das Wörterbuch Spanisch Minus niederländisch

español - Nederlands, Vlaams

carrera Holländisch:

1. beroerte beroerte


Vorig jaar heb ik een beroerte gehad.
Afgelopen jaar kreeg ik een beroerte.

2. race race


Onze vriend is als tweede geëindigd in de race.
Het is leuk om de race te bekijken.

3. carrière carrière


Veel vrouwen streven naar een hogere opleiding en een carrière, en daarom stellen ze huwelijk en kinderen uit.
Hij heeft carrière gemaakt.