LES 4 Oefeningen - woordenschat part 3

 0    25 Datenblatt    bmarcinkowski89
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
zich bezighouden met
Ze houdt zich vooral met haar kind bezig
Lernen beginnen
zajmować się kimś/czymś
zajmuje się głównie swoim dzieckiem
de stichting
Lernen beginnen
fundacja
aanspreken
Naar de kroeg gaan met tweedejaars spreekt me wel aan
Lernen beginnen
przemawiać do kogoś, podobać się
alkohol szkodzi Twojemu zdrowiu
betrokken zijn bij
Lammy is er emotioneel bij betrokken
Lernen beginnen
uczestniczyć w czymś, mieć coś wspólnego z
L. zaangażowała się w to emocjonalnie
het moeten ontgelden
Ria heeft het moeten ontgelden
Lernen beginnen
musieć za coś zapłacić, odpokutować
R. musiała za to odpokutować
vertrouwen
Ik vertrouw Sara blindelings
Lernen beginnen
ufać
ślepo jej ufam, tej S.
het vertrouwen
Lernen beginnen
zaufanie
wantrouwen
Julia wantrouwt zijn bedoelingen
Lernen beginnen
nie ufać
J. nie wierzy w jego dobre zamiary
het wantrouwen
Lernen beginnen
nieufność
de werkgever
Lernen beginnen
pracodawca
de werknemer
Lernen beginnen
pracownik
oplopen tot
Het aantal slachtoffers is opgelopen to 20
Lernen beginnen
wzrosnąć do
liczba ofiar doszła do 20.
ten opzichte van
Lernen beginnen
odnośnie, w stosunku do
de ondervraagde
Lernen beginnen
przesłuchiwana
naarmate
Naarmate je meer leert, weet je ook meer
Lernen beginnen
w miarę jak
im więcej się uczysz, tym więcej wiesz
de kloof
de kloof tussen rijk en arm
Lernen beginnen
szczelina, wąwóz, przepaść
przepaść między bogactwem a biedą
gapen
Er gaapt een diepe kloof tussen die twee
Lernen beginnen
ziać, rozwierać się
między nimi istnieje głęboka przepaść
een gapende afgrond
Lernen beginnen
ziejąca otchłań, skraj przepaści
het ravijn
Lernen beginnen
parów, wąwóz, jar
de barst
Kaat gelooft er geen barst van
Lernen beginnen
pęknięcie, rysa
K. nie wierzy w to za grosz
bedroefd
Lernen beginnen
zasmucona, zmartwiona, smutny
huidig, tegenwoordig
Lernen beginnen
współczesny
kortzichtig
Hij handelt soms kortzichtig
Lernen beginnen
krótkowzroczny
czasam działa bez zastanowienia
meepraten
1. Ze mogen wel meepraten 2. De jongeren willen wel meepraten over de toekomstplannen in de eigen woonplaats
Lernen beginnen
wziąć udział w rozmowie
1. mogą wyrazić również swoją opinię 2. młodzież chce brać udział w dyskusji o planach na przyszłość w ich miejscu zamieszkania (współdecydować, mieć na to wpływ)
ondersteunen
Lernen beginnen
wspierać

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.