lange werkwoorden 1.1

 0    12 Datenblatt    mateuszszumilas91
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
szedłem d (gaan)
O której wrócił do domu?
Lernen beginnen
ben gegaan
Hoe laat is hij naar huis gegaan?
ja miałem (d)
Poprzedniego miesiąca miałem wizytę kolegi.
Lernen beginnen
ik heb gehad
Vorige maand heb ik een collega op bezoek gehad.
byłem d
Poprzedniego tygodnia byłem z moją dziewczyną na mieście.
Lernen beginnen
ben geweest
Vorige week ben ik met mijn vriendin naar de stad geweest.
czytałem (d)
Czytałeś w wakacje książkę?
Lernen beginnen
heb gelezen
Heb je in de vakantie een boek gelezen?
poszedłem (d)
Szedłem wczoraj 3 godziny.
Lernen beginnen
heb gelopen
Ik heb gisteren drie uur gelopen.
zostałem / łysy d
On stał się w krótkim czasie łysy.
Lernen beginnen
ben geworden / kaal
Hij is in korte tijd kaal geworden.
ja przyszedłem d
Jak przyszliście do szkoły?
Lernen beginnen
ik ben gekomen
Hoe zijn jullie naar school gekomen?
oglądałem (d)
Oglądałeś wczoraj wieczorem tv?
Lernen beginnen
heb gekeken
Heb je gisteravond tv gekeken?
ja mogłem (d)
Meryl nie mogła tego lepiej zrobić.
Lernen beginnen
ik heb gekund
Meryl heeft het niet beter gekund.
musiałem (d)
On musiał i tak do lekarza (iść).
Lernen beginnen
heb gemoeten
Hij heeft toch naar de dokter gemoeten.
zostałem (d)
Więź między nim i klubem była zawsze silna (została)
Lernen beginnen
ben gebleven
De band tussen hem en de club is altijd sterk gebleven.
ja pozwoliłem (d)
Wtedy mogli ludzie się ze mnie śmiać i wtedy byłem (stawałem się) lubiany.
Lernen beginnen
ik heb gemogen
Dan konden mensen om me lachen en dan werd ik gemogen.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.