das Wörterbuch Spanisch Minus niederländisch

español - Nederlands, Vlaams

mayor Holländisch:

1. ouder ouder


Mijn zus is ouder dan mijn broer.
Tom is ouder dan ik.
Hij is zeker ouder dan zestig.
Ze is in de dertig, maar ze ziet er ouder uit.
Dwaas toen hij vertrok, en alleen iets ouder toen bij terugkwam.
Hij wordt ouder.
Word niet ouder, word wijzer!
Ik ben ouder dan uw broer.
Hoe ouder ge zijt, hoe moeilijker het is een taal te leren.
Haar zorgen maakten haar tien jaar ouder.
Ik schat haar ouder dan dertig.
Mijn broer is twee jaar ouder dan ik, maar hij is drie centimeter kleiner.
Hij was al jong uitgehuwelijkt, toen hij nog een tweedejaars student was, en nu scheen zijn vrouw de helft ouder te zijn dan hij.
Hoe ouder men wordt, hoe zwijgzamer.
Hoe ouder we worden, hoe slechter ons geheugen.

2. groot groot


Zijn ze groot?
In tegenstelling tot zijn vader, heeft hij echt een groot inkomen.
Hij keek door het etalagevenster en zijn ogen werden groot toen ze op een prachtig zwart pak vielen, en zijn ogen werden nog groter toen hij het prijskaartje van 3.000.000,99 BYR opmerkte.
Genialiteit is niets anders dan een groot vermogen tot geduld.
Hoe groot zijt ge?
Gebrek aan werk is voor sommigen een groot genot, voor anderen afzien.
Maar denkt u niet dat het een beetje groot is? vroeg de verkoopster.
Een groot deel van de volgende dag bleef hij in het hotel en sprak met vrienden en supporters.
Dima paste het pak, maar het bleek te groot te zijn.
Een kunstenaar gebruikt veel tubes verf om een groot schilderij te maken.
Het meisje had bij de slalomwedstrijd de negentiende plaats behaald. Ze dacht dat dat erg goed was, want negentien is immers een groot getal.
Een groot schip kwam tevoorschijn aan de horizon.
Als je later groot en sterk wilt worden, moet je veel spinazie en boterhammen met pindakaas eten.
In het spitsuur is de verkeersdichtheid in Tokio groot.
Als de video te groot is om door te sturen, geef dan minstens een verwijzing.