das Wörterbuch niederländisch Minus Deutsch
- 
bijvoeglijk naamwoord Deutsch:
1. adjektiv
In Esperanto endet das Adjektiv mit "a". Der Plural wird mit der Anfügung von "j" gebildet.
andere Wörter beginnend mit "B(die Empfänger)
bijeenkomst Deutschbijna Deutsch
bijten Deutsch
bijwerken Deutsch
bijwonen Deutsch
bijzonder Deutsch
bijvoeglijk naamwoord in anderen Wörterbüchern
bijvoeglijk naamwoord in Arabischbijvoeglijk naamwoord Tschechisch
bijvoeglijk naamwoord Englisch
bijvoeglijk naamwoord Spanisch
bijvoeglijk naamwoord Französisch
bijvoeglijk naamwoord Hindi
bijvoeglijk naamwoord Indonesier
bijvoeglijk naamwoord Italienisch
bijvoeglijk naamwoord georgisch
bijvoeglijk naamwoord Litauisch
bijvoeglijk naamwoord Norwegisch
bijvoeglijk naamwoord auf Polnisch
bijvoeglijk naamwoord Portugiesisch
bijvoeglijk naamwoord Rumänisch
bijvoeglijk naamwoord Russisch
bijvoeglijk naamwoord Slowakisch
bijvoeglijk naamwoord Schwedisch
bijvoeglijk naamwoord kreuzten Beinen
bijvoeglijk naamwoord in Vietnamesisch
bijvoeglijk naamwoord Chinesisch
