Most common Dutch words 601 - 650

 0    50 Datenblatt    VocApp
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
lay, place, put
I'm putting a book on the table.
Lernen beginnen
leg
"leggen" in 1st person singular
Ik leg een boek op de tafel.
investigation, research
The investigation is in progress.
Lernen beginnen
het onderzoek
Het onderzoek is aan de gang.
buy
We have to buy more food.
Lernen beginnen
kopen
infinitive, 1st, 2nd and 3rd person plural
We moeten meer eten kopen.
gone, went
We went to a pub together.
Lernen beginnen
gegaan
past participle of "gaan"
We zijn naar een pub samen gegaan.
Mr, Sir
or: "gentleman"
Welcome, Mr Nierop.
Lernen beginnen
heer
Welkom Heer Nierop.
both
You're both worth each other.
Lernen beginnen
allebei
Jullie zijn allebei elkaar waard.
for it, of it
I'm afraid of it.
Lernen beginnen
ervoor
er + voor
Ik heb angst ervoor.
+43 Datenblatt
Die Lektion ist Teil des Kurses
"Top 1000 Dutch Words "
(Insgesamt 1.000 Datenblatt)

Versuchen Sie, die natürlich kostenlos

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.