Irregular verbs lesson 2

 0    24 Datenblatt    guest3759052
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
concern - concerned - h concerned
Lernen beginnen
betreffen - betrof - h betroffen
to be found - to be found - to be found
Lernen beginnen
bevinden (zich) - bevond - h bevonden
move - moved - h moved
Lernen beginnen
bewegen - bewoog - h bewogen
visit - visited - h visited
Lernen beginnen
bezoeken - bezocht - h bezocht
enter - came in - entered
Lernen beginnen
binnenkomen - kwam binnen - z binnengekomen
stay - stayed - has stayed
Lernen beginnen
blijven - bleef - is gebleven
break - broke - h
Lernen beginnen
breken - brak - h gebroken
bring - brought - h brought
Lernen beginnen
brengen - bracht - h gebracht
bend - arch - h bent
Lernen beginnen
buigen - boog - h gebogen
participate - took part - h participated
Lernen beginnen
deelnemen- nam deel - h deelgenomen
think - thought - h thought
Lernen beginnen
denken - dacht - h gedacht
close - closed - h closed
Lernen beginnen
dichtdoen - deed dicht - h dichtgedaan
do - did - h done
Lernen beginnen
doen - deed - h gedaan
look through - looked through - h looked through
Lernen beginnen
doorkijken - keek door - h doorgekeken
wear - wore - worn
Lernen beginnen
dragen - droeg - gedragen
drink - drank - h gderonken
Lernen beginnen
drinken - dronk- h gderonken
dive - dived - h dived
Lernen beginnen
duiken - dook - h gedoken
look - looked - h looked
Lernen beginnen
eruitzien - zag eruit - h eruitgezien
eat - at - h eaten
Lernen beginnen
eten - at - h gegeten
go - went - Z gone
Lernen beginnen
gaan - ging - Z gegaan
enjoy - enjoyed - h enjoyed
Lernen beginnen
genieten - genoot - h genoten
give - gave - h given
Lernen beginnen
geven - gaf - h gegeven
pour - gutter - h poured
Lernen beginnen
gieten - goot - h gegoten
hang - hung - h hung
Lernen beginnen
hangen - hing - h gehangen

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.