scheidbare werkwoorden

 0    46 Datenblatt    jolkon0104
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
aankomen
Lernen beginnen
przybyć
meegaan
Lernen beginnen
przyjść
opgeven
Lernen beginnen
podać /zgłosić /zrezygnować
meenemen
Lernen beginnen
wziąć/zabrać ze sobą
aansteken
Lernen beginnen
rozpalać/napoczac /zarazić
inleveren
Lernen beginnen
dostarczać /poddać się /dawać /zaopatrywac
uitleggen
Lernen beginnen
wyjaśniać/tłumaczyć
inspreken
Lernen beginnen
dodać(otuchy, odwagi)/nagrywać (głos)
afdrogen
Lernen beginnen
wytrzeć /wysuszyć
aanwijzen
Lernen beginnen
wskazać
aantrekken
Lernen beginnen
przyciągnąć
aanraken
Lernen beginnen
dotknąć
optreden
Lernen beginnen
występować np. wysypka
aankondigen
Lernen beginnen
ogłosić
aanpassen
Lernen beginnen
wyregulować
aandringen
Lernen beginnen
upierać się
aanbieden
Ik zou graag willen u mijn diensten aanbieden.
Lernen beginnen
oferować
Chciałbym zaoferować Pani moje usługi.
inschrijven
Lernen beginnen
zarejestrować/zapisać
beschrijven
Lernen beginnen
opisać
aansluiten
Lernen beginnen
połączyć
afleveren
Lernen beginnen
przekazać
aanbrengen
Lernen beginnen
donieść /dostarczyć/przymocować
aanbevelen
Lernen beginnen
polecić
invullen
Lernen beginnen
wypełniać/uzupełniać
omhelzen
Lernen beginnen
objąć
aankleden
Lernen beginnen
wystroić
ondervragen
De rechter wil de beschuldigde onmiddellijk verhoren.
Lernen beginnen
przesłuchać
Sędzia chce natychmiast przesłuchać oskarżonego.
overtuigen
Lernen beginnen
przekonać
vastmaken
Lernen beginnen
przymocować
afvegen
Lernen beginnen
ścierać/wycierac /zmiesc
opladen
Lernen beginnen
naładować
aanvallen
Lernen beginnen
atakować, napadać
verdwijnen
Hij is zonder een spoor verdwenen.
Lernen beginnen
znikać
Zniknął bez śladu.
afnemen
Het aantal zwaarlijvige mensen zal in 2020 afnemen.
Lernen beginnen
zmniejszać
Liczba osób otyłych zmniejszy się w 2020.
aanstellen
Lernen beginnen
angażować /zatrudniać
opmerken
Lernen beginnen
zauważać /zaznaczyć /spostrzec
afkomen
Lernen beginnen
zejść /opuszczać /schodzić /obniżać
aanvangen
Lernen beginnen
początek
behouden
Lernen beginnen
utrzymać, zachować
beantwoorden
Lernen beginnen
Odpowiadać
afpakken
Lernen beginnen
na wynos
achten
Lernen beginnen
uważać
beslissen
Lernen beginnen
podjąć decyzję
bedragen
Lernen beginnen
kwoty
gebakken
Lernen beginnen
smażona
aflopen
Lernen beginnen
wygasać

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.