grieks basiswoordenlijst

 0    44 Datenblatt    lhilhorst
Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
ἄγω
Lernen beginnen
leiden, brengen
ἀεί bijw.
Lernen beginnen
altijd, steeds
αἱρέω
Lernen beginnen
grijpen, pakken
ἀκούω + gen of acc
Lernen beginnen
luisteren (naar), horen
ἀλλά, ἀλλ ̓
Lernen beginnen
maar
ὁ ἀνήρ, ἀνδρός
Lernen beginnen
man
ὁ ἄνθρωπος
Lernen beginnen
mens
ἀντί, ἀντ̓, ἀνθ̓ + gen
Lernen beginnen
in ruil voor, in plaats van
ἀπέθανον
Lernen beginnen
aor van ἀποθνῄσκω: sterven, omkomen
ἀπό, ἀπ ̓, ἀφ ̓ + gen
Lernen beginnen
1 van (... vandaan), vanaf 2 sinds
ἀποθνῄσκω
Lernen beginnen
sterven, omkomen
ἀποκτείνω
Lernen beginnen
doden
αὖθις bijw
Lernen beginnen
opnieuw
αὐτίκα bijw
Lernen beginnen
meteen
αὐτοῦ/αὐτῆς/αὐτοῦ
Lernen beginnen
(gen/dat/acc) hij, zij, het
βαίνω
Lernen beginnen
gaan, stappen
βάλλω
Lernen beginnen
gooien
γάρ partikel
Lernen beginnen
want, immers, namelijk
γιγνώσκω
Lernen beginnen
begrijpen, (leren) kennen
ἡ γυνή, γυναικός
Lernen beginnen
vrouw
δέ, δ ̓ partikel
Lernen beginnen
en, maar
διά, δι ̓ + gen
Lernen beginnen
door ... heen, gedurende
διά, δι ̓ + acc
Lernen beginnen
1 wegens 2 door toedoen van
διαφθείρω
Lernen beginnen
vernietigen, bederven
ἔβαλον
Lernen beginnen
aor van βάλλω: gooien
ἐγγύς + gen
Lernen beginnen
dichtbij
ἐγώ/ἐμοῦ/ἐμοί/ἐμέ
Lernen beginnen
ik/mij
ἔθανον
Lernen beginnen
aor van θνῄσκω: sterven, omkomen
ἐθέλω
Lernen beginnen
willen
εἰ voegwoord
Lernen beginnen
als, indien
εἶδον
Lernen beginnen
aor bij ὁράω: zien
εἷλον
Lernen beginnen
aor bij αἱρέω: grijpen, pakken
εἰμί
Lernen beginnen
zijn, bestaan
εἶπον
Lernen beginnen
aor bij λέγω: zeggen, spreken
εἰς + acc.
Lernen beginnen
naar (binnen)
εἰσί(ν)
Lernen beginnen
(zij/er) zijn, bestaan
ἐκ / ἐξ + gen
Lernen beginnen
uit
ἔλαβον
Lernen beginnen
aor van λαμβάνω: nemen, krijgen
ἐλιπον
Lernen beginnen
aor van λείπω: verlaten, achterlaten
ἔμαθον
Lernen beginnen
aor van μανθάνω: leren (kennen), vernemen
ἐν + dat
Lernen beginnen
in, op, bij
ἔπαθον
Lernen beginnen
aor van πάσχω: lijden, ondervinden
ἐπεί / ἐπειδή voegwoord
Lernen beginnen
1 toen, nadat 2 omdat, aangezien
ἔπεσον
Lernen beginnen
aor van πίπτω: vallen

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.