→ Słówka Różne 10 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
dodatkowo Lernen beginnen		bovendien
odpowiedzialny Lernen beginnen		verantwoordelijk
smutne uczucie To mnie ogromnie zasmuciło. Lernen beginnen		triest gevoel Dat gaf mij een immens triest gevoel.
cierpliwy Lernen beginnen		geduldig
bardzo ciężko Lernen beginnen		keihard
pustynia Lernen beginnen		de woestijn
ze zmęczenia Lernen beginnen		van vermoeidheid
wymówka Lernen beginnen		het smoesje
nocować u kogoś Lernen beginnen		logeren
podekscytowany Jak możesz nie być podekscytowany. Lernen beginnen		opgewonden Hoe kun je niet opgewonden zijn.
dostawa Lernen beginnen		de aflevering
dostarczać Lernen beginnen		afleveren
pisać wiadomość Czy mogłabyś do mnie napisać... Lernen beginnen		berichten Kun je mij aub berichten...
obowiązki domowe, rzecz. On zajmuje sie obowiązkami domowymi. Lernen beginnen		de huishouding Hij doet de huishouding
robić obowiązki domowe Lernen beginnen		huishouden
pranie On zajmuje się praniem. Lernen beginnen		de was Hij zorg voor de was.
zmywanie naczyń rzeczownik On zmywa naczynia. Lernen beginnen		de afwas Hij doet de afwas
W oddali Lernen beginnen		In de verte
pióra Lernen beginnen		het veren
dookoła No to idziemy dookoła. To wszystko dookoła to nie wieś Lernen beginnen		eromheen Dan gaan we eromheen. Dit alles eromheen is een dorp.
zależeć od Lernen beginnen		afhangen van
wątpić w Lernen beginnen		twijfel in
brać udział w Lernen beginnen		deelnemen aan
pracować nad Lernen beginnen		werk aan
zachorować Lernen beginnen		ziek worden

Słówka różne 10