1. voelen
We voelen ons goed.
Je laat me zo schuldig voelen.
Wat deed dat deugd uw omhelzing te voelen!
Wie niet horen wil, moet voelen.
Als mensen ziek zijn, zullen ze zich bang en bezorgd voelen. Ze voelen dat ze de geest kunnen zien.
Veel Amerikanen voelen zich ongemakkelijk bij een stilte, en ze beschouwen een stilte tijdens een gesprek als een teken dat ze zelf moeten beginnen spreken.
Ge zult u beter voelen als ge dit medicament neemt.
Vrouwen vinden mannen leuk die hen zich speciaal laten voelen.
Holländisch Wort "sentir"(voelen) tritt in Sätzen auf:
beg 2 werkwoorden