das Wörterbuch Polnisch Minus niederländisch

język polski - Nederlands, Vlaams

dziób Holländisch:

1. boog boog


De autoweg ging verder in een wijde boog.
Hij boog voor zijn leerkracht.

2. Bek Bek


Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
De gebraden kippen vliegen je niet in de bek.

3. de bek de bek



Holländisch Wort "dziób"(de bek) tritt in Sätzen auf:

het is een jongen