Nederlands - dialogi 2

 0    43 Datenblatt    mike_13
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Witam, co mogę dla ciebie zrobić? (form.)
Lernen beginnen
Hallo, wat kan ik voor u doen?
O której dziś zamykasz? (form.)
Lernen beginnen
Hoe laat sluit u vandaag?
zamknąć
Lernen beginnen
sluiten
Zamykamy o 6, ale proszę przyjść o 5:30.
Lernen beginnen
Wij sluiten om 6 uur, maar kom alstublieft om 5:30.
Ok, dziękuję. (form.)
Lernen beginnen
Oké, dank u wel.
dzisiaj
Lernen beginnen
vandaag
Zamykamy.
Lernen beginnen
Wij sluiten.
Godzina
Lernen beginnen
Het uur
O szóstej.
Lernen beginnen
Om zes uur.
Przepraszam. (excuse me)
Lernen beginnen
Excuusert u me.
Przepraszam, ale czy wiesz, która jest godzina? (form.)
Lernen beginnen
Excuusert u me, maar weet u hoe laat het is?
Czy wiesz? (form.)
Lernen beginnen
Weet u?
Czy wiesz?
Lernen beginnen
Weet je?
Przepraszam. (pardą)
Lernen beginnen
Pardon.
Która jest godzina
Lernen beginnen
Hoe laat is het?
pogoda
Lernen beginnen
het weer
był, była, było
Lernen beginnen
was
Byłem w domu.
Lernen beginnen
Ik was thuis.
wspaniały, piękny
Lernen beginnen
prachtig
Pogoda była dzisiaj piękna.
Lernen beginnen
Het weer was prachtig vandaag.
Po południu poszedłem popływać w basenie.
Lernen beginnen
Ik ben vanmiddag wezen zwemmen in het zwembad.
basen
Lernen beginnen
het zwembad
popołudnie
Lernen beginnen
de of het vanmiddag
A wieczorem poszedłem do kina.
Lernen beginnen
En s'avonds ben ik naar de film geweest.
wieczorem
Lernen beginnen
s'avonds
Uczyłem się cały ranek.
Lernen beginnen
Ik heb de hele ochtend gestudeerd.
ranek
Lernen beginnen
de ochtend
Dzisiaj nie było tak źle.
Lernen beginnen
Vandaag viel heus wel mee.
Czy to nie cudowny dzień na piknik?
Lernen beginnen
Is het geen prachtige dag voor een picnic?
piknik
Lernen beginnen
de of het picnic
To było wystarczająco na dziś, jestem zmęczony.
Lernen beginnen
Dat was genoeg voor vandaag, ik ben moe.
zmęczony
Lernen beginnen
moe
dość, wystarczająco
Lernen beginnen
genoeg
Poszedłem pływać.
Lernen beginnen
Ik ben wezen zwemmen.
popołudniem
Lernen beginnen
vanmiddag
Co mówisz? (jak)
Lernen beginnen
Hoe zeg je?
wieczór
Lernen beginnen
de avond
a wieczorem / i wieczorem
Lernen beginnen
en s'avonds
Poszedłem do kina.
Lernen beginnen
Ik ging naar de bioscoop.
Poszedłem.
Lernen beginnen
Ik ging.
kino
Lernen beginnen
de bioscoop
Uczyłem się.
Lernen beginnen
Ik heb gestudeerd.
rzeczywiście, realnie
Lernen beginnen
heus

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.