das Wörterbuch Spanisch Minus niederländisch

español - Nederlands, Vlaams

guardar Holländisch:

1. bewaren bewaren


Kun je eieren bewaren buiten de koelkast?
Wat hij ook doet moet je kalmte bewaren
Esperanto gebruiken om internationaal te communiceren is een oplossing om de taaldiversiteit te bewaren.
Wilt ge vlees lang bewaren, vries het dan in.

2. sparen sparen


Ze sparen hun geld voor de aankoop van een huis.
Bij de rijken leert men sparen, bij de armen koken.
Kosten noch moeite sparen.
Zijn levensdoel is geld te sparen.
Als je dat waterpistool wilt hebben, moet je er zelf maar voor sparen. Ik kan geen speelgoed voor je blijven kopen. Het geld groeit niet op m'n rug.
Je moet altijd een appeltje voor de dorst sparen.