LES 5 Oefeningen - woordenschat 1

 0    20 Datenblatt    bmarcinkowski89
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
doorbijten (=volhouden)
Lernen beginnen
wytrwać
spannend (=interessant)
Lernen beginnen
zajmujący, trzymający w napięciu
ontspannend
Lernen beginnen
relaksujący
het wetboek
Lernen beginnen
kodeks
wel eens
Lernen beginnen
czasami, kiedyś
op slag
Lernen beginnen
na miejscu, natychmiast
huilen
Lernen beginnen
płakać
zich oppeppen
Lernen beginnen
dodać sobie sił, skrzydeł, animuszu
uitdagend
Lernen beginnen
stanowiący wyzwanie
verbergen
Julia heeft niets te verbergen
Lernen beginnen
chować, skryć
J. nie ma nic do ukrycia
verstoppen
Ze spelen nu verstoppertje
Lernen beginnen
chować, skryć
oni bawią się teraz w chowanego
overdag
Ze slaapt te veel overdag
Lernen beginnen
za dnia, w dzień
za dużo śpi w dzień
aantrekken
Dat trekt me wel aan!
Lernen beginnen
pociągać
to mnie pociąga!
het achterhoofd
Lernen beginnen
potylica
kletsen
Lernen beginnen
gadać, paplać
opzij zetten
Lernen beginnen
odłożyć na bok, zrezygnować
de huisgenoot/huisgenote
Lernen beginnen
współlokator/współlokatorka
op gang komen
Ze komt langzaam op gang
Lernen beginnen
rozkręcać się
powoli się rozkręca
de kampioen
Lernen beginnen
mistrz
de oefenmeester=trainer
Lernen beginnen
trener

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.