czasowniki rozdzielnie złożone

 0    56 Datenblatt    asika8906
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
ophangen
Lernen beginnen
powiesić
binnenkomen
Lernen beginnen
wpisać wchodzić
uitstappen
Lernen beginnen
wysiadać
meenemen
Lernen beginnen
wziąć ze sobą
terugkommen
Lernen beginnen
przyjść z powrotem
schoonmaken
Lernen beginnen
czyścić coś
inpakken
Lernen beginnen
zapakowywać
opschrijven
Lernen beginnen
napisać
aanwijzen
Lernen beginnen
wskazać
aanwijzingen
Lernen beginnen
instrukcje wskazówki
opstaan
Lernen beginnen
wstawać
opendoen
Lernen beginnen
otwierać
weggaan
Lernen beginnen
odchodzić odjechać
opzoeken
Lernen beginnen
wyszukać poszukać wizyta
opbellen
Lernen beginnen
zadzwonić
uitnodigen
Lernen beginnen
zapraszać
invullen
Lernen beginnen
wypełniać
instappen
Lernen beginnen
dostać się wsiadać
overschrijven
Lernen beginnen
ściągać zapiać skopiować
aanzetten
Lernen beginnen
włączać
Wij komen jou ophalen
Lernen beginnen
Przyjdziemy po ciebie
Ik ga mijn oma opzoeken
Lernen beginnen
Idę odwiedzić moją babcię
Karen maakt het eten klaar
Lernen beginnen
Karen przygotowuje jedzenie
Tom maakt de kamer schoon
Lernen beginnen
Tom sprząta pokój
We gaan om 20:30 uur weg
Lernen beginnen
Wychodzimy o 20:30
omdat
Lernen beginnen
ponieważ dlatego że
daarom
Lernen beginnen
dlatego
aanvragen
Lernen beginnen
składać przedkładać
doorslikken
Lernen beginnen
połknąć
nadenken
Lernen beginnen
odzwierciedlić
dichtdoen
Lernen beginnen
zamknąć
aandoen
Lernen beginnen
zrobić włożyć
weggeven
Lernen beginnen
rozdawać
neerzetten
Lernen beginnen
położyć
tegenhouden
Lernen beginnen
zatrzymać
aanbieden
Lernen beginnen
oferować
natellen
Lernen beginnen
liczyć ponownie
uitzwaaien
Lernen beginnen
pożegnać
vergadering
Lernen beginnen
spotkanie
bijwonen
Lernen beginnen
uczęszczać uczestniczyć
afvullen
Lernen beginnen
dopełniać
nadenken
Lernen beginnen
przemyśleć
aanmelden
Lernen beginnen
zapisać się
uitmelden
Lernen beginnen
wypisać się
nakijken
Lernen beginnen
zaglądać sprawdzać
afkijken
Lernen beginnen
ściągać
indelen
Lernen beginnen
podzielić
inkopen
Lernen beginnen
kupować hurtowo
omdraien
Lernen beginnen
odwrócić się zawrócić
uitrusten
Lernen beginnen
odpoczywać
teruggaven
Lernen beginnen
Zwrócić oddać
weggeven
Lernen beginnen
rozdać wyrzucać
weggooien
Lernen beginnen
rzucać wyrzucać
doorgeven
Lernen beginnen
przekazać dalej
uitkomen
Lernen beginnen
wyjść z ciężkiej sytuacji
oversteken
Lernen beginnen
przejechać

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.