A1

 0    400 Datenblatt    Paulina ika
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
wiatr
Lernen beginnen
De wind
De regen
Lernen beginnen
De regen
Bezwietrznie
Lernen beginnen
windstil
Przedstawiać się
Lernen beginnen
Voorstellen
Ciepło
Lernen beginnen
Warm
samogloska
Lernen beginnen
klinker
spolgloska
Lernen beginnen
medeklinker
Przyszłość
Lernen beginnen
toekomst
Poprzedni
Lernen beginnen
Vorige
Wkrótce
Lernen beginnen
Straks
wiedzieć
Lernen beginnen
kennen
odmiana
Lernen beginnen
Vervoegen
kciuk
Lernen beginnen
duim
Naczynia krwionośne
Lernen beginnen
De bloedvaten
Palec serdeczny
Lernen beginnen
De ringvinger
Mały palec
Lernen beginnen
De pink
Łokieć
Lernen beginnen
De elleboog
pacha
Lernen beginnen
De oksel
Pępek
Lernen beginnen
De navel
klatka piersiowa
Lernen beginnen
De borst
Kostka
Lernen beginnen
De enkel
święto
Lernen beginnen
De feestdag
Rzeczy
Lernen beginnen
De spullen
Rzeczy
Lernen beginnen
De dingen
Odbierz
Lernen beginnen
Ophalen
Górna szczęka
Lernen beginnen
De bovenkaak
Żuchwa
Lernen beginnen
De onderkaak
Szczęka
Lernen beginnen
De kaak
ubezpieczenie
Lernen beginnen
De verzekering
Nerwy
Lernen beginnen
De zenuwen
zamówienie
Lernen beginnen
bestellen
z wyjątkiem
Lernen beginnen
behalve
jeszcze
Lernen beginnen
toch
odbierać
Lernen beginnen
ophalen
nawzajem
Lernen beginnen
hetzelfde
Szczyt
Lernen beginnen
De piek
noc Bożego Narodzenia
Lernen beginnen
de kerstnacht
Syrop na kaszel
Lernen beginnen
hoestsiroop
ponieważ
Lernen beginnen
omdat
znieczulenie
Lernen beginnen
verdoving
szczęśliwy
Lernen beginnen
blij
zabierać
Lernen beginnen
neem
wydmy
Lernen beginnen
duinen
Samolot
Lernen beginnen
het vliegtuig
zawiesić
Lernen beginnen
ophangen
natychmiast
Lernen beginnen
meteen
stopień
Lernen beginnen
graad
Zapalenie
Lernen beginnen
De ontsteking
prawdopodobnie
Lernen beginnen
waarschijnlijk
Katar
Lernen beginnen
De loopneus
wypełnienie
Lernen beginnen
de vulling
wiercenie
Lernen beginnen
boren
wybielacz
Lernen beginnen
bleken
Fałszywy ząb
Lernen beginnen
De valsetand
Ząb mądrości
Lernen beginnen
De verstandkies
ale
Lernen beginnen
maar
wymiana
Lernen beginnen
ruilen
równie
Lernen beginnen
even
podobnie
Lernen beginnen
hetzelfde
wysłać
Lernen beginnen
opsturen
marynarka
Lernen beginnen
De colbert
krawat
Lernen beginnen
De stropdas
zarówno
Lernen beginnen
allebei
Zamek błyskawiczny
Lernen beginnen
De rits
ogrzewanie
Lernen beginnen
De verwarming
kapelusz
Lernen beginnen
De hoed
złoto
Lernen beginnen
goud
Jelita
Lernen beginnen
De darmen
Kaptur
Lernen beginnen
De capuchon
za duże
Lernen beginnen
te groot
mierzyć
Lernen beginnen
passen
Pracownik
Lernen beginnen
De medewerker
Ubrania
Lernen beginnen
De kleding
pasek
Lernen beginnen
De riem
nosić
Lernen beginnen
aanhebben
węzeł
Lernen beginnen
De knoop
guziki
Lernen beginnen
De knoppen
koszulka
Lernen beginnen
het overhemd
koszula
Lernen beginnen
het hemd
bluza
Lernen beginnen
het vest
podeszwa
Lernen beginnen
De zool
pięta
Lernen beginnen
De hak
dokuczac
Lernen beginnen
plagen
czoło
Lernen beginnen
het voorhoofd
Talia
Lernen beginnen
De taille
Dłoń
Lernen beginnen
De handpalm
górna część ciała
Lernen beginnen
het bovenlijf
udo
Lernen beginnen
de dij
biodro
Lernen beginnen
heup
policzek
Lernen beginnen
wang
musi
Lernen beginnen
moet
miło
Lernen beginnen
aardig
szczęka
Lernen beginnen
het gebit
niektore
Lernen beginnen
sommige
codziennie
Lernen beginnen
dagelijks
zażywać
Lernen beginnen
innemen
Skóra
Lernen beginnen
De huid
cena
Lernen beginnen
het bedrag
Moneta
Lernen beginnen
De munt
połowa
Lernen beginnen
de helft
delikatnie
Lernen beginnen
zacht
często
Lernen beginnen
vaak
wczoraj
Lernen beginnen
gisteren
nigdy
Lernen beginnen
nooit
czasami
Lernen beginnen
soms
szept
Lernen beginnen
fluisteren
tępy
Lernen beginnen
bot
brudny
Lernen beginnen
vies
blisko
Lernen beginnen
dichtbij
daleko
Lernen beginnen
veraf
Szeroki
Lernen beginnen
breed
krzyk
Lernen beginnen
schreeuwen
kwas
Lernen beginnen
zuur
grochowka z kielbasa
Lernen beginnen
erwtensoep
słówka pytające
Lernen beginnen
vraagwoorden
wymagany
Lernen beginnen
verplicht
kroić
Lernen beginnen
snijden
gulasz z kapusty
Lernen beginnen
koolstampot
krzyczeć
Lernen beginnen
roepen
dodać
Lernen beginnen
toevoegen
zamrażać
Lernen beginnen
vriezen
odwilż
Lernen beginnen
dooien
lub
Lernen beginnen
of
piętro
Lernen beginnen
De verdieping
na którym?
Lernen beginnen
op welke?
strzelać
Lernen beginnen
schieten
piec
Lernen beginnen
bakken
coś jeszcze
Lernen beginnen
iets anders
liczba
Lernen beginnen
aantal
dobra robota
Lernen beginnen
goed bezig
cmentarz
Lernen beginnen
kerkhof
trochę
Lernen beginnen
weinig
cel
Lernen beginnen
doel
ukośny
Lernen beginnen
schuin
przeprowadzka
Lernen beginnen
verhuizing
szybko
Lernen beginnen
vlug
powoli
Lernen beginnen
langzaam
Zrozumienie
Lernen beginnen
begrijpen
rozumieć
Lernen beginnen
snappen
liczyć
Lernen beginnen
rekenen
niestety
Lernen beginnen
helaas
paski
Lernen beginnen
de strepen
między
Lernen beginnen
tussen
powtarzać
Lernen beginnen
nazeggen
odczytać
Lernen beginnen
voorlezen
brzuch
Lernen beginnen
buik
założyć ubranie
Lernen beginnen
aankleden
ubrać się
Lernen beginnen
omkleden
rozbierać
Lernen beginnen
uitkleden
gdzie
Lernen beginnen
waar
dlaczego
Lernen beginnen
waarom
ile
Lernen beginnen
hoeveel
Kto?
Lernen beginnen
wie?
Maść
Lernen beginnen
De zalf
w porządku
Lernen beginnen
in orde
kuzyni
Lernen beginnen
neven
siostrzeniec
Lernen beginnen
neef
temu
Lernen beginnen
geleden
obierac
Lernen beginnen
schillen
Mięśnie
Lernen beginnen
De spieren
Pierniki
Lernen beginnen
De pepernoten
Nadgarstek
Lernen beginnen
De pols
założyć but
Lernen beginnen
schoen zetten
smakować
Lernen beginnen
proeven
jak
Lernen beginnen
waarmee?
Wcześniej
Lernen beginnen
eerder
małpa
Lernen beginnen
aap
ważyć
Lernen beginnen
wegen
Usta
Lernen beginnen
De mond
Jestem przeziebiona
Lernen beginnen
ik ben verkouden
mam mdłości
Lernen beginnen
ik ben misselijk
lydka
Lernen beginnen
het been
Wtedy
Lernen beginnen
daarna
fasola
Lernen beginnen
bonen
sałata
Lernen beginnen
sla
karton
Lernen beginnen
het pak
Sprzedawca
Lernen beginnen
De verkoper
banknot
Lernen beginnen
het briefje
dozwolone
Lernen beginnen
toegestaan
łatwy
Lernen beginnen
soepel
Słyszeć
Lernen beginnen
horen
bez
Lernen beginnen
zonder
bardzo
Lernen beginnen
heel erg
jak często
Lernen beginnen
hoe vaak?
Lubię to
Lernen beginnen
ik vind het leuk
ruch
Lernen beginnen
verhuizen
kocica
Lernen beginnen
poes
kat
Lernen beginnen
galgje
Drzewo genealogiczne
Lernen beginnen
De stamboom
fajerwerki
Lernen beginnen
vuurwerk
pasy
Lernen beginnen
zebrapad
Autostrada
Lernen beginnen
De snelweg
Znaki
Lernen beginnen
De Borden
ścieżka rowerowa
Lernen beginnen
het fietspad
sygnalizacja świetlna
Lernen beginnen
het stoplicht
prowincja
Lernen beginnen
provincie
wyspy
Lernen beginnen
eilanden
środek
Lernen beginnen
het midden
miasto główne
Lernen beginnen
De hoofdstad
Ważne
Lernen beginnen
Belangrijk
Prowincja
Lernen beginnen
De provincie
tam (idę)
Lernen beginnen
Naartoe
mapa
Lernen beginnen
De kaart
obszar z wodą
Lernen beginnen
De polder
Religia
Lernen beginnen
Religie
nawzajem
Lernen beginnen
hetzelfde
dziura
Lernen beginnen
het gat
Bransoletka
Lernen beginnen
Armband
Chustka na głowę
Lernen beginnen
De hoofddoek
zepsuty
Lernen beginnen
kapot
Czapka
Lernen beginnen
De pet
Krawat
Lernen beginnen
De stropdas
Stanik
Lernen beginnen
De bh
Buty sportowe
Lernen beginnen
De sportschoenen
szlafrok
Lernen beginnen
De japon
Kaptur
Lernen beginnen
De capuchon
sukienka
Lernen beginnen
De jurk
Przymierzalnia
Lernen beginnen
De paskamer
bluzka
Lernen beginnen
De bloes
Skończyłem z
Lernen beginnen
ik ben klaar met
spódnica
Lernen beginnen
De rok
wyzdrowiej wkrótce
Lernen beginnen
betershap
ponieważ
Lernen beginnen
want
samobójstwo
Lernen beginnen
zelfmoord
temu
Lernen beginnen
geleden
małpa
Lernen beginnen
aap
jej
Lernen beginnen
haar
dzwonić
Lernen beginnen
bel
jego
Lernen beginnen
zijn
ważyć
Lernen beginnen
wegen
Szyja
Lernen beginnen
De hals
Brew
Lernen beginnen
De wenkbrauw
wysłać
Lernen beginnen
sturen
czaszka
Lernen beginnen
de schedel
Żołądek
Lernen beginnen
De maag
Krew
Lernen beginnen
het bloed
Płuca
Lernen beginnen
De longen
Mózg
Lernen beginnen
De hersen
Żyły
Lernen beginnen
De aderen
szkielet
Lernen beginnen
het skelet
Serce
Lernen beginnen
het hart
mży
Lernen beginnen
het miezert
Ciało
Lernen beginnen
De Lichaam
pielęgniarka
Lernen beginnen
zuster
operacja
Lernen beginnen
operatie
klinika
Lernen beginnen
het consultatiebureau
skierowanie
Lernen beginnen
verwijsbrief
kaszel
Lernen beginnen
hoesten
Palec u nogi
Lernen beginnen
De teen
Stopa
Lernen beginnen
De voet
korzeń
Lernen beginnen
wortel
500 g
Lernen beginnen
het pond
100g
Lernen beginnen
het ons
znaczki
Lernen beginnen
De zegel
winogrona
Lernen beginnen
De druiven
koszt
Lernen beginnen
kosten
kłaść
Lernen beginnen
Zet
Głupie
Lernen beginnen
Dom
mniej
Lernen beginnen
minder
więcej
Lernen beginnen
meer
promocja
Lernen beginnen
De aanbieding
wyłączony
Lernen beginnen
uit
karton
Lernen beginnen
het pak
dozwolone
Lernen beginnen
toegestaan
głuchy
Lernen beginnen
doof
szorstki
Lernen beginnen
ruw
ślepy
Lernen beginnen
blind
smród
Lernen beginnen
stinken
gładki
Lernen beginnen
fijn
Powierzchnia mieszkania
Lernen beginnen
De appervlakte
czuć
Lernen beginnen
voelen
Lubię to
Lernen beginnen
ik vind het leuk
Oglądam telewizję
Lernen beginnen
ik kijk tv
jak często
Lernen beginnen
hoe vaak?
możemy jeść
Lernen beginnen
we kunnen eten
wejście
Lernen beginnen
ingang
Mieszkanie
Lernen beginnen
De flat
Ogród
Lernen beginnen
De tuin
wybierać
Lernen beginnen
kies
Łyżwy
Lernen beginnen
De schaatsen
trudne
Lernen beginnen
moeilijk
łatwe
Lernen beginnen
makkelijk
kto nie
Lernen beginnen
wie niet?
Nauczyciel
Lernen beginnen
De juf
obecny
Lernen beginnen
aanwezig
nieobecny
Lernen beginnen
afwezig
liczyć
Lernen beginnen
rekenen
żłobek
Lernen beginnen
De crache
przygotować
Lernen beginnen
voorbereiden
Student
Lernen beginnen
De leerling
dwa razy kawa
Lernen beginnen
twee maal koffie
zdany
Lernen beginnen
geslaagd
nie zdany
Lernen beginnen
gezakt
powodzenia
Lernen beginnen
slagen
obok
Lernen beginnen
naast
powtarzać
Lernen beginnen
herhalen
Zasady
Lernen beginnen
De regels
naprzeciwko
Lernen beginnen
tegenover
Plik
Lernen beginnen
De file
przekazać dalej
Lernen beginnen
doorgeven
natychmiast
Lernen beginnen
alvast
w podróży
Lernen beginnen
onderweg
przechodzić
Lernen beginnen
oversteken
skrzyżowanie
Lernen beginnen
het kruispunt
daleko
Lernen beginnen
ver
biec
Lernen beginnen
rennen
szczęśliwy
Lernen beginnen
gelukkig
tor kolejowy
Lernen beginnen
het spoor
tablica odjazdów
Lernen beginnen
De vertrektijd
wchodzić
Lernen beginnen
instappen
wysiadać
Lernen beginnen
uitstappen
Przystanek
Lernen beginnen
De halte
w końcu
Lernen beginnen
eindelijk
zostawać
Lernen beginnen
blijven
Farma
Lernen beginnen
De boerderij
świnia
Lernen beginnen
het varken
krowa
Lernen beginnen
De koe
zgubić
Lernen beginnen
kwijt
wszędzie
Lernen beginnen
overal
szczupły
Lernen beginnen
slank
mieszkać
Lernen beginnen
leven
zwierzęta
Lernen beginnen
de dieren
gruby
Lernen beginnen
dik
miejsce
Lernen beginnen
plek
zwierzę
Lernen beginnen
dier
blisko
Lernen beginnen
vlakbij
powiedzieć
Lernen beginnen
vertellen
Morze
Lernen beginnen
De zee
plaża
Lernen beginnen
het strand
z wizyta
Lernen beginnen
op bezoek
jak
Lernen beginnen
als
piosenka
Lernen beginnen
het liedje
śpiewać
Lernen beginnen
zingen
basen
Lernen beginnen
het zwembad
wyjaśniać
Lernen beginnen
uitleggen
znaczy
Lernen beginnen
bedoelt
Nie rozumiem
Lernen beginnen
ik versta niet
tak
Lernen beginnen
jawel
ploteczki
Lernen beginnen
kletsen
czasami
Lernen beginnen
weleens
w rzeczy samej
Lernen beginnen
inderdaad
sprzątanie
Lernen beginnen
schoonmaken
naprzeciwko
Lernen beginnen
tegenover
W korku
Lernen beginnen
In de file
Znaczenie
Lernen beginnen
Betekenis
Przekazać
Lernen beginnen
Doorgeven
Przekazać
Lernen beginnen
Doorgeven
already
Lernen beginnen
Alvast
Więc
Lernen beginnen
Dus
Robię to
Lernen beginnen
Dat doe ik
Myśleć
Lernen beginnen
Denken
Myślę
Lernen beginnen
Ik denk
Jazda
Lernen beginnen
Het ritje
Prosto
Lernen beginnen
Rechtdoor
Skręć w lewo
Lernen beginnen
Linksaf
Daleko
Lernen beginnen
Var
Czy znasz drogę?
Lernen beginnen
Weet u de weg?
najpierw
Lernen beginnen
Eerst
Skrzynka pocztowa
Lernen beginnen
Brievenbus
Podczas
Lernen beginnen
Tijdens
Od do
Lernen beginnen
Van tot
na obiad
Lernen beginnen
op het avondeten
od
Lernen beginnen
Sinds
Po pracy
Lernen beginnen
Na het werk
Jakieś piętnaście minut.
Lernen beginnen
Over een kwartier.
Philip biegnie
Lernen beginnen
Philip rent
Chwytać
Lernen beginnen
Pakken
Zdobywanie wiedzy
Lernen beginnen
Kennisopname
Cichy
Lernen beginnen
Stil
Denerwujące
Lernen beginnen
Vervelend
On żyje
Lernen beginnen
Hij leeft
Wszędzie
Lernen beginnen
Overal
Wszyscy
Lernen beginnen
idereen
Zawody
Lernen beginnen
De wedstrijd
Od
Lernen beginnen
Vanaf
Piłka nożna
Lernen beginnen
Voetball
Ćwiczyć
Lernen beginnen
Sporten
Znowu
Lernen beginnen
Weer
lubić
Lernen beginnen
Houd
Ruszać się
Lernen beginnen
Bewegen
Powiedzieć
Lernen beginnen
Vertelen
Rysować
Lernen beginnen
Tekenen
Zarejestrować się
Lernen beginnen
Inschrijven
Sam
Lernen beginnen
Zich
rzucać
Lernen beginnen
Gooien
Plaża
Lernen beginnen
Het strand
Jeśli jest ładna pogoda
Lernen beginnen
Als het mooie weer
spacerować
Lernen beginnen
Wandelen
Kilka godzin
Lernen beginnen
Paar uurtjes
wycieczka
Lernen beginnen
wandelen
Pozdrowienia
Lernen beginnen
Groetjes
Każdy
Lernen beginnen
Ieder
Wyjaśniać
Lernen beginnen
Uitleggen
Zrozumieć
Lernen beginnen
Verstaan
Czasem
Lernen beginnen
Weleens
Tak
Lernen beginnen
Jawel
Rzeczywiście
Lernen beginnen
Inderdaad
Nawet mam
Lernen beginnen
Ik heb zelfs
czy Zupa jest nadal gorąca?
Lernen beginnen
is De soep nóg heet?
uważnie
Lernen beginnen
voorzichting

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.