoken
ralentissons la cadence cette année Lernen beginnen		laten we het dit jaar wat rustiger aan doen
le chêne, le gland Lernen beginnen		de eik, de eikel
blessant Lernen beginnen		verwettend
les notes scolaires Lernen beginnen		de schoolcijfers, de schoolpunkten
la gorge Lernen beginnen		de keel
le planning Lernen beginnen		het rooster
vétuste Lernen beginnen		verouderd
faire des bêtises Lernen beginnen		domme dingen doen
ils font semblant Lernen beginnen		ze doen alsof
j'en ai assez Lernen beginnen		ik heb er genoeg van
je n'y prends plus de plaisir Lernen beginnen		ik heb er geen plezier (meer) in
le disque dur Lernen beginnen		de harde schijf
l'écran, le clavier Lernen beginnen		het scherm, het toetsenbord
ils sont contents de retourner à l'école Lernen beginnen		ze zijn blij dat ze weer naar school gaan
quitter la maison Lernen beginnen		het huis verlaten
la clôture Lernen beginnen		het hek
est-ce que ce livre t'a plu? Lernen beginnen		is het boek je bevallen? beviel het boek je?
travailler à temps plein / à temps partiel Lernen beginnen		voltijds werken, in deeltijds werken
l'entreprise où je travaille Lernen beginnen		het bedrijf waarin/waarbij ik werk
zeven-en-een-half Lernen beginnen		zeven-en-een-halfsept et demi
en contradiction Lernen beginnen		in tegenspraak
pour des raisons de santé Lernen beginnen		om gezondheidsredenen
la cour de récréation Lernen beginnen		het schoolplein
l'administration fiscale Lernen beginnen		de belastingdienst
la destination Lernen beginnen		de bestemming
promettre, je te promets, je t'ai promis Lernen beginnen		beloven, ik beloof je, ik heb je beloofd
baiser Lernen beginnen		neuken
ça vaut la peine d'y faire une randonnée Lernen beginnen		dat is de moeite waard voor een wandeling
j'aime faire comme si j'étais un touriste Lernen beginnen		ik houd er erg van om te doen alsof ik een toerist ben
faire le ménage Lernen beginnen		het huishouden doen
samedi dernier Lernen beginnen		afgelopen zaterdag
nous devions parler seulement pendant une heure Lernen beginnen		we zouden maar een uurtje kunnen spreken / praten
la salle d'attente Lernen beginnen		de wachtruimte
une heure du matin Lernen beginnen		één uur 's nachts
autorisé Lernen beginnen		toegestaan
l'imperméable Lernen beginnen		de regenjas / het regenpak
dors bien Lernen beginnen		slaap lekker
démodé Lernen beginnen		ouderwets
le cahier Lernen beginnen		het schrift
l'assiette Lernen beginnen		het bord
le couteau, la fouchette, la cuiller Lernen beginnen		het mes, de vork, de lepel
le verre Lernen beginnen		het glas
la tasse Lernen beginnen		de beker
le bol Lernen beginnen		de kom
où je peux travailler pendant quelques mois Lernen beginnen		waar ik voor een aantal/enkele maanden kan gaan werken
des horaires de travail normaux Lernen beginnen		normale werktijden
d'une façon naturelle Lernen beginnen		op een natuurlijke manier
de quel côté Lernen beginnen		aan welke kant
réviser Lernen beginnen		herhalen
ça me plait pour cette raison Lernen beginnen		ik vind hem daarom leuk
les matières premières Lernen beginnen		de grondstoffen
au-dessus de la mer Lernen beginnen		boven de zee
ils sont de gauche, de droite Lernen beginnen		ze zijn links, ze zijn rechts
le surnom Lernen beginnen		de bijnaam
l'administration Lernen beginnen		het bestuur
je suis mal réveillé Lernen beginnen		ik ben slecht opgestaan
ce n’est pas si mal Lernen beginnen		het valt veel mee
les courtes distances Lernen beginnen		de korte afstanden
j'ai aimé quand même Lernen beginnen		ik heb het toch wel vermaakt
allumer/éteindre le chauffage Lernen beginnen		de verwarming aan/uit te zetten
allumer/éteindre la lumière Lernen beginnen		het licht aan/uit doen
j'ouvre/je ferme la porte Lernen beginnen		ik doe de deur open/dicht
c'est mon tour Lernen beginnen		ik ben aan de beurt / het is mijn beurt
l'attentat Lernen beginnen		de aanval
le match de football Lernen beginnen		de voetbalwedstrijd
je ne suis pas sûr Lernen beginnen		ik weet niet zeker of het al bekend is
quand j'étais jeune, quand je serai grand Lernen beginnen		toen ik jong was, als ik groot ben
je l'ai mis en pause Lernen beginnen		het stond op een laag pitje
depuis quelques jours Lernen beginnen		sinds een paar dagen, sinds enkele dagen
il y a quelques années Lernen beginnen		een paar jaar geleden
le jour d'avant Lernen beginnen		de dag erna
le jour d'après/le jour suivant Lernen beginnen		de dag erna/de volgende dag/later
éviter la fraude Lernen beginnen		fraude te voorkomen
à quelle heure? Lernen beginnen		hoe laat? op welke tijd?
c'est plus facile de frauder Lernen beginnen		het is gemakkelijker te frauderen, het is makkelijker fraude te plegen
passer le permis de conduire Lernen beginnen		om te slagen voor het rijexamen
entretenir Lernen beginnen		onderhouden
si je continue à rouler à cette allure, nous serons à Steenwijk dans deux heures Lernen beginnen		als ik doorrijd, kunnen we over twee uur in Steenwijk zijn
prends donc ton temps, nous ne sommes pas si pressés Lernen beginnen		doe nou maar kalm aan, we hebben toch geen haast
dis-moi, est-ce que nous devons passer par Amersfoort? Lernen beginnen		zeg, moeten we eigenlijk over Amersfoort?
cela se fait automatiquement, vu que nous sommes sur cette autoroute Lernen beginnen		dat gaat automatisch nu we op deze snelweg zitten
au niveau de Steenwijk, nous prendrons la première sortie à gauche Lernen beginnen		bij Steenwijk nemen we daan de eerste afslag links
tu devras faire attention à cet endroit car il y a un passage à niveau non gardé Lernen beginnen		daar moet je uitkijken want er is een onbewaakte overweg
d'ailleurs nous devons faire le plein du côté d'Amersfoort Lernen beginnen		we moeten trouwens wel tanken in de buurt van Amersfoort
veux-tu que je reprenne le volant à la station-service? Lernen beginnen		zal ik het stuur dan bij het benzinestation van je overnemen?
ce n'est pas la peine, j'aime bien conduire Lernen beginnen		dat hoeft niet, hoor, ik vind het leuk om te rijden
ce n'est pas difficile de se garer en plein centre de Steenwijk? Lernen beginnen		is het niet moeilijk om midden in Steenwijk een parkeerplaats te vinden?
en semaine, oui, mais le week-end, ça ne se passe pas si mal Lernen beginnen		door de week wel, maar in het weekend valt het wel mee
prendre son temps, être pressé Lernen beginnen		kalm aan doen, haast hebben
se trouver sur une route Lernen beginnen		op een weg zitten
sortir d'un chemin Lernen beginnen		van een weg afgaan
ça se passe mieux que prévu Lernen beginnen		het valt wel mee
en semaine, le week-end Lernen beginnen		door de week, in het weekend
la pédale de frein, l'accélérateur Lernen beginnen		het rempedaal, het gaspedaal
l'embrayage Lernen beginnen		de koppeling
le panneau de signalisation Lernen beginnen		het verkeersbord
toutes directions Lernen beginnen		doorgaand verkeer
l'entrée d'autoroute, la sortie d'autoroute Lernen beginnen		de oprit, de afrit
il y a de l'orage Lernen beginnen		het onweert
ils parlent des Pays-Bas Lernen beginnen		ze hebben het over Nederland
je crois bien Lernen beginnen		ik geloof het wel
c'était elle qui devait indiquer le chemin sur l'autoroute Lernen beginnen		zij was het die de weg moest wijzen op de snelweg
j'avais beaucoup à faire Lernen beginnen		ik had veel aan mijn hoofd
va pour cette fois Lernen beginnen		vooruit dan maar
d'habitude j'entre dans cette rue, ensuite je tourne derrière l'église Lernen beginnen		meestal ga ik deze straat in, dan achter de kerk om
j'y pense beaucoup Lernen beginnen		daar denk ik veel aan
si tu continues tout droit, tu devras traverser la place Lernen beginnen		als je rechtdoor gaat, moet je het plein over
et tu ne pourras plus garer la voiture derrière la maison Lernen beginnen		en dan kun je de auto niet meer achter het huis parkeren
je vais la mettre derrière, cela me paraît plus facile pour le chargement des cartons demain Lernen beginnen		ik zet hem vel achter, dat lijkt me gemakkelijker met het inladen van die dozen morgen
que va dire ta mère quand elle apprendra que nous allons seulement un week-end dans les Ardennes au lieu de deux semaines en France? Lernen beginnen		wat zal je moeder zeggen als ze hoort dat we alleen maar een weekend naar de Ardennen gaan in plaats van twee weken naar Frankrijk?
peut-être voudra t-elle nous accompagner Lernen beginnen		misschien wil ze wel mee
n'oublie pas qu'Annemarie et son ami veulent déjà venir avec nous Lernen beginnen		denk je er wel aan dat Annemarie en d'r vriend ook al mee willen
c'est sympathique, mais nous devrons bientôt emprunter trois tentes si cela continue Lernen beginnen		't is wel gezellig, maar we moeten wel drie tenten meenemen op die manier
prenons donc un petit hôtel pour ces deux nuits Lernen beginnen		laten we voor die twee nachten maar een hotelletje nemen
ce sera aussi plus agréable pour maman Lernen beginnen		dat is voor moeder ook leuker
et bien, ce n'est pas la grande aventure, mais allons-y quand-même Lernen beginnen		nou, avontuurlijk is anders, maar vooruit dan maar
tourner à l'angle de la rue Lernen beginnen		de hoek om gaan
traverser toute la ville Lernen beginnen		door de stad heen gaan
prendre une rue Lernen beginnen		een weg in slaan
passer sur un pont Lernen beginnen		een brug over gaan
courir derrière quelqu'un, courir devant quelqu'un Lernen beginnen		achter iemand aan lopen, voor iemand uit lopen
monter l'escalier, descendre l'escalier Lernen beginnen		de trap oplopen, de trap aflopen
nous traversons le Limbourg Lernen beginnen		we rijden de Limburg door
enlève ton chapeau Lernen beginnen		hoed af!
le père entrait dans la chambre, le père marchait dans la chambre Lernen beginnen		de vader liep de kamer in, de vader liep in de kamer
faire le tour de la place, tout autour de la place Lernen beginnen		het plein rond gaan, rond het plein
le chien précède son maître Lernen beginnen		de hond loopt voor zijn baas uit
le bateau passe sous le pont Lernen beginnen		het schip vaart onder de brug door
il doit traverser a ville, il doit la traverser Lernen beginnen		hij moet door de stad hen, hij moet er doorheen
attrayant Lernen beginnen		aantrekkelijk
raisonnable Lernen beginnen		redelijk
nous avons dû changer d'avion Lernen beginnen		we moesten van vliegtuig wisselen
je prépare le petit déjeuner Lernen beginnen		ik maak het ontbijt klaar
plus je vieillis, moins j'aime Lernen beginnen		hoe ouder ik word, hoe minder ik leuk vind
je trouve ça meilleur Lernen beginnen		ik vind het lekkerder
le livre que tu m'avais conseillé Lernen beginnen		het boek dat je me had aangeraden
méprisant Lernen beginnen		minachtend
ils font peur aux gens Lernen beginnen		ze laten mensen schrikken
frapper à la porte Lernen beginnen		op de deur kloppen
l'os, les os Lernen beginnen		het bot, de botten
le bâteau, les bâteaux Lernen beginnen		de boot, de boten
se déguiser Lernen beginnen		zich verkleden
le congélateur, le frigo Lernen beginnen		de vriezer, de koelkast
le jeu de société Lernen beginnen		de bordspellen
l'imagination Lernen beginnen		de fantasie
public Lernen beginnen		openbaar
sur sa liste de cadeau Lernen beginnen		op zijn verlanglijstje
le salon, la foire Lernen beginnen		de beurs
la salle d'exposition Lernen beginnen		de evenementenhal
ils étaient déguisés en personnage de fiction Lernen beginnen		ze waren verkleed als een fictief personage
dans le monde entier Lernen beginnen		in de hele wereld
le dessin animé Lernen beginnen		de tekenfilm
se tromper Lernen beginnen		zich vergissen
paralysé Lernen beginnen		verlamd
les alliés Lernen beginnen		de bondgenoten
la principale source Lernen beginnen		de voornaamste bron
alors, que deviennent ces vacances dont vous parlez depuis si longtemps? Lernen beginnen		hoe zit het met die vakantie waar jullie al zolang over hebben?
je ne pourrai obtenir de congés que pour le mois de septembre Lernen beginnen		ik kan pas in december vrij krijgen
cela signifie que pour l'instant nous n'irons pas en France Lernen beginnen		dat betekent dat we voorlopig niet naar Frankrijk gaan
c'est bien ce que j'avais prévu en fait Lernen beginnen		dat had ik eigenlijk wel verwacht
et vous ne partez plus du tout maintenant? Lernen beginnen		gaan jullie nou helemaal niet meer weg?
si, mais d'une manière un peu moins spectaculaire Lernen beginnen		jawel, maar op wat minder spectaculaire wijze
nous partons en week-end dans les Ardennes belges Lernen beginnen		we gaan een weekend naar de Belgische Ardennen
dans un village que des amis à nous connaissent bien Lernen beginnen		naar een dorp dat vrienden van ons goed kennen
nous voulions te demander si tu voulais nous accompagner Lernen beginnen		we wilden je vragen of je meeging
après tout, toi non plus tu n'as pas encore eu de vacances Lernen beginnen		tenslotte heb jij ook nog geen vakantie gehad
n'oublie pas d'ajouter qu'Annemarie et Herman viennent probablement aussi avec nous Lernen beginnen		je moet er dan wel bij zeggen dat Annemarie en Herman waarschijnlijk ook meegaan
je ne veux pas vous décevoir, mais je pars déjà en septembre pour une petite semaine à Gand et Bruges avec une amie Lernen beginnen		ik wil jullie niet teleurstellen, maar ik ga in september al een weekje met een vriendin naar Gent en Brugge met een vriend
alors tu pourras sans problèmes revenir aux Pays-Bas en passant par les Ardennes Lernen beginnen		dan kun je mooi via de Ardennen naar Nederland terug
qu'en est-il de...? Lernen beginnen		hoe zit het met...?
à cela il faut ajouter que... Lernen beginnen		daar komt nog bij dat...
vous voyez ici une photo que j'ai faite moi-même Lernen beginnen		hier zit u een foto die ik zelf heb gemaakt
elle part avec une amie qui habite aussi Steenwijk Lernen beginnen		ze gaat met een vriendin die ook in Steenwijk woont
voilà le travail que j'ai fait Lernen beginnen		dat is het werk dat ik gemaakt heb
la fille qui avait raté le train Lernen beginnen		het meisje dat de trein gemist had
l'homme qui se tient là-bas Lernen beginnen		de man die daar staat
l'homme que tu peux voir là-bas Lernen beginnen		de man die je daar kunt zien
l'homme avec qui je parle Lernen beginnen		de man met wie ik spreek
Jan dont tu connais bien l'ami Lernen beginnen		Jan van wie je de vriend goed kent
la musique que je préfère est celle de Schubert Lernen beginnen		de muziek waar ik het meest van hou, is van Schubert
alors dis-moi, si tu fais le bilan de ces six derniers mois, es-tu satisfaite? Lernen beginnen		en als je zo terugkijkt of het afgelopen halfjaar, ben je dan tevreden?
quelle question! difficile d'y répondre comme ça Lernen beginnen		wat een vraag! daar heb ik zo één, twee, drie geen antwoord op
tu dois tout me dire, même si c'est désagréable pour moi Lernen beginnen		je moet me alles zeggen, zelfs als het vervelend voor me is
j'apprécie beaucoup de te voir chaque jour Lernen beginnen		ik vind het leuk dat we elkaar dagelijks zien
même si souvent, le soir, nous sommes trop fatigués pour faire très attention l'un à l'autre Lernen beginnen		al zijn we 's avonds vaak te moe om aandacht voor elkaar te hebben
mais mon travail ne me plaît pas tellement, il a un côté très impersonnel Lernen beginnen		maar ik vind mijn werk niet zo geweldig, het houdt iets heel onpersoonlijks
chaque jour des gens qui téléphonent pour avoir des dépliants Lernen beginnen		elke dag andere mensen aan de telefoon die folders willen
et des collègues qui changent tout le temps, jamais le temps de manger ensemble Lernen beginnen		steeds wisselende collega's, nooit tijd om samen te kunnen eten
et je me fais aussi beaucoup de souci pour ma mère, elle est si seule maintenant Lernen beginnen		en ik maak me veel zorgen over mijn moeder, die is nu zo alleen
elle ne se plaint pas, mais je sais que c'est très difficile pour elle Lernen beginnen		ze klaagt niet, maar ik weet dat heel moeilijk voor haar is
c'est tout à fait différent pour la tienne, même si Annemarie quitte la famille maintenant, parce qu'elle a encore ton père Lernen beginnen		dat is voor de jouwe heel anders, zelfs nu Annemarie het huis uit gaat, omdat ze je vader nog heeft
eh bien Marijke, tu en avais des choses à dire, maintenant il vaut mieux dormir, bonne nuit Lernen beginnen		wat een verhaal Marijke, ga nu maar lekker slapen, welterusten
d'un coup, à l'instant Lernen beginnen		zo één, twee, drie
se faire du souci pour Lernen beginnen		zich zorgen maken over
à cette époque Lernen beginnen		toen
ce livre est à moi, c'est mon livre, c'est le mien Lernen beginnen		het boek is van mij, het is mijn boek, het is het mijne
le tien Lernen beginnen		de/het jouwe
le sien Lernen beginnen		de/het zijne, de/het hare
le notre Lernen beginnen		de/het onze
le votre Lernen beginnen		die/dat van jullie
le leur Lernen beginnen		de/het hunne
le votre (forme de politesse) Lernen beginnen		de/het uwe
même si nous sommes Lernen beginnen		al zijn we
hebdomadaire, annuel Lernen beginnen		wekelijks, jaarlijks
est-ce que ce sont les vacances dont vous avez parlé si souvent? Lernen beginnen		is dat nou die vakantie waar jullie het zo vaak over gehad hebben?
ce que nous avons entendu là nous a beaucoup surpris Lernen beginnen		wat we daar hoorden, verbaasde ons erg
il dit à qui veut bien l'entendre qu’il a un bébé Lernen beginnen		hij vertelt aan wie het maar horen wil dat hij een baby heeft
bien que ce ne soit pas un travail ennuyeux, elle ne veut pas continuer à le faire Lernen beginnen		hoewel het geen saai werk is, wil ze het toch niet blijven doen
depuis qu’ils se voient tous les jours, ils n’ont plus grand chose à se dire Lernen beginnen		Omdat ze elkaar elke dag zien, hebben ze elkaar niet veel te zeggen
bien qu’elle s’inquiète pour sa mère, elle vit toujours avec son ami Lernen beginnen		al maakt ze zich zorgen over haar moeder, ze blijft toch bij haar vriend wonen
maintenant que ma voiture est cassée, je peux emprunter la tienne, non? Lernen beginnen		nu mijn auto kapot is, mag ik de jouwe wel lenen, hé?
on se plaint beaucoup des conditions de travail à l’agence de voyages Lernen beginnen		op het reisbureau wordt veel over de arbeidsomstandigheden geklaagd
au quatrième rang Lernen beginnen		op de vierde rij
j'avais mal fermé l'eau Lernen beginnen		ik had de kraan niet goed dichtgedraaid
le robinet, l'eau du robinet Lernen beginnen		de kraan, het kraanwater
ça ne me dérange pas Lernen beginnen		ik word er niet ziek van
l'odeur Lernen beginnen		de geur
maintenant que nous arrivés à la leçon 79, il est temps de prendre congés de Bram et Marij, de leur famille et de leurs amis Lernen beginnen		nu we bij les 79 aangekomen zijn, is het tijd om afscheid te nemen van Bram en Marij en hun familie en vrienden
nous vous conseillons de relire attentivement tous les mémentos et les révisions Lernen beginnen		we raden u aan alle memento's en repetities nog eens door te nement
et de lire ensuite les textes des leçons 81 à 90 comprise à l'aide du lexique ou d'un dictionnaire Lernen beginnen		met behulp van de woordenlijst of een woordenboek te lezen
ne regardez la traduction française que si vous ne comprenez vraiment pas Lernen beginnen		kijk alleen als u het echt niet begrijpt naar de Franse vertaling
quand vous aurez terminé ce livre, vous pourrez de temps à autre acheter un journal néerlandais Lernen beginnen		als u dit boek uit hebt, kunt u an en toe een Nederlandse krant kopen
et pourquoi pas partir en vacances aux Pays-Bas Lernen beginnen		en waarom niet, eens in Nederland op vakantie gaan
pour mettre en pratique votre connaissance de la langue néerlandaise Lernen beginnen		om uw kennis van de Nederlandse taal in praktijk te brengen
peut-être enseigne t-on le néerlandais près de chez vous Lernen beginnen		wie weet wordt er bij u in de buurt Nederlandse les gegeven
informez-vous à l'université, au consulat ou à la chambre de commerce de votre région Lernen beginnen		informeert u eens bij de universiteit, het consulaat of de Kamer van Koophandel in uw omgeving
bon courage! Lernen beginnen		veel sterkte!
avoir fini un livre Lernen beginnen		een boek uit hebben
le cours de langue, l'enseignement des langues Lernen beginnen		de taalcursus, het taalonderwijs
parler couramment Lernen beginnen		vloeiend spreken
faire une faute, corriger une faute Lernen beginnen		een fout maken, een fout corrigeren/verbeteren
l'administration, la direction Lernen beginnen		het bestuur
Maintenant que vous parlez si bien le néerlandais, vous pouvez lire les journaux néerlandais Lernen beginnen		nu je zo goed Nederlands spreekt, kun je Nederlandse kranten lezen
j’enseigne tous les mercredis matin Lernen beginnen		ik geef elke woensdagmorgen les
sage, judicieux, raisonnable Lernen beginnen		verstandig
nous lui recommandons de nager plus souvent Lernen beginnen		we raden hem aan vaker te gaan zwemmen
la législation Lernen beginnen		de wetgeving
ils mettent leurs connaissances en pratique dès que possible Lernen beginnen		ze brengen hun kennis zo snel mogelijk in de praktijk
il s'en fiche Lernen beginnen		het kan hem niet schelen
une collection Lernen beginnen		een versammeling
les sondages Lernen beginnen		de peilingen
l'échec Lernen beginnen		de mislukking
pire Lernen beginnen		erger
l'austérité financière Lernen beginnen		de financiële bezuinigingen
le médecin écrit une ordonnance, prescrit des médicaments Lernen beginnen		de arts schrijft een recept uit, schrijft een medicijn voor
le médicament Lernen beginnen		het medicijn
à la fin de la conversation Lernen beginnen		aan het einde van het gesprek
d'un autre côté Lernen beginnen		anderzijds
3 heures de différence Lernen beginnen		drie uur tijdsverschil
je lui ai dit Lernen beginnen		ik zei tegen haar
résolu Lernen beginnen		opgelost
incapable Lernen beginnen		niet in staat
satisfait Lernen beginnen		tevreden
peux-tu t'imaginer? Lernen beginnen		kun je je dat voorstellen?
la différence Lernen beginnen		de onderscheid
l'équipement Lernen beginnen		de apparatuur
il a pu choisir Lernen beginnen		hij heeft kunnen kiezen
refusé Lernen beginnen		afgewezen
la loi Lernen beginnen		de wet
immédiatemment, tout de suite Lernen beginnen		meteen
c'est pas grave, ça n'est pas si mal Lernen beginnen		het valt mee
il y a de la publicité Lernen beginnen		er is reklame
la réclamation Lernen beginnen		de klacht, de claim
supporter Lernen beginnen		verdragen
un jeu du chat et de la souris Lernen beginnen		een kat en muis speel
le film est coupé par la publicité Lernen beginnen		de film wordt door reklame onderbrokken
nous avons arrêté Lernen beginnen		we zijn opgehouden, we zijn gestopt
cela ne durera pas, ça ne va pas durer Lernen beginnen		er zal niet altijd duren, zo blijven
je me réveille Lernen beginnen		ik werd wakker
je dois continuer à suivre la rivière Lernen beginnen		ik moet de rivier blijven volgen
l'homme chez qui j'ai dormi Lernen beginnen		de man waar ik bij sliep
dors bien! Lernen beginnen		lekker slapen
ennuyeux Lernen beginnen		saai, verwelend
les mots grossiers Lernen beginnen		de scheldwoorden, de vieze woorden
c'est plus près, c'est plus loin Lernen beginnen		het is dichterbij, het is verder weg
la combativité Lernen beginnen		vechtlust
voter pour Lernen beginnen		stemmen op
les météos Lernen beginnen		weersverwachtingen
téléphoner Lernen beginnen		bellen
vérifier Lernen beginnen		controlleren
commun, répandu Lernen beginnen		gangbaar
prendre en compte Lernen beginnen		rekening houden

Français - Néerlandais

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr