14/2 Trouwen, samenwonen en scheiden

 0    24 Datenblatt    przemyslawc8
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
umówić się
Umówmy się na jutro.
Lernen beginnen
afspreken
Laten we afspreken voor morgen.
samotny
On jest samotnym rodzicem.
Lernen beginnen
alleenstaand
Hij is een alleenstaande ouder.
kultura
Kultura tego kraju jest różnorodna.
Lernen beginnen
de cultuur
De cultuur van dit land is divers.
spadać
Temperatura zaczyna spadać.
Lernen beginnen
dalen
De temperatuur begint te dalen.
kończyć
Książka kończy się zaskakującym zwrotem.
Lernen beginnen
eindigen
Het boek eindigt met een verrassende wending.
średni
Średni wiek wynosi 35 lat.
Lernen beginnen
gemiddeld
De gemiddelde leeftijd is 35 jaar.
rozwiedziony
Oni są rozwiedzeni od dwóch lat.
Lernen beginnen
gescheiden
Ze zijn al twee jaar gescheiden.
małżeństwo
Świętowali swoją 25. rocznicę małżeństwa.
Lernen beginnen
het huwelijk
Ze vierden hun 25e huwelijksverjaardag.
stanu wolnego
Ona nadal jest stanu wolnego.
Lernen beginnen
ongetrouwd
Ze is nog steeds ongetrouwd.
spotkanie
Ich pierwsze spotkanie było magiczne.
Lernen beginnen
de ontmoeting
Hun eerste ontmoeting was magisch.
wychowanie
Dobre wychowanie wymaga cierpliwości i miłości.
Lernen beginnen
de opvoeding
Goed ouderschap vereist geduld en liefde.
partner, partnerka
On jest moim partnerem życiowym.
Lernen beginnen
de partner
Hij is mijn levenspartner.
popularny
Ten film jest bardzo popularny.
Lernen beginnen
populair
Deze film is erg populair.
związek
Oni mają silny związek.
Lernen beginnen
de relatie
Ze hebben een sterke relatie.
mieszkać razem jako para
Zdecydowali się zamieszkać razem jako para.
Lernen beginnen
samenwonen
Ze besloten samen te gaan wonen.
rozwodzić się
Chcą się rozwieść z powodu nierozwiązywalnych różnic.
Lernen beginnen
scheiden
Ze willen scheiden vanwege onoplosbare verschillen.
rozwód
Rozwód jest oficjalny.
Lernen beginnen
de scheiding
De scheiding is officieel.
wzrastać
Liczba odwiedzających wzrasta każdego roku.
Lernen beginnen
toenemen
Het aantal bezoekers neemt elk jaar toe.
tradycyjny
Te dania są tradycyjne dla tego regionu.
Lernen beginnen
traditioneel
Deze gerechten zijn traditioneel voor deze streek.
odkładać na później
Nie odkładajmy już dłużej spotkania.
Lernen beginnen
uitstellen
Laten we de vergadering niet langer uitstellen.
oczywisty
To oczywiste, że okazujesz szacunek.
Lernen beginnen
vanzelfsprekend
Het is vanzelfsprekend dat je respect toont.
zakochany
Oni są zakochani w sobie od lat.
Lernen beginnen
verliefd
Ze zijn al jaren verliefd op elkaar.
oczekiwania
Oczekiwania są wysokie.
Lernen beginnen
de verwachting
De verwachtingen zijn hooggespannen.
opieka
Troszczy się bardzo o swoją chorą matkę.
Lernen beginnen
de zorg
Ze draagt veel zorg voor haar zieke moeder.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.