→ Thema 1 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
przyszłość Lernen beginnen		de toekomst
sprawować; wykonać Lernen beginnen		uitoefenen
szczególny Lernen beginnen		bijzonder
uniwersytecki; akademicki Lernen beginnen		universitaire
zgłoszenie Lernen beginnen		de aanmelding
wzrosnąć Lernen beginnen		stijgen
wzrosła (czas przeszły) Lernen beginnen		zijn gestegen
przyczyna; powód Lernen beginnen		de oorzaak
według Lernen beginnen		volgens
silny Lernen beginnen		sterk
wzrost Lernen beginnen		de stijging
kontynuować naukę Lernen beginnen		doorleren
oczekiwać Lernen beginnen		verwachten
ćwiartka (1/4) Lernen beginnen		het kwart
odnośnie do Lernen beginnen		ten opzichte van
ponad (jakieś liczby) Lernen beginnen		ruim (... aantal)
zjednoczenie Lernen beginnen		de vereniging
zawiadomić Lernen beginnen		melden
mocny Lernen beginnen		fors
kryzys Lernen beginnen		de crisis
ekonomiczny Lernen beginnen		economisch
młodzież Lernen beginnen		de jongeren
ustalić Lernen beginnen		stellen
szansa Lernen beginnen		de kans
rynek pracy Lernen beginnen		de arbeidsmarkt / banenmarkt
organizacyjne Lernen beginnen		organisatorisch
finansowy Lernen beginnen		financieel
ze względu na wzrost Lernen beginnen		door de toename van
cyfra Lernen beginnen		het cijfer
niedawny Lernen beginnen		recent
opublikować Lernen beginnen		publiceren
podać; deklarować Lernen beginnen		aangeven
przed zapisy Lernen beginnen		de voorinschrijving
ostateczny Lernen beginnen		definitief
dopiero Lernen beginnen		pas
znany Lernen beginnen		bekend
w górę Lernen beginnen		omhoog
w porównaniu z Lernen beginnen		in vergelijking met
powód; argument Lernen beginnen		de reden
niedawno Lernen beginnen		kort geleden
nie wcześniej niż Lernen beginnen		niet eerder dan
prawdziwy; rzeczywisty Lernen beginnen		waar
urzeczywistnić; spełnić Lernen beginnen		waarmaken
przeprowadzający wywiad Lernen beginnen		de interviewer
emerytura Lernen beginnen		het pensioen
otworzyć własną firmę Lernen beginnen		een eigen bedrijf opzetten
morze Lernen beginnen		de zee
film dokumentarny Lernen beginnen		de documentaire
szczęśliwy Lernen beginnen		gelukkig
życie Lernen beginnen		het leven
właściwy; właściwie Lernen beginnen		eigenlijk
nieszczęście Lernen beginnen		de ramp
naturalny; zgodny z naturą Lernen beginnen		natuurlijk
chwila; pora Lernen beginnen		het tijdstip
Moją naturalną porą budzenia się jest dziewiąta. Lernen beginnen		Mijn natuurlijk tijdstip om wakker te worden is negen uur.
jeden raz Lernen beginnen		eenmaal
biologiczny Lernen beginnen		biologisch
zamieszanie; chaos Lernen beginnen		de war
po prostu Lernen beginnen		gewoon
powiązać Lernen beginnen		combineren
wolność Lernen beginnen		de vrijheid
ten sam Lernen beginnen		dezelfde
wziąć udział; uczestniczyć Lernen beginnen		meedoen
postanowić Lernen beginnen		besluiten
na własną rękę Lernen beginnen		in mijn eentje
To wydawało mi się ekscytującą przygodą. Lernen beginnen		Het leek me wel een spannend avontuur.
ekscytujący; podniecający Lernen beginnen		spannend
przygoda Lernen beginnen		het avontuur
hebrajski Lernen beginnen		het Hebreeuws
wypowiedzieć Lernen beginnen		opzeggen
relacja Lernen beginnen		de relatie
kończyć się Lernen beginnen		uitgaan
krok Lernen beginnen		de stap
postawić Lernen beginnen		zetten
dalej postawić Lernen beginnen		doorzetten
złamane serce Lernen beginnen		het liefdesverdriet
flustracja Lernen beginnen		de frustratie
w międzyczasie Lernen beginnen		inmiddels
wynajem Lernen beginnen		de verhuur
określić; ustalić Lernen beginnen		bepalen
porządny; solidny Lernen beginnen		flink
pogorszyć się Lernen beginnen		achteruitgaan
zarobić Lernen beginnen		verdienen
chwila Lernen beginnen		de stond
kariera Lernen beginnen		de carrière
pierwszeństwo Lernen beginnen		de prioriteit
gdzie indziej Lernen beginnen		elders
rozkoszować się; spożyć Lernen beginnen		genieten / genoot/genoten / genoten
Rozkoszuję się wszystkim co tutaj na mojej drodze przyjdzie. Lernen beginnen		Ik geniet van alles wat er op mijn pad komt.
regularny Lernen beginnen		regelmatig
odwiedzić Lernen beginnen		opzoeken
wyglądać (na coś) Lernen beginnen		uitkijken
Wyglądam na to. Lernen beginnen		Ik kijk erg naar uit
Możesz powiedzieć, że moje marzenie się spełniło. Lernen beginnen		Je kunt wel zeggen dat mijn droom is uitgekomen.
marzenie sie spełnia Lernen beginnen		droom uitkomen
zawsze; wciąż Lernen beginnen		steeds
stać się Lernen beginnen		worden / werd/werden / geworden
takiego Lernen beginnen		zo'n
prowadzić, kierować (nie o maszynach) Lernen beginnen		leiden
przede wszystkim Lernen beginnen		vooral
uprawa roli Lernen beginnen		de landbouw
deficyt; niedobór Lernen beginnen		het tekort
władza Lernen beginnen		de overheid
oszczędny; oszczędnie Lernen beginnen		zuinig
budynek Lernen beginnen		het gebouw
centrum miasta Lernen beginnen		de binnenstad
wycieczka z przewodnikiem Lernen beginnen		de rondleiding
wreszcie Lernen beginnen		ten slotte
zadowolony Lernen beginnen		voldaan
jedenastka (zespół piłki nożnej) Lernen beginnen		het elftal
osiągnąć Lernen beginnen		bereiken
mecz Lernen beginnen		de wedstrijd
kibic Lernen beginnen		de supporter
przegrać Lernen beginnen		verliezen
akademicki Lernen beginnen		academisch
oficjalny Lernen beginnen		officieel
przemówienie Lernen beginnen		de toespraak
opowiadanie; sprawozdanie Lernen beginnen		het verhaal

Thema 1

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr