rozmowa o dzieciach i o szkole

 0    120 Datenblatt    Vinceq
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
jak się mają dzieci?
Lernen beginnen
hoe is't met de kinderen?
jak się mają dzieciaki?
Lernen beginnen
hoe is't met de klein mannen?
jak sobie radzą w szkole?
Lernen beginnen
hoe doen ze het op school?
W której klasie jest?
Lernen beginnen
in het hoeveelste jaar zit die nu?
ile lat ma twoje najmłodsze (dziecko)?
Lernen beginnen
hoe oud is uw jongste?
Twoja córka, ile ona ma teraz lat?
Lernen beginnen
uw dochter, hoe oud is die nu?
i czego się uczą?
Lernen beginnen
en wat studeren ze?
Podoba im się w szkole?
Lernen beginnen
vinden ze het een beke plezant op school?
Mają fajnego nauczyciela?
Lernen beginnen
hebben ze een toffe juf?
Jadą na obóz tego lata?
Lernen beginnen
gaan ze op kamp deze zomer?
Byli grzeczni?
Lernen beginnen
Zijn ze braaf geweest?
klasa w przedszkolu
Lernen beginnen
de kleuterklas
Szkoła Podstawowa
Lernen beginnen
de lagere school
szkoła średnia
Lernen beginnen
het middelbaar
szkoła wyższa
Lernen beginnen
de hogeschool
uniwersytet
Lernen beginnen
de unief
czy ci się to podoba?
Lernen beginnen
ziet ge het zitten?
to nie jest tak źle
Lernen beginnen
da valt mee
ułożone
Lernen beginnen
geregel
zawieźć dzieci do szkoły
Lernen beginnen
de kinderen op 't school krijgen
oczywisty
Lernen beginnen
evident
dzieci
Lernen beginnen
de klein mannen
Muszę odebrać dzieci
Lernen beginnen
ik moet kinderen gaan halen
Muszę zawieźć dzieci do szkoły
Lernen beginnen
ik moet de kinderen naar school brengen
Po drodze muszę podrzucić dzieci do szkoły
Lernen beginnen
ik moet de kinderen onderweg op school afzetten
Muszę pozbyć się dzieci
Lernen beginnen
ik moet de kinderen wegdoen
Mój mąż podwozi dzieci rano, a ja odbieram je o czwartej
Lernen beginnen
mijne man zer de kinderen 's morgens af en ik ga ze om vier uur halen
moje dzieci niechętnie chodzą do szkoły
Lernen beginnen
mijn kinderen gaan met tegenzin naar school
wieszak na ubrania
Lernen beginnen
de kapstok
plac zabaw
Lernen beginnen
het speeltuig
stołówka
Lernen beginnen
de refter
niegrzeczny
Lernen beginnen
stout
wakacje letnie
Lernen beginnen
de grote vakantie
majsterkować / robić coś samemu
Lernen beginnen
knutselen
boisko szkolne
Lernen beginnen
de speelplaats
nauczyciel (w podstawówce)
Lernen beginnen
de juf / meester
wf
Lernen beginnen
de turnles
wycieczka
Lernen beginnen
de uitstap
przerwa szkolna
Lernen beginnen
de speeltijd
esej / wypracowanie
Lernen beginnen
het opstel
wieczne pióro
Lernen beginnen
de vulpen
... i w ogóle!
było naprawdę romantycznie. Ze świeczkami i w ogóle!
Lernen beginnen
... en al!
het was echt romantisch. Met kaarslicht en al!
opiekować się kimś / leczyć kogoś
Lernen beginnen
iemand soigneren
bardzo dumny
Lernen beginnen
zo fier als ne gieter
ciągnąć za włosy
Lernen beginnen
aan de haren trekken
dzielić się
Podzieliłbyś się jedzeniem z bezdomnym?
Lernen beginnen
delen
Zou je je eten met een dakloos delen?
uważać
Lernen beginnen
opletten
ściągać (na egzaminie)
Lernen beginnen
afkijken
podać odpowiedź
Lernen beginnen
het antwoord voorzeggen
podnieść rękę
Lernen beginnen
uw hand opsteken
bawić się w chowanego
Lernen beginnen
verstoppertje spelen
stać w kolejce
Lernen beginnen
in de rij staan
zabrać coś
Lernen beginnen
iets afpakken
oddać coś
Lernen beginnen
iets afgeven
skomleć
Lernen beginnen
zeuren
czekać na swoją kolej
Lernen beginnen
op zijn beurt wachten
zjeść wszystko ze swojego talerza
Lernen beginnen
zijn bord leegeten
skakać na skakance
Lernen beginnen
touwtje springen
bawić się (na kolanach zabawkami)
Lernen beginnen
knikkeren
grać w berka
Lernen beginnen
tikkertje spelen
usiąść z tyłu
Lernen beginnen
achterop zitten
siedzieć na kolanach (u kogoś)
Lernen beginnen
op de schoot zitten
siedzieć po turecku
Lernen beginnen
in kleermakerszit zitten
płakać
Lernen beginnen
wenen
już skończyłeś?
Lernen beginnen
zijt gij al door?
koncentrować się
Lernen beginnen
zich concentreren
roztargniony
Lernen beginnen
afgeleid
Gdyby to tylko była prawda!
Lernen beginnen
was het maar waar!
korki (nauka z prywatnym nauczycielem)
Lernen beginnen
de bijscholing
trudna sprawa (zadanie, proces)
Lernen beginnen
een moeilijke bevalling
trudny/łatwy przedmiot
Lernen beginnen
een zwaar/licht vak
etyka
Lernen beginnen
zedenleer
szkoła w której niektóre przedmioty są nauczane w innym języku
Lernen beginnen
de immersieschool
i jak idzie?
Lernen beginnen
en hoe valt dat mee?
Jestem z tego zadowolony
Lernen beginnen
ik ben er content van
do czasu gdy
Lernen beginnen
tegen dat
prawie
Lernen beginnen
quasi
co do tego masz rację
Lernen beginnen
daar hebt ge gelijk in
Szybko to opanowałem
Lernen beginnen
ik ben daar snel mee weg
słabo mówić w obcym języku / robić przy tym dużo błędów
Lernen beginnen
frans/nederlands/engels ... met haar op
kreda
Lernen beginnen
de krijt
recenzja książki
Lernen beginnen
de boekbespreking
końcowy projekt
Lernen beginnen
de eindwerk
potajemnie
Lernen beginnen
stiekem
podpowiadać
Lernen beginnen
voorzeggen
powtarzać klasę
Lernen beginnen
blijven zitten
wychowawca klasy
Lernen beginnen
de klastitularis
ścierać (tablice)
Lernen beginnen
afvegen
oceny
Lernen beginnen
de punten
odjąć punkty
Lernen beginnen
punten aftrekken
dzwonek
Lernen beginnen
de bel
krótka prezentacja na dany temat
Lernen beginnen
de spreekbeurt
nic na to nie poradzisz
Lernen beginnen
der is niks mee aan te vangen
okres dorastania
Lernen beginnen
de puberteit
osoby które martwią się o twoje problemy
Lernen beginnen
lastverkopers
buntować się
Lernen beginnen
rebelleren
nic z tego
Lernen beginnen
niks van dat
uważać się za szczęściarza
Lernen beginnen
zich gelukkig prijzen
uważaj się za szczęściarza, że
Lernen beginnen
prijs u gelukkig dat
student pierwszego roku
Lernen beginnen
een schacht
powtarzać rok studiów
Lernen beginnen
bissen
egzamin wstępny
Lernen beginnen
het ingangsexamen
wagarować, nie chodzić na zajęcia
Lernen beginnen
brossen
ogłoszenie wyników
Lernen beginnen
de proclamatie
okres przed egzaminami
Lernen beginnen
de blok
zakuwać
Lernen beginnen
blokken
profesor
Lernen beginnen
de prof
niewystarczające, niezdane
Lernen beginnen
een buis
powtórka egeaminu
Lernen beginnen
het herexamen
osoba, która dużo się uczy
Lernen beginnen
een blokbeest
uniwersytet
Lernen beginnen
de unief
sala w której odbywają się zajęcia na studiach
Lernen beginnen
de aula
bar uniwertytecki
Lernen beginnen
de fakbar
okres egzaminów od stycznia do czerwca
Lernen beginnen
de eerste zit
okres egzaminów powtórkowych w sierpniu i wrześniu
Lernen beginnen
de tweede zit
Życie studenckie
Lernen beginnen
het studentenleven
w tym czasie
Lernen beginnen
in den tijd
studiować coś
Lernen beginnen
iets doen
dokąd?
Lernen beginnen
waar ergens?
robić co się jest w stanie
Lernen beginnen
zijn plan trekken

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.