das Wörterbuch norwegisch Minus niederländisch

Norsk - Nederlands, Vlaams

kino Holländisch:

1. bioscoop bioscoop


Ga je naar de bioscoop?
Ik zou liever alleen naar de bioscoop gaan dan samen met Bob.
Is er hier een bioscoop in de buurt?
Wat doe je liever: naar de bioscoop gaan of thuisblijven?
Voor enkele dagen is ze naar de bioscoop geweest.