Czasowniki nieregularne część 3

 0    15 Datenblatt    Monika Cz.
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
nieść; nosić
Lernen beginnen
dragen; droeg; gedragen
nurkować
Lernen beginnen
duiken; dook; gedoken
obowiązywać
Lernen beginnen
gelden; gold; gegolden
zaproponować b
Lernen beginnen
bieden; bood; geboden
okazywać
Lernen beginnen
blijken; bleek; gebleken*
zatonąć
Lernen beginnen
zinken; zonk; gezonken*
ostrzyć
ostrzyć ołówek
Lernen beginnen
slijpen; sleep; geslepen
een potlood slijpen
oszukać
Popatrz dobrze, bo oczy mogą cię oszukać.
Lernen beginnen
bedriegen; bedroog; bedrogen
Kijk nu goed, want je ogen zullen je bedriegen.
owinąć
Lernen beginnen
winden; wond; gewonden
pachnieć; wąchać
Lernen beginnen
ruiken; rook; geroken
patrzeć k
Lernen beginnen
kijken; keek; gekeken
pęknąć b
Lernen beginnen
barsten; barstte; gebarsten
pełzać
Lernen beginnen
kruipen; kroop; gekropen
pić
Lernen beginnen
drinken; dronk; gedronken
piec
Lernen beginnen
bakken; bakte; gebakken

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.