das Wörterbuch norwegisch Minus niederländisch

Norsk - Nederlands, Vlaams

havn Holländisch:

1. haven haven


Boven op het gebouw hebben bezoekers op 85 meter hoogte een 360-gradenuitzicht over de stad, de havens en de polders.
Ons schip naderde de haven.
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Het schip verliet de haven, en men heeft het nooit meer teruggezien.