→ Początki, Zwroty Grzecznościowe → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen

Frage		Antworten
Mieszkam w Malborku Lernen beginnen		ik woon in Malbork
Gdzie się urodziłeś? Lernen beginnen		Waar je bent geboren?
Ty masz dużo wolnego czasu Lernen beginnen		Je hebt veel vrije tijd
Czy ty masz dużo pryjaciół? Lernen beginnen		Heb je veel vrienden?
jaki jest twój zawód Lernen beginnen		Wat is je baan
Ile masz lat? Lernen beginnen		Hoe oud ben jij?
Witaj Jonge. Miło cię poznać. Skąd pochodzisz? Lernen beginnen		Hallo Jonge. Leuk om je te ontmoeten. Waar kom jij vandaan
W jakim języku Pan mówi? Lernen beginnen		Welke taal spreekt u?
Jestem z Polski. Lernen beginnen		Ik kom uit Polen.
Mam na imię Adam. Lernen beginnen		Mijn naam is Adam.
Jak masz na imię? Lernen beginnen		Wat is je naam?
jak się nazywasz? Lernen beginnen		Hoe heet je?
Ona mówi po polsku i trochę po angielsku. Lernen beginnen		Ze spreekt Pools en een beetje Engels.
Nazywam się Rob. Jestem Holendrem. Lernen beginnen		Mijn naam is Rob. Ik ben Nederlander.
Ona jest z Holandii. Lernen beginnen		Ze komt uit Nederland.
Jaki językiem mówisz? Lernen beginnen		Welke taal spreek jij?
Miło cię poznać Lernen beginnen		Aangenaam kennis te maken. prettig met je kenis te maken.
Skąd jest twoja przyjaciólka Lernen beginnen		Waar komt je vriend vandaan?
Dobranoc Lernen beginnen		Goede nacht
Jestem z Polski ale jestem Niemcem Lernen beginnen		Ik kom uit Polen, maar ik ben Duits
Ona zna język rosyjski, Polski, angielski. Lernen beginnen		Ze kent Russisch, Pools en Engels.
Oni przyjechali z Włoch, Hiszpanii i Francji. Lernen beginnen		Ze kwamen uit Italië, Spanje en Frankrijk.
Chętnie przyjdę do pracy. Lernen beginnen		Ik zou graag komen werken.
Czesi grają w piłkę nożną bardzo dobrze. Lernen beginnen		De Tsjechen voetballen heel goed.
Język japoński jest trudny do nauki, ale hiszpański łatwy. Lernen beginnen		Japans is moeilijk te leren, maar Spaans is gemakkelijk.
pochodzenie Lernen beginnen		herkomst
stan cywilny (stan cywilny) Lernen beginnen		burgerlijke
zamężny Lernen beginnen		getrouwd
stanu wolnego Lernen beginnen		single, vrijgezel
owdowiały Lernen beginnen		verweduwe
rozwiedziony Lernen beginnen		gescheiden
Jakiej jesteś narodowośći? Lernen beginnen		Welke nationaliteit heeft u?
Z jakiego kraju pochodziśż? Lernen beginnen		Uit welk land kom jij?

początki, zwroty grzecznościowe

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr