das Wörterbuch norwegisch Minus niederländisch

Norsk - Nederlands, Vlaams

spor Holländisch:

1. spoor spoor


We moesten rennen om onze overstap te halen. Om twee voor half drie kwamen we aan op spoor één, en om één over half zou onze trein vertrekken van spoor achttien.
Neem om het even welke trein op spoor 5.