Frans voca hoofdstuk 6

 0    135 Datenblatt    nigelvdeerden
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
être perdu
Lernen beginnen
de weg kwijt zijn
la campagne
Lernen beginnen
het platteland
ça y est
Lernen beginnen
het is zover
une seule journée
Lernen beginnen
één enkele dag
tout
Lernen beginnen
al, alles, helemaal, heel/hele
en vrai
Lernen beginnen
in het echt
descendre
Lernen beginnen
uitstappen
monter
Lernen beginnen
instappen
perdre
Lernen beginnen
kwijtraken
le voyageur
Lernen beginnen
de reiziger
la foule
Lernen beginnen
de menigte
la gare
Lernen beginnen
het station
fort
Lernen beginnen
sterk, goed
le plan
Lernen beginnen
de plattegrond
agréable
Lernen beginnen
prettig, aangenaam
dépêche-toi
Lernen beginnen
schiet op
tu cours
Lernen beginnen
jij rent
le quai
Lernen beginnen
het perron
la vue
Lernen beginnen
het uitzicht
se trouver
Lernen beginnen
zich bevinden
la gare
Lernen beginnen
het station
la boulangerie
Lernen beginnen
de bakkerij
la boucherie
Lernen beginnen
de slagerij
la maire
Lernen beginnen
het gemeentehuis
la piscine
Lernen beginnen
het zwembad
à vélo
Lernen beginnen
met de fiets
en voiture
Lernen beginnen
met de auto
le plan
Lernen beginnen
de plattegrond
le bateau
Lernen beginnen
de boot
la visite
Lernen beginnen
het bezoek
insolite
Lernen beginnen
ongewoon
la trottinette
Lernen beginnen
de step
à deux roues
Lernen beginnen
met twee wielen
au cœur de
Lernen beginnen
het hart van
le trésor
Lernen beginnen
de schat
caché
Lernen beginnen
verborgen
sans effort
Lernen beginnen
zonder inspanning
le véhicule
Lernen beginnen
het voertuig
conduire
Lernen beginnen
rijden, besturen
réaliser
Lernen beginnen
uitvoeren
accessible
Lernen beginnen
toegankelijk
explorer
Lernen beginnen
verkennen
la vitesse
Lernen beginnen
de snelheid
adapté à
Lernen beginnen
aangepast aan
le moyen transport
Lernen beginnen
het vervoermiddel
écolo
Lernen beginnen
milieubewust
permettre de
Lernen beginnen
toestaan (om te)
illuminer
Lernen beginnen
in het licht zetten
d'abord
Lernen beginnen
eerst
puis
Lernen beginnen
daarna
enfin
Lernen beginnen
ten slotte
la place
Lernen beginnen
het plein
le rond-point
Lernen beginnen
de rotonde
l'arrêt de bus
Lernen beginnen
de bushalte
l'immeuble
Lernen beginnen
het flatgebouw
le pont
Lernen beginnen
de brug
à côté de
Lernen beginnen
naast
en face de
Lernen beginnen
tegenover
la navette
Lernen beginnen
de veerdienst
déposer
Lernen beginnen
afzetten (op een plek)
le centre
Lernen beginnen
het centrum
c'est dommage
Lernen beginnen
Dat is jammer
le pleintre
Lernen beginnen
de schilder
le port
Lernen beginnen
de haven
maritime
Lernen beginnen
zee
le départ
Lernen beginnen
het vertrek
le tarif
Lernen beginnen
het tarief
l'adulte
Lernen beginnen
de volwassene
l'enfant
Lernen beginnen
het kind
gratuit
Lernen beginnen
gratis
la haute saison
Lernen beginnen
het hoogseizoen
la billetterie
Lernen beginnen
de ticketverkoop
chaud
Lernen beginnen
warm
l'avis
Lernen beginnen
de mening
sans
Lernen beginnen
zonder
tout seul
Lernen beginnen
helemaal alleen
nécessaire
Lernen beginnen
noodzakelijk
le quartier
Lernen beginnen
de wijk
le parc d'attractions
Lernen beginnen
het pretpark
le zoo
Lernen beginnen
de dierentuin
la foire
Lernen beginnen
de kermis
amusant
Lernen beginnen
vermakelijk, leuk
la banlieue
Lernen beginnen
de buitenwijken (Parijs)
devant
Lernen beginnen
voor (+plaats)
sembler
Lernen beginnen
lijken
lent
Lernen beginnen
langzaam
rapide
Lernen beginnen
snel
dépasser
Lernen beginnen
overtreffen, inhalen
même si
Lernen beginnen
zelfs wanneer/als
tenir compte de
Lernen beginnen
rekening houden met
le lieu, les lieux
Lernen beginnen
de plek, de plekken
se situer
Lernen beginnen
zich bevinden
la destination
Lernen beginnen
de bestemming
ouvert
Lernen beginnen
open, geopend
quand même
Lernen beginnen
zelfs, echter
mauvais
Lernen beginnen
slecht
poser des questions
Lernen beginnen
vragen stellen
l'endroit
Lernen beginnen
de plek
le bâtiment
Lernen beginnen
het gebouw
se promener
Lernen beginnen
wandelen
l'intérieur
Lernen beginnen
de binnenkant
l'extérieur
Lernen beginnen
de buitenkant
il fait mauvais
Lernen beginnen
het is slecht weer
il pleut
Lernen beginnen
het regent
il neige
Lernen beginnen
het sneeuwt
l'endroit
Lernen beginnen
de plaats
ouvert
Lernen beginnen
open
fermé
Lernen beginnen
gesloten
impressionnant
Lernen beginnen
indrukwekkend
drôle
Lernen beginnen
grappig
se promener
Lernen beginnen
wandelen
faire les magasins
Lernen beginnen
winkelen
monter à la Tour Eiffel
Lernen beginnen
de Eiffeltoren beklimmen
s'imaginer
Lernen beginnen
zich voorstellen/indenken
désormais
Lernen beginnen
voortaan
autour de
Lernen beginnen
rondom, over
le but
Lernen beginnen
het doel
l'objective
Lernen beginnen
het doel
les fait divers
Lernen beginnen
de nieuwsberichtjes
il s'agit de
Lernen beginnen
het gaat over
se succéder
Lernen beginnen
elkaar opvolgen
avoir lieu
Lernen beginnen
plaatsvinden
construit
Lernen beginnen
gebouwd
la punition
Lernen beginnen
de straf
la prison
Lernen beginnen
de gevangenis
l'occasion
Lernen beginnen
de gelegenheid
le témoin
Lernen beginnen
de getuige
qu'est-ce qui se passe
Lernen beginnen
wat gebeurt er?
avertir
Lernen beginnen
waarschuwen
arrêter
Lernen beginnen
aanhouden, stoppen
remercier
Lernen beginnen
bedanken
hésiter
Lernen beginnen
twijfelen
il s'agit de
Lernen beginnen
het gaat over
la société
Lernen beginnen
de maatschappij
l'occasion
Lernen beginnen
de gelegenheid

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.