lista słówek chapter 2

 0    97 Datenblatt    justynagintowt89
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
ksiazka/ ksiazki
Lernen beginnen
het boek/de boeken
tablica
Lernen beginnen
het bord/ de borden
komputer/y
Lernen beginnen
de computer/ de computers
odmiana czasownika leren- uczyć się
Lernen beginnen
1. ik leer 2. jij leert 3. hij leert
odmiana czasownika lezen
Lernen beginnen
1. ik lees 2. jij leest 3. hij leest
odmiana czasownika luisteren- sluchac
Lernen beginnen
1. ik luister 2. jij lustert 3. hij luistert
odmiana czasownika maken - robic
Lernen beginnen
ik maak, jij maakt 3. hij maakt
zadanie/ nia
Lernen beginnen
de opdracht/ de opdrachten
dlugopis
Lernen beginnen
de pen/ de pennen
odmiana czasownika pisac
Lernen beginnen
ik schrijf, jij schrijft, hij schrift
odmiana czasownika spreken - mówić
Lernen beginnen
ik spreek/ jij spreekt/ hij spreekt
tekst/ y
Lernen beginnen
de tekst/ de teksten
kalendarz/e
Lernen beginnen
de agenda/ de agenda's
dzien/ dni
Lernen beginnen
de dag/ de dagen
jutro
Lernen beginnen
morgen
dzisiaj
Lernen beginnen
vandaag
tydzien/ tygodnie
Lernen beginnen
de week/ de weken
weekend
Lernen beginnen
het weekend/ de weekenden
poniedziałek
Lernen beginnen
maandag
wtorek
Lernen beginnen
dinsdag
sroda
Lernen beginnen
woensdag
czwartek
Lernen beginnen
donderdag
piatek
Lernen beginnen
vrijdag
sobota
Lernen beginnen
zaterdag
niedziela
Lernen beginnen
zondag
ile? Kiedy?
Lernen beginnen
Hoeveel? Wanneer?
na przyklad (zamiast for example)
Lernen beginnen
bijvoorbeeld (in plaats van bijvoorbeeld)
odmiana czasownika vragen- pytac
Lernen beginnen
ik vraag, jij vraagt, hij vraagt
numer, liczba
Lernen beginnen
het getal, de getallen
30
Lernen beginnen
dertig
40
Lernen beginnen
veertig
50
Lernen beginnen
vijftig
60
Lernen beginnen
zestig
70
Lernen beginnen
zeventig
80
Lernen beginnen
tachtig
90
Lernen beginnen
negentig
100
Lernen beginnen
honderd
odmiana czasownika begrijpen - rozumiec
Lernen beginnen
ik begrijp, jij begripjt, hij begrijpt
jak to się pisze?
Lernen beginnen
hoe schrijf je dat?
ludzie
Lernen beginnen
de mensen
trudny/a
Lernen beginnen
moeilijk/ moeilijke
szybki/ a
Lernen beginnen
snel/ snelle
duzo
Lernen beginnen
veel
Co to znaczy?
Lernen beginnen
Wat betekent dat?
co to jest?
Lernen beginnen
wat is dat?
co mowisz?
Lernen beginnen
wat zeg je, wat bedoel je?
wat zegt u?
Lernen beginnen
wat zegt u?
odmiana czasownika zaczynać- beginnen
Lernen beginnen
ik begin, jij begint, hij begint
rzecz
Lernen beginnen
het ding/ de dingen
gumka/ gumki
Lernen beginnen
de gum/ de gummen
jak to się pisze?
Lernen beginnen
hoe spel je het
klasa
Lernen beginnen
de klas/ de klassen
latwy/ latwe
Lernen beginnen
makkelijk/ makkelijke
papier
Lernen beginnen
het papier/ de papieren
olowek
Lernen beginnen
het potlood/ de potloden
odmiana czasownika stac- staan
Lernen beginnen
ik sta, jij staat, hij staat stac-staan
odmiana czasownika zien - widziec
Lernen beginnen
ik zie, jij ziet, hij ziet
odmiana czasownika zitten
Lernen beginnen
ik zit, jij zit, hij zit
odmiana czasownika wybierać - kiezen
Lernen beginnen
ik kies, jij kiest, hij kiest
krzyzyk/ i
Lernen beginnen
het kruisje / de kruisjes
linia
Lernen beginnen
de lijn/ de lijnen
odmiana czasownika musiec - moeten
Lernen beginnen
ik moet, jij moet, hij moet
obrazek
Lernen beginnen
het plaatje/ de plaatjes
kolko
Lernen beginnen
het rondje/ de rondjes
kreska
Lernen beginnen
de streep/ de strepen
odmiana czasownika typen- pisac na klawiaturze
Lernen beginnen
1. ik typ 2. jij typt 3. hij typt
data
Lernen beginnen
de datum
pierwszy
Lernen beginnen
eerste
rok
Lernen beginnen
het jaar
ostatni
Lernen beginnen
laatste
miesiace/ e
Lernen beginnen
de maand/de maanden
odmiana czasownika pić- drinken
Lernen beginnen
1 ik drink, jij drinkt, hij drinkt
chetnie
Lernen beginnen
graag
w szkole
Lernen beginnen
op school
cukier
Lernen beginnen
de suiker
herbata
Lernen beginnen
de thee
odmiana czasownika chcieć- willen
Lernen beginnen
1. ik wil 2 jij wil 3. hij wil
Cały czasownik/ cale czasowniki
Lernen beginnen
Hele werkwoord/de hele werkwoorden
nieregularny czasownik
Lernen beginnen
het onregelmatig werkwoord
regularny czasownik
Lernen beginnen
het regelmatige werkwoord
strona, strony
Lernen beginnen
pagina, pagina's/ de bladzijde/ de bladzijdes
błędny niepoprawny
Lernen beginnen
fput/ foute
nie wiem
Lernen beginnen
ik weet het niet
odmiana czasownika kijken- ogladac, patrzec
Lernen beginnen
ik kijk, jij kijkt, hij kijkt
lekcja/ lekcje
Lernen beginnen
de les/ de lessen
krzyzowka
Lernen beginnen
de puzzel/ de puzzels
tytuł tytuly
Lernen beginnen
de titel / de titels
wiedziec, znac,
Lernen beginnen
ik weet, jij weet, hij weet
nie ma
Lernen beginnen
weg, er is geen
ktory? która?
Lernen beginnen
welke? welke?
odmiana czasownika dawac- geven
Lernen beginnen
ik geefz jij geeft, hij geeft
proszę bardzo
Lernen beginnen
graag gedaan
odmiana czasownika pomagac - helpen
Lernen beginnen
ik help/ jij helpt/ hij helpt
ktos
Lernen beginnen
iemand
odmiana czasownika dostawac- krijgen
Lernen beginnen
ik krijg, jij krijgt, hij krijgt
odmiana czasownika pytac- vragen
Lernen beginnen
ik vraag, jij vraagt, hij vraagt
dużo
Lernen beginnen
veel

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.