das Wörterbuch Spanisch Minus niederländisch

español - Nederlands, Vlaams

uno Holländisch:

1. een


Een ogenblikje...
Vorige week heb ik u een brief gestuurd en vandaag stuur ik u er nog één.
Omdat iedereen gewoonlijk houdt van een persoon die op hem gelijkt, hield deze moeder zielsveel van haar oudere dochter, terwijl ze een hartsgrondige afkeer had van de jongere.
Telkens als die groep probeert om aan een sessie deel te nemen, slagen ze er helaas niet in.
In tegenstelling tot zijn vader, heeft hij echt een groot inkomen.
Hopelijk zullen we ooit in de nabije toekomst ook een Perzische Bloemlezing in het Esperanto hebben.
Esperanto is een levende taal, die zeer geschikt is voor internationale communicatie.
Het is maar tien graden, en hij loopt in een T-shirt buiten. Ik krijg het al koud als ik naar hem kijk.
Iedereen kan een verschil maken in zijn eigen leven en daarmee gezamenlijk de wereld een betere plaats maken voor zichzelf en anderen om zich heen.
Een nuttige regel: bezin voor je begint.
Ze waren al zes maand aan het oefenen in hun garage, toen ze plots de kans kregen een geluidsopname te maken in een studio.
Ik was bijna tien toen mijn ouders mij een wetenschapsset cadeau deden voor Kerstmis.
Geachte passagiers! Indien u het vervoermiddel betreedt zonder in het bezit te zijn van een geldig abonnement, stempel dan uw plaatsbewijs af vóór de volgende halte.
De waarheid is als een geneesmiddel. En daarom heeft ze ook bijwerkingen.
Een overwinning behaald met geweld is evenveel waard als een nederlaag, want ze is maar tijdelijk.

Holländisch Wort "uno"(een) tritt in Sätzen auf:

Los números en neerlandés