das Wörterbuch Polnisch Minus niederländisch

język polski - Nederlands, Vlaams

umiejętność Holländisch:

1. de vaardigheid



Holländisch Wort "umiejętność"(de vaardigheid) tritt in Sätzen auf:

Naar de biblotheek
praca slowink

2. bekwaamheid


De prins vond, dat een dergelijke bekwaamheid meer waard was dan om het even wat men als bruidsschat zou kunnen geven aan een meisje. Hij bracht ze naar het paleis van zijn vader, de koning, waar ze met hem trouwde.
We hebben zijn bekwaamheid misschien wel onderschat.