Indefinido

 0    140 Datenblatt    nigelvdeerden
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
hablé
Lernen beginnen
Ik sprak
hablaste
Lernen beginnen
jij sprak
habló
Lernen beginnen
hij / zij / u sprak
hablamos
Lernen beginnen
we spraken
hablasteis
Lernen beginnen
jullie spraken
hablaron
Lernen beginnen
ze spraken
comí
Lernen beginnen
Ik at
comiste
Lernen beginnen
jij at
comió
Lernen beginnen
hij/zij/u aten
comimos
Lernen beginnen
wij aten
comisteis
Lernen beginnen
jullie aten
comieron
Lernen beginnen
ze aten
viví
Lernen beginnen
Ik leefde
viviste
Lernen beginnen
je leefde
vivió
Lernen beginnen
hij/zij/u leefde
vivimos
Lernen beginnen
we leven
vivisteis
Lernen beginnen
jullie leefde
vivieron
Lernen beginnen
ze leefden
di
Lernen beginnen
ik gaf
diste
Lernen beginnen
jij gaf
dio
Lernen beginnen
hij/zij/u gaf
dimos
Lernen beginnen
we gaven
disteis
Lernen beginnen
jullie gaven
dieron
Lernen beginnen
zij gaven
dije
Lernen beginnen
Ik zei
dijiste
Lernen beginnen
je zei
dijo
Lernen beginnen
hij/zij/u zei
dijimos
Lernen beginnen
we zeiden
dijisteis
Lernen beginnen
jullie zeiden
dijeron
Lernen beginnen
ze zeiden
estuve
Lernen beginnen
ik was (plaats bepaling)
estuviste
Lernen beginnen
je was (plaats bepaling)
estuvo
Lernen beginnen
hij/zij/u was (plaats bepaling)
estuvimos
Lernen beginnen
we waren (plaats bepaling)
estuvisteis
Lernen beginnen
jullie waren (plaats bepaling)
estuvieron
Lernen beginnen
ze waren (plaats bepaling)
hice
Lernen beginnen
ik maakte/deed
hiciste
Lernen beginnen
jij maakte/deed
hizo
Lernen beginnen
hij/zij/u maakte/deed
hicimos
Lernen beginnen
we maakten/deden
hicisteis
Lernen beginnen
jullie maakten/deden
hicieron
Lernen beginnen
zij maakten/deden
fui
Lernen beginnen
Ik ging
fuiste
Lernen beginnen
jij ging
fue
Lernen beginnen
hij/zij/u ging
fuimos
Lernen beginnen
we gingen
fuisteis
Lernen beginnen
jullie gingen
fueron
Lernen beginnen
ze ging
fui
Lernen beginnen
Ik was
fuiste
Lernen beginnen
je was
fue
Lernen beginnen
hij/zij/u was
fuimos
Lernen beginnen
we waren
fuisteis
Lernen beginnen
jullie waren
fueron
Lernen beginnen
ze waren
leí
Lernen beginnen
Ik las
leíste
Lernen beginnen
je las
leyó
Lernen beginnen
hij/zij/u las
leímos
Lernen beginnen
we lazen
leísteis
Lernen beginnen
jullie lazen
leyeron
Lernen beginnen
ze lazen
dormí
Lernen beginnen
Ik sliep
dormiste
Lernen beginnen
jij sliep
durmió
Lernen beginnen
hij/zij/u sliep
dormimos
Lernen beginnen
we sliepen
dormisteis
Lernen beginnen
jullie sliepen
durmieron
Lernen beginnen
ze sliepen
murió
Lernen beginnen
hij/zij/u stierf
murieron
Lernen beginnen
ze stierven
pedí
Lernen beginnen
ik vroeg/bestelde
pediste
Lernen beginnen
je vroeg/bestelde
pidió
Lernen beginnen
vroeg hij
pedimos
Lernen beginnen
we vroegen/bestelden
pedisteis
Lernen beginnen
jullie vroegen/bestelden
pidieron
Lernen beginnen
ze vroegen/bestelde
pude
Lernen beginnen
Ik kon/mocht
pudiste
Lernen beginnen
je kon/mocht
pudo
Lernen beginnen
hij/zij kon/mocht
pudimos
Lernen beginnen
wij konden/mochten
pudisteis
Lernen beginnen
jullie konden/mocht
pudieron
Lernen beginnen
zij konden/mochten
puse
Lernen beginnen
Ik zette neer
pusiste
Lernen beginnen
jij zette
puso
Lernen beginnen
hij/zij/u zette neer
pusimos
Lernen beginnen
we zetten neer
pusisteis
Lernen beginnen
jullie zetten neer
pusieron
Lernen beginnen
ze zetten neer
quise
Lernen beginnen
Ik wilde
quisiste
Lernen beginnen
je wilde
quiso
Lernen beginnen
hij/zij/u wilde
quisimos
Lernen beginnen
we wilden
quisisteis
Lernen beginnen
jullie wilden
quisieron
Lernen beginnen
ze wilden
supe
Lernen beginnen
ik wist/kon
supiste
Lernen beginnen
je wist/kon
supo
Lernen beginnen
hij/zij/u wist/kon
supimos
Lernen beginnen
we wisten/konden
supisteis
Lernen beginnen
jullie wisten/konden
supieron
Lernen beginnen
zij wisten/konden
tuve
Lernen beginnen
Ik had
tuviste
Lernen beginnen
je had
tuvo
Lernen beginnen
hij/zij/u had
tuvimos
Lernen beginnen
we hadden
tuvisteis
Lernen beginnen
jullie hadden
tuvieron
Lernen beginnen
ze hadden
vine
Lernen beginnen
Ik kwam
viniste
Lernen beginnen
je kwam
vino
Lernen beginnen
hij/zij/u kwam
vinimos
Lernen beginnen
we kwamen
vinisteis
Lernen beginnen
jullie kwamen
vinieron
Lernen beginnen
ze kwamen
construí
Lernen beginnen
Ik bouwde
construiste
Lernen beginnen
jij bouwde
construyó
Lernen beginnen
hij/zij/u bouwde
construimos
Lernen beginnen
wij bouwden
construisteis
Lernen beginnen
jullie bouwden
construyeron
Lernen beginnen
zij bouwden
anduve
Lernen beginnen
Ik liep
anduviste
Lernen beginnen
jij liep
anduvo
Lernen beginnen
hij/zij/u liep
anduvimos
Lernen beginnen
we liepen
anduvisteis
Lernen beginnen
jullie liepen
anduvieron
Lernen beginnen
ze liepen
busqué
Lernen beginnen
Ik zocht
buscaste
Lernen beginnen
je zocht
buscó
Lernen beginnen
hij/zij/u zocht
buscamos
Lernen beginnen
we zochten
buscasteis
Lernen beginnen
jullie zochten
buscaron
Lernen beginnen
ze zochten
jugué
Lernen beginnen
Ik speelde
jugaste
Lernen beginnen
je speelde
jugó
Lernen beginnen
hij/zij/u speelde
jugamos
Lernen beginnen
we speelden
jugasteis
Lernen beginnen
jullie speelden
jugaron
Lernen beginnen
ze speelden
empecé
Lernen beginnen
Ik begon
empezaste
Lernen beginnen
je begon
empezó
Lernen beginnen
hij/zij/u begon
empezamos
Lernen beginnen
we begonnen
empezasteis
Lernen beginnen
jullie begonnen
empezaron
Lernen beginnen
ze begonnen

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.