Maastricht op de fiets door drie landen

 0    128 Datenblatt    majamac96
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
mówić coś komuś
Lernen beginnen
zeggen tegen iemand
wszechstronny
Lernen beginnen
veelzijdig
rozsądny
Lernen beginnen
verstandig
rozczarowywać
Lernen beginnen
teleurstellen
przypominać
Lernen beginnen
leken
przemijać
Lernen beginnen
voorbij zijn
wypaść, udać się
Lernen beginnen
uitvallen
mokro i zimno
Lernen beginnen
guur
zadowolony
Lernen beginnen
ingenomen
mieć coś za sobą
Lernen beginnen
erop zitten
tak zwany
Lernen beginnen
zogenaamd
duszny
Lernen beginnen
benauwd
no co ty nie powiesz
Lernen beginnen
zeg dat wel
jak dla mnie taka pogoda może zostać
Lernen beginnen
van mij mag het zo blijven
mróz
Lernen beginnen
de vorst
odwilż
Lernen beginnen
de dooi
zdarzać się
Lernen beginnen
voorkomen
tęsknić za
Lernen beginnen
verlangen naar
samotny
Lernen beginnen
eenzaam
trudzić się
Lernen beginnen
zwoegen
failed
Lernen beginnen
gezakt
brudny
Lernen beginnen
vies
upał
Lernen beginnen
snikheet
na północ od
Lernen beginnen
ten noorden van
graniczyć z
Lernen beginnen
grenzen aan
odwiedziny w
Lernen beginnen
bezoek aan
znać z opowieści
Lernen beginnen
uit de verhalen kennen
zapytać kogoś
Lernen beginnen
vragen op
decydować
Lernen beginnen
besluiten
cieszyć się z
Lernen beginnen
genieten van
zachód słońca
Lernen beginnen
de zonsondergang
od zawsze
Lernen beginnen
voorgoed
chłodny
Lernen beginnen
kil
mizerny
Lernen beginnen
miezerig
zbędny
Lernen beginnen
overbodig
flaga
Lernen beginnen
de vlag
przyzwyczajony do
Lernen beginnen
gewend aan
machać na pożegnanie
Lernen beginnen
uitzwaaien
właściciel
Lernen beginnen
eigenaar
opady
Lernen beginnen
neerslag
poważniejszy
Lernen beginnen
ernstiger
gołe stopy
Lernen beginnen
blote voeten
pełne zdanie
Lernen beginnen
volledig zin
oferować
Lernen beginnen
bieden
geografia
Lernen beginnen
de aardrijkskunde
prawie wcale
Lernen beginnen
nauwelijks
wzgórze
Lernen beginnen
de heuvel
część
Lernen beginnen
het gedeelte
pozostawać
Lernen beginnen
overblijven
żyzna gleba
Lernen beginnen
zandgrond
powódź
Lernen beginnen
overstroming, watersnood
katastrofa
Lernen beginnen
ramp
warunki
Lernen beginnen
begrippen
jest osadzony
Lernen beginnen
zetelt
w związku z
Lernen beginnen
in verband met
odkryć
Lernen beginnen
ontdekken
miejscowy
Lernen beginnen
plaatselijk
z kraju
Lernen beginnen
binnenlands
dostępny
Lernen beginnen
verkrijgbaar
zakładnik
Lernen beginnen
gegijzeld
dostarczyć
Lernen beginnen
inleveren
skupiony na
Lernen beginnen
gericht op
kara
Lernen beginnen
de schuld
wypuścić na wolność
Lernen beginnen
vrijlaten
kontrolować
Lernen beginnen
beheersen
zaniepokojony
Lernen beginnen
ongerust
pojawia się możliwość
Lernen beginnen
de gelegenheid zich voordoet
znaczący
Lernen beginnen
opmerkelijk
moja wina
Lernen beginnen
mijn eigen schuld
szokujący
Lernen beginnen
schokkend
stracić życie
Lernen beginnen
om het leven komen
trzęsienie ziemi
Lernen beginnen
aardbeving
przykuwać uwagę
Lernen beginnen
in de ban houden
warunki pogodowe
Lernen beginnen
weersomstandigheden
zaskoczony
Lernen beginnen
verbaasd over
wszędzie
Lernen beginnen
overal
nigdzie
Lernen beginnen
nergens
społeczeństwo
Lernen beginnen
de samenleving, maatschappij
chrześcijaństwo
Lernen beginnen
het christendom
protestantyzm
Lernen beginnen
het protestantisme
przechowywać
Lernen beginnen
bewaren
morderca
Lernen beginnen
moordenaar
na zmianę
Lernen beginnen
afwisselend
wykształcony
Lernen beginnen
ontwikkeld
rozgrywać się
Lernen beginnen
zich afspelen
wykrzyknik
Lernen beginnen
uitroepteken
znak zapytania
Lernen beginnen
vraagteken
oszczędny
Lernen beginnen
spaarzaam
skąpy
Lernen beginnen
zuinig
zawierać
Lernen beginnen
bevatten
jednocześnie
Lernen beginnen
tegelijk
zgadywać
Lernen beginnen
gissen
w ciągu dnia
Lernen beginnen
overdag
przestarzały
Lernen beginnen
ouderwets
przeznaczony dla kogoś
Lernen beginnen
bestemd voor
ponadczasowy
Lernen beginnen
tijdloos
nagrywać
Lernen beginnen
opnemen
ciekawski
Lernen beginnen
nieuwsgierig
naiwny
Lernen beginnen
onnozeel
nie spać
Lernen beginnen
wakker blijven
drugorzędny
Lernen beginnen
tweederangs
ukarać za coś
Lernen beginnen
bestraffen voor iets
ograniczać szkody
Lernen beginnen
schade beperken
wypowiedź
Lernen beginnen
uitspraak
na taśmie
Lernen beginnen
op band
odcinać się od czegoś
Lernen beginnen
afstand nemen van iets
czas emisji
Lernen beginnen
de zendtijd
odłożyć, przestać coś robić
Lernen beginnen
neerleggen
ogłaszać
Lernen beginnen
aankondigen
zdziwiony
Lernen beginnen
vervast
podróżny
Lernen beginnen
reiziger
skarga, niezadowolenie
Lernen beginnen
grieven
ociągać się
Lernen beginnen
aarzelen
zgadzać się
Lernen beginnen
het eens zijn, gelijk geven
miłośnik
Lernen beginnen
liefhebber
stosunek
Lernen beginnen
verhouding
zastrzelić kogoś
Lernen beginnen
neerschieten
świadek
Lernen beginnen
de getuige
park rozrywki
Lernen beginnen
het pretpark
teleturniej
Lernen beginnen
spelletje
przeznaczać czas na coś
Lernen beginnen
tijd besteden aan iets
z szacunku
Lernen beginnen
naar schatting
przyczyniać się do czegoś
Lernen beginnen
bijdragen aan iets
należeć do
Lernen beginnen
behoren tot
ciężko ranny
Lernen beginnen
zwaargewond
strzelanina
Lernen beginnen
schietpartij
przepełniony
Lernen beginnen
bomvol
być na bieżąco
Lernen beginnen
op de hoogte blijven

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.