das Wörterbuch Deutsch Minus niederländisch

Deutsch - Nederlands, Vlaams

frage Holländisch:

1. vraag vraag


Alles wat we ons kunnen voorstellen is echt, maar wat echt echt is, is de echte vraag.
De grote vraag, die nooit beantwoord is, en die ik ondanks dertig jaar studie van de vrouwelijke geest nog niet kan beantwoorden, is: "Wat wil een vrouw?"
Goeie vraag.
Het meisje leek in verlegenheid gebracht door zijn onbeleefde vraag.
Als je als antwoord op een vraag zegt "misschien!" dan betekent dat "zeker!".
Op het labeltje aan mijn sjaal staat: "Binnenstebuiten wassen en strijken." Ik vraag me af hoe ik dat moet doen.
Ik apprecieer jouw vraag om zeventig kopieën van mijn opstel te maken.
Als ge niet weet wat een "ovenkoekje" is, vraag het dan eens aan een Zwitser.
Deze vraag laat maar een interpretatie toe.
Excuseer dat ik het zo rechtstreeks vraag, maar hoeveel hebt ge ervoor betaald?
Waarom ga je niet gewoon naar die meneer toe en vraag je het hem? Hij zal je heus niet opeten.
Het leek erop dat de ruzie eindelijk uitgepraat zou worden, toen Mark olie op het vuur gooide door te beginnen over de vraag wie de schuldige was.
Vraag hem wanneer het volgende vliegtuig gaat.
Soms vraag ik me af of deze wereld er alleen in iemands hoofd is, en hij ons allemaal tot bestaan droomt. Misschien ben ik het zelfs wel.
Je hebt op dat punt gelijk. Ik vraag me af of ze je zullen begrijpen.