1. krijgen
Kan ik mijn maaltijd krijgen?
Is het mogelijk om aids te krijgen van wc-brillen? "Nee, dat is niet mogelijk."
Ze krijgen vanavond gasten te eten.
Je kan door het te vragen veel bij mensen gedaan krijgen, maar als je onredelijk wordt zal je worden overgeslagen.
Bent u ervoor dat arbeiders meer geld krijgen?
Door zijn invloed hielp hij haar deze betrekking te krijgen.
We zullen binnenkort sneeuw krijgen.
Men zou periodiek een lichamelijk onderzoek moeten krijgen.
Het enige in de wereld waarvan men nooit te veel kan krijgen of geven, is liefde.
Je hebt een geschreven uitnodiging nodig om een visum te krijgen.
Ze zijn eindelijk begonnen die weg opnieuw te asfalteren. Het werd ook tijd, zeg! Je kon er alleen nog zigzaggend fietsen als je geen slag in je wiel wilde krijgen van de gaten in het wegdek.
Paarden die haver verdienen krijgen ze niet.
Mensen met bloedgroep 0 die resusnegatief zijn, zijn universele donoren; iedereen kan hun bloed krijgen.
Niemand kon raden, in die dagen, welke plaats Martin Luther King zou krijgen in de geschiedenis.
kreeg Nederland zijn huidige staatsvorm. Krijg, krijgt, krijgen; kreeg, kregen; ik heb gekregen
2. krijgt
Iemand die erg trots is of hoogmoedig, krijgt gauw de bijbehorende ellende.
Een verlegen bedelaar krijgt niets.
Je krijgt veel cadeautjes voor je verjaardag.
Vanaf volgende week hebben we tussentijdse examens. Denk eraan dat voor de vragen die je dan krijgt een enkel nachtje blokken onvoldoende is. Je moet echt nu beginnen!
Hij houdt zo erg van films, dat hij alles bekijkt wat hij vast krijgt.
Het aantal muffins dat je krijgt, zal omgekeerd evenredig zijn aan het aantal keer dat je op IRC praat.
Het kind krijgt nu tandjes.
U krijgt betaald overeenkomstig de hoeveelheid verricht werk.
Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het lid op de neus.
Daar krijgt ge nog spijt van!
Zij krijgt te weinig moedermelk binnen.
Hij krijgt zijn broeken iedere dag gestreken.
Je krijgt problemen als je ouders erachter komen.
Let op met wat je zegt of je krijgt het nog.
Ze geeft evenveel uit als ze binnen krijgt.
Holländisch Wort "obter"(krijgt) tritt in Sätzen auf:
Nivel A1 Dutch