6/1 Hoe laat gaat de trein?

 0    24 Datenblatt    przemyslawc8
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
przyjeżdżać
Ten pociąg przyjedzie do Rotterdamu za pięć dwunasta.
Lernen beginnen
aankomen
Die trein komt om vijf voor twaalf in Rotterdam aan.
przyjazd
Po przybyciu na miejsce należy niezwłocznie zgłosić się do kapitana portu.
Lernen beginnen
de aankomst
Bij aankomst moet je je meteen melden bij de havenmeester.
dziękuję
Pff, na szczęście, dzięki.
Lernen beginnen
bedankt
Pff, gelukkig, bedankt.
centralny
Chcą pojechać do Rotterdamu centralnego, pociągiem.
Lernen beginnen
centraal
Ze willen naar Rotterdam centraal, met de trein.
bezpośredni
Wtedy mamy bezpośrednie połączenie.
Lernen beginnen
direct
Dan hebben we een directe verbinding.
na szczęście
Pff, na szczęście, dzięki.
Lernen beginnen
gelukkig
Pff, gelukkig, bedankt.
pociąg intercity
Trzy minuty przed jedenastą jedzie intercity.
Lernen beginnen
de intercity
Om drie minuten voor elf gaat de intercity.
minuta
Trzy minuty przed wpół do jedenastej, ale nie zdążymy.
Lernen beginnen
de minuut
Om drie minuten voor half elf, maar we halen die niet meer.
nigdzie
Nie mogę nigdzie znaleźć mojego telefonu.
Lernen beginnen
nergens
Ik kan mijn telefoon nergens vinden.
normalny
Normalnie pociąg odjeżdża z toru 6, a dziś z toru 5.
Lernen beginnen
normaal
Normaal vertrekt de trein van spoor 6 en vandaag van spoor 5.
uważać
Uważaj!
Lernen beginnen
opletten
Let even op!
przesiadać się
Potem musimy się przesiąść w Utrechcie.
Lernen beginnen
overstappen
Dan moeten we in Utrecht overstappen.
podróżny
Drodzy podróżni. Intercity do Rotterdam Centraal o godzinie 10.57 odjeżdża z toru nr 5.
Lernen beginnen
de reiziger
Beste reizigers. De intercity naar Rotterdam Centraal van 10.57 uur vertrekt van spoor 5.
tor
Drodzy podróżni. Intercity do Rotterdam Centraal o godzinie 10.57 odjeżdża z toru nr 5.
Lernen beginnen
het spoor
Beste reizigers. De intercity naar Rotterdam Centraal van 10.57 uur vertrekt van spoor 5.
pociąg osobowy
O, odjeżdża dziesięć po wpół do jedenastej, ale to sprinter.
Lernen beginnen
de sprinter
O, die vertrekt om tien over half elf, maar dat is een sprinter.
stacja
A potem bierzemy kawę na stacji.
Lernen beginnen
het station
En dan halen we nog even koffie op het station.
torba
W twojej torbie?
Lernen beginnen
de tas
In je tas?
telefon
Nie mogę nigdzie znaleźć mojego telefonu.
Lernen beginnen
de telefoon
Ik kan mijn telefoon nergens vinden.
połączenie
Wtedy mamy bezpośrednie połączenie.
Lernen beginnen
de verbinding
Dan hebben we een directe verbinding.
rozumieć ze słuchu
Nie jestem w stanie tego dobrze zrozumieć.
Lernen beginnen
verstaan
Ik kan het niet goed verstaan.
opóźnienie
Czy jesteśmy spóźnieni?
Lernen beginnen
de vertraging
Hebben we vertraging?
odjazd
Odjazd jest o jedenastej.
Lernen beginnen
het vertrek
Het vertrek is om elf uur.
wyjeżdżać
Han chce wyjechać.
Lernen beginnen
vertrekken
Han wil vertrekken.
następny
A następny jedzie... Popatrzę.
Lernen beginnen
volgende
En de volgende gaat ... ik kijk even.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.