→ Usłyszane 150 31.12.2020 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
Mam ze sobą książkę. Lernen beginnen		Ik heb een boek bij me.
Mam ochotę na nic nierobienie. Lernen beginnen		Ik heb zin om te niksen.
jedzenie z łatwością Lernen beginnen		eten met gemak
napiwek Lernen beginnen		de fooi
w tym nie ma pośpiechu Lernen beginnen		Er zit geen haast achter
zapach Świąt Lernen beginnen		geur van kerst
Zużyta maseczka Lernen beginnen		Versleten mondkapje
Czy mogę cię o coś zapytać? Pewnie, dawaj. Lernen beginnen		Kan ik je wat vragen? Tuurlijk, ga je gang.
Próbowałam sobie wyobrazić, że... Lernen beginnen		Ik probeerde me voor te stellen dat...
Podoba się? Lernen beginnen		Bevalt het?
Jestem pozytywnie nastawiony. Lernen beginnen		Ik ben positief ingesteld.
kalendarz Lernen beginnen		de kalender
Przeczytam i odpowiem na Twój e-mail. Lernen beginnen		Ik zal je e-mail lezen en erop reageren.
Och, to musiała być pani P. Lernen beginnen		o, dat moet mevrouw P geweest zijn
o Zara, jak bardzo przykre to dla ciebie. l Lernen beginnen		o Zara, wat vind ik dat naar voor je.
Nie oceniaj książki po okładce. Lernen beginnen		Beoordeel een boek niet op zijn omslag.
Idealne na lunch. Lernen beginnen		Perfect voor bij de lunch.
Całkiem możliwe. Lernen beginnen		Het zou kunnen.
To tak musi być. Lernen beginnen		Het moet zo zijn.
Muszę z tobą porozmawiać. Lernen beginnen		Ik moet je soreken.

Usłyszane 150 31.12.2020