das Wörterbuch Französisch Minus niederländisch

Français - Nederlands, Vlaams

mars Holländisch:

1. Maart Maart


Eind maart gaan we trouwen.
Mijn verjaardag is 22 maart.
15 maart wordt mijn laatste schooldag.
Begin maart viel de dooi in en lag het meer al gauw vol ijsschotsen, en op één daarvan zat een klein, eenzaam poesje.

Holländisch Wort "mars"(Maart) tritt in Sätzen auf:

frans hfdst 3 voca e fr-nl 1ste
voca B h3 frans