okreslenia, kolory

 0    23 Datenblatt    maciejtarczon
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Noc jest ciemna
Lernen beginnen
De nacht is donker
Ten pokój jest przytulny
Lernen beginnen
Deze kamer is gezellig
Serdecznie witamy!
Lernen beginnen
Hertelijk welkom
Zgoda/dobrze
Lernen beginnen
Akkoord / goed
tani
Nasz hotel jest tani.
Lernen beginnen
goedkoop
Ons hotel is goedkoop.
drogi
Ten hotel jest drogi.
Lernen beginnen
duur
Dat hotel is duur.
szczupły/wąski
Lernen beginnen
slank / smal
gruby/szeroki
Lernen beginnen
dik / breed
brzydki
On jest taki brzydki.
Lernen beginnen
lelijk
Hij is zo lelijk.
zły
Warunki są złe.
Lernen beginnen
slecht
De omstandigheden zijn slecht.
łatwy
Nasze zadanie nie było łatwe.
Lernen beginnen
makkelijk
Onze taak was niet makkelijk.
trudny
To ćwiczenie jest dla mnie za trudne.
Lernen beginnen
moeilijk
Deze oefening is te moeilijk voor mij.
prawidłowy, poprawny
Lernen beginnen
juist
Dzień jest jasny.
Lernen beginnen
De dag is helder.
Słońce jest żółte
Lernen beginnen
De zon is geel
Sweter jest szary
Lernen beginnen
De trui is grijs
Niebo jest niebieskie.
Lernen beginnen
De hemel is blauw.
Róża jest czerwona
Lernen beginnen
De roos is rood
Śnieg jest biały.
Lernen beginnen
De sneeuw is wit.
Kawa jest czarna
Lernen beginnen
De koffie is zwart
Czekolada jest beązowa.
Lernen beginnen
De chocolade is bruin.
Trawa jest zielona
Lernen beginnen
Gras is groen
w porządku
Lernen beginnen
in orde

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.