das Wörterbuch Slowakisch Minus niederländisch

slovenský jazyk - Nederlands, Vlaams

obrázok Holländisch:

1. afbeelding afbeelding


Heeft zij u de afbeelding getoond?
Men kan deze boeddhistische afbeelding niet helemaal juist dateren.
Bekijk de afbeelding.
Hij hing een afbeelding aan de muur.
Waaraan denk je als je deze afbeelding ziet?
Ik heb deze afbeelding al vroeger gezien.