das Wörterbuch Englisch Minus niederländisch

English - Nederlands, Vlaams

lay Holländisch:

1. leg leg


Ik leg een boek op de tafel.
Leg dat boek boven op de andere.
Leg je mening niet op aan anderen.
Leg dat boek voor mij aan de kant.
Leg het boek daar.
Leg het geweer op de tafel.
Leg het volgende uit.
Kun je die pan even voor me opbeuren, dan leg ik deze onderzetter eronder.
Leg het op tafel.
Leg er maar wat opzij.
Leg de zieke op zijn rug.
Leg alles in mijn mand.

Holländisch Wort "lay"(leg) tritt in Sätzen auf:

2000 Most Used Dutch Words (1/2)

2. leggen leggen


Hij vroeg haar uit te leggen hoe ze het geld had gebruikt.
Dit is wat wiskundigen en Fransen gemeen hebben: wat je hen ook probeert uit te leggen, ze vertalen het op hun eigen manier en verdraaien het in iets wat helemaal anders is.
Een zakdoek is bedoeld om je neus in te snuiten, maar je kunt hem ook gebruiken om je tranen mee af te vegen, of je kunt er een knoop in leggen wanneer je iets niet moet vergeten.
Ik heb een eeuwigheid nodig om alles uit te leggen.
Het zou me te veel tijd kosten om je uit te leggen waarom dat niet gaat werken.
Ik ben zo stom... Ik probeer je dingen uit te leggen die ik zelf niet begrijp.
In mei leggen alle vogeltjes een ei.

Holländisch Wort "lay"(leggen) tritt in Sätzen auf:

Werkwoorden op frekwentie

3. liggen lag lagen hebben gelegen



Holländisch Wort "lay"(liggen lag lagen hebben gelegen) tritt in Sätzen auf:

nieregularne cz2