Zdania usłyszane 20

 0    31 Datenblatt    Monika Cz.
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Wcześniej uprawiałem jogę.
Lernen beginnen
Vroeger deed ik yoga.
Można lepiej.
Lernen beginnen
Het kan beter.
samolot się wzniósł
Lernen beginnen
het vliegtuig is opgestegen
Samolot leci na gorze.
Lernen beginnen
Vliegtuig vligt boven in de lucht.
Weź kartę.
Lernen beginnen
Pak maar een kaartje.
Drzwi są otwarte.
Lernen beginnen
De deur staat open.
Co tam jest? (na obrazku)
Lernen beginnen
Wat er staat?
Ona jest nieśmiała.
Lernen beginnen
Ze is verlegen.
Moja mama tu przyjeżdża.
Lernen beginnen
Mijn moeder komt hier naartoe.
Jest prawie takie same
Lernen beginnen
Het is bijna gelijk
Drzwi są otwarte.
Lernen beginnen
De deur staat open.
Przynieś moje pantofle z sypialni.
Lernen beginnen
Breng mijn slippers uit de slaapkamer.
Muszę otworzyć drzwi.
Lernen beginnen
Ik moet de deur open even doen.
Pragnienie mniej
Lernen beginnen
Verlangen naar minder
Myślę, że to fajnie to zrobić.
Lernen beginnen
Ik vind het cool om te gaan doen.
Nie mogę tego znieść.
Lernen beginnen
Ik kan er niet tegen.
Już zamówiłam.
Lernen beginnen
Ik heb al besteld.
Gdzie to jest?
Lernen beginnen
Waar is het?
Właśnie dzwoniłam.
Lernen beginnen
Ik was net aan het bellen.
Myślę, że nie.
Lernen beginnen
Ik denk het niet.
ja Myślę, że tak.
Lernen beginnen
Ik denk het wel.
Tak myślałam.
Lernen beginnen
Dat dacht ik wel.
Przemyśl to.
Lernen beginnen
Denk erover na.
Udaje sie? (w trakcie)
Lernen beginnen
Lukt het?
Czy to się uda?
Lernen beginnen
Gaat het lukken?
Uda mi się.
Lernen beginnen
Het lukt me wel.
Czy to się udało?
Lernen beginnen
Is het gelukt?
Zrobiło się późno.
Lernen beginnen
Het is laat geworden.
Skręć w prawo.
Lernen beginnen
Sla rechts af.
Idź w lewo.
Lernen beginnen
Ga links af.
Idź prosto.
Lernen beginnen
Ga rechtdoor.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.