→ Spaans Woordjes Hoofdstuk 3 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
el pueblo Lernen beginnen		het dorp
el tiempo Lernen beginnen		het weer; tijd
Hace buen/mal tiempo Lernen beginnen		Het is goed / slecht weer
Hace sol Lernen beginnen		het is zonnig
detrás (de) Lernen beginnen		achter (aan)
¡Qué calor/frio hace! Lernen beginnen		Wat is het warm/koud
el calor Lernen beginnen		de hitte, de warmte
el frio Lernen beginnen		de kou
llover Lernen beginnen		regenen
la nube Lernen beginnen		de wolk
la tormenta Lernen beginnen		de storm, het onweer
faltar Lernen beginnen		ontbreken; hier duren
la torre Lernen beginnen		de toren
la iglesia Lernen beginnen		de kerk
pasar por Lernen beginnen		door ... gaan/ langs ... gaan
pasar Lernen beginnen		gebeuren
¿Qué le pasa? Lernen beginnen		Wat is er met hem/haar
si Lernen beginnen		of
la pausa Lernen beginnen		de pauze
estar mal Lernen beginnen		zich slecht voelen
doler Lernen beginnen		pijn doen
estar enfermo Lernen beginnen		ziek zijn
tener calor/frio Lernen beginnen		het warm/koud hebben
el dolor Lernen beginnen		de pijn
el dolor de cabeza Lernen beginnen		de hoofdpijn
terrible Lernen beginnen		verschrikkelijk, heel erg
la pierna Lernen beginnen		het been
seguir Lernen beginnen		verdergaan, doorgaan
ir a buscar Lernen beginnen		ophalen, opzoeken
el cielo Lernen beginnen		de lucht
el horizonte Lernen beginnen		de horizon
el árbol Lernen beginnen		de boom
el bosque Lernen beginnen		het bos
arriba Lernen beginnen		boven
abajo Lernen beginnen		onder, beneden
la suerte Lernen beginnen		het geluk
tener suerte Lernen beginnen		geluk hebben
mientras Lernen beginnen		terwijl
el grupo Lernen beginnen		de groep
el/la socorrista Lernen beginnen		het / de hulpverlener, EHBO'er
el grupo de socorristas Lernen beginnen		het eerste hulpteam
los primeros auxilios Lernen beginnen		de eerste hulp, EHBO
cuando Lernen beginnen		wanneer, als
no ... nadie Lernen beginnen		niemand
la llave Lernen beginnen		de sleutel
la nevera Lernen beginnen		de koelkast
el vendaje Lernen beginnen		het verband
impresionante Lernen beginnen		indrukwekkend
la muleta Lernen beginnen		de kruk, de steun
sonreir Lernen beginnen		(glim) lachen
no ... nada Lernen beginnen		niets
torcer Lernen beginnen		verstuiken, verzwikken
el/la ... derecho Lernen beginnen		de/het rechter + zelfst. naamw
avisar Lernen beginnen		(iemand) waarschuwen, iets laten weten
dejar a Lernen beginnen		achterlaten
todavía no Lernen beginnen		nog niet
el mensaje Lernen beginnen		het bericht
No sé qué hacer Lernen beginnen		Ik weet niet wat ik moet doen
No pasa nada Lernen beginnen		het geeft niet. Niets aan de hand
pasar la noche Lernen beginnen		de nacht doorbrengen
el sitio Lernen beginnen		de plek
dormir Lernen beginnen		slapen
montar Lernen beginnen		opzetten, opbouwen
la tienda de campaña Lernen beginnen		de tent
el jardin Lernen beginnen		de tuin
no ... nunca Lernen beginnen		(nog) nooit
fuera Lernen beginnen		buiten
sonar Lernen beginnen		klinken, gaan (van telefoon)
asustarse Lernen beginnen		bang worden/zijn
esta mañana Lernen beginnen		vanmorgen, deze ochtend
el accidente Lernen beginnen		het ongeluk
¡Vaya + ... Lernen beginnen		wat een + zelfst naamwoord
echar una bronca a alg Lernen beginnen		iemand op zijn kop geven
la bronca Lernen beginnen		de heibel, de herrie
imprudente Lernen beginnen		onvoorzichtig

Spaans woordjes hoofdstuk 3

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr